Rondje Grote Nederlanders

RIJPWETERING, JOOP ZOETEMELK

Beste Joop Zoetemelk,

Wanneer ik je levensloop tot nu toe aan mij voorbij laat trekken, dringt één conclusie zich op: je bent een laatbloeier. De twee allesbepalende dingen in je leven zijn de wielersport en de liefde. Op beide fronten beleefde je het grootste geluk op oudere leeftijd.

Al ging het met je wielrennen - en ook met de liefde - aanvankelijk juist heel goed. Je was amper 21 toen je al een gouden medaille om je nek kon hangen. Met René Pijnen, Fedor den Hertog en Jan Krekels vormde je de gouden, Olympische wielerploeg die in Mexico-Stad, in 1968, de ploegentijdrit won. Het was toen nog niet zo lang geleden dat je een racefiets van je moeder had gekregen, waarmee je in dat schitterende, waterrijke gebied van Kaag en Braassem je eerste rondjes reed en in feite de voorspelbare carrière als bouwvakker voorgoed uit het zicht fietste. Want ook elders liet je je talent zien en enigszins verbaasd maar gelukkig nam je de stap naar het beroepswielrennen. Pakweg een half jaar later - we zitten in het jaar 1970, je bent 23 jaar - word je in je geboorteplaats Rijpwetering gehuldigd. Want meneer had maar meteen meegedaan met de Tour de France en was ook maar meteen tweede geworden achter de onverslaanbare Eddy Merckx, dus eigenlijk eerste als we de wielergod van die jaren buiten beschouwing laten. Een prestatie van formaat, maar tegelijkertijd begon hier het sprookje van de eeuwige tweede, het net-niet-imago waarmee je lange tijd werd vereenzelvigd.

En het is waar: je werd zes keer tweede in de Tour, want na Merckx kwam de wielergod Hinault. Maar zo lang aan de top in de Tour, wie kan dat zeggen? Intussen won je bijvoorbeeld met overmacht Parijs-Nice.

Het is duidelijk dat jouw valpartij in 1974 - onder meer een schedelbasisfractuur - je niet in de kouwe kleren is gaan zitten. Speelde jouw huwelijksproblemen toen al een rol? Je zult me er nooit op antwoorden, want het spraakzame type - zeg maar het soort Gerrie Knetemann - ben je niet bepaald. Journalisten moesten na een gesprek met jou bij gebrek aan tekst een heleboel zelf verzinnen.

Het verhaal wil dat Francoise, met wie je in 1971 trouwde en met wie je in 'haar' Frankrijk woonde, het niet fijn vond dat je altijd maar weg was. Ze wilde een restaurant runnen. Zo vocht jij je in de Tour van 1975, net hersteld van de gevolgen van je val, terug naar het niveau dat je prachtige tweede plaatsen opleverde, maar had toen ook nog jouw huwelijksproblemen aan je fiets hangen. Ze moesten mee de bergen op.

Welke Nederlandse renner had ooit eerder de Ronde van Spanje gewonnen? Je won de ronde in 1979. Jan Janssen deed het 12 jaar eerder. Daarna geen enkele Nederlander meer. Het was ook het jaar dat je in je gevecht met Hinault heel dichtbij bij de eindoverwinning van de Tour kwam.

Maar je moest er nog een jaar op wachten.

Want in je 34e levensjaar, je maakte deel uit van de nieuwe Raleighploeg, lukte het dan eindelijk. Om de spanning erin te houden kwam je tijdens een alpenrit ten val en moest je je terugvechten naar de kopgroep. Waardoor je in de volgende bergetappe verzwakt was en kostbare tijd verloor. Met een majestueuze tijdrit zette je het wielerlandje aan de Noordzee in vuur en vlam. Joop in het geel op de Champs-Élysées. Precies tien jaar na je verrassende debuut in de Tour stond je een trapje hoger bij de huldiging. Dries van Agt en Jacques Chirac waren erbij. En in de straten van Parijs hoorde je 'Jopie, Jopie, Jopie'.

Toen de laatbloeier 39 was en ze misschien in het peloton wel dachten dat ze met opa Zoetemelk tijdens het WK Wielrennen op de weg in Italië geen rekening meer hoefde te houden, ging je tegen het einde van de rit maar es flink op de pedalen staan. Niemand kon jou van je zelf bedachte bekroning afhouden. Mart Smeets schreeuwde je over de finish.

Je was lang stil na je afscheid van de wielersport in 1987. Je had waarschijnlijk geen zin om vragen over je persoonlijke situatie te beantwoorden. Die stilte verbrak je pas nadat jouw vrouw Francoise was overleden en je nieuwe, grote liefde Dany je weer aan het praten kreeg. Ze heeft jouw hele, verzameling truien, prijzen, foto's en andere stoffelijke getuigen van je grote wielerloopbaan uit het stof gehaald en museaal tentoongesteld in jullie huis in Germigny. Ze heeft je weer teruggebracht naar de wielerwereld en naar de liefde. Als een boom die op raadselachtige wijze weer is begonnen te bloeien.

Joop Zoetemelk: 1946 - heden

Beeldhouwer: Ton Waakop Reijers.

Leiden, Leiderdorp, Oude Ade, Rijpswetering, Roelofarendsveen, Braassemermeer, Leimuiden, Bilderdam, Langerak, Woubrugge, Alphen aan de Rijn, Koudekerk aan de Rijn, Hazerswoude- Rijndijk, Groenendijk, Zoeterwoude-Rijndijk, Leiden

De route is wonderschoon: mooie dorpen, meren, rivieren, kanalen en molens. Holland op zijn mooist. De route begint bij station Leiden, in noord-oostelijke richting via KP 75 (Warmonderbrug), zuid-oostelijk via KP 16 (Morspoort). Wanneer je niet in Leiden start en Leiden liever ook niet in wilt, kun je, net in Leiden, van KP 12 naar KP 13 fietsen (of andersom) en daarna Leiden weer verlaten.

Het beeld van Joop Zoetemelk staat tegenover KP 40 in Rijpwetering.

KP 75, 14, 13, 85, 44, 78, 81, 05, 39, 40, 28, 17, 14, 21, 19, 18, 13, 11, 35, 79, 34, 33, 44, 45, 23, 64, 24, 19, 08, 20, 67, 68, 18, 17, 19, 12, 11, 86, 16

De route is 52 km.