Rondje Grote Nederlanders

ROTTERDAM, LOUIS JAMIN

Beste Louis Jamin,

Jamin zit in ons collectieve geheugen. Als de uitgestalde, zoete weelde van kersenbonbons, biscuits, bitterkoekjes, chocoladeletters, paashazen, paaseieren, pepernoten, marsepein, ananaspuntjes, Haagse hopjes, karamella's, drop, winegums, snoepjes, kamelka's, pindarotsjes, dubbeldik ijs en niet te vergeten roompudding, aangeprezen door Ton van Duinhoven in een reclamefilmpje. Dit alles en meer uitgestald in mooie winkels, met hout afgetimmerd, voorzien van houten laden, veel koper en geslepen spiegels. Vandaag de dag, 2021, kom ik er niet zo vaak meer, maar ze zijn er nog winkels van Jamin, sober ingericht. Nog 95. Dat zijn er 455 minder dan in mijn geboortejaar 1953, het jaar dat jij na veertig jaar buffelen het stokje overdroeg aan je zoon, onder wiens leiding de groei nog heel even doorzette. Maar helaas heeft Jamin zich niet onttrokken aan het mechanisme dat kenmerkend is voor de ontwikkeling van familiebedrijven: de eerste generatie bouwt op, de tweede bouwt uit en de derde bouwt af. Jij had het geluk de tweede te zijn, na vader Cornelis en vóór zoon Eef.

Vader Cornelis, eerst koek- en banketbakker, begon een suikerwerkfabriek in Rotterdam en bedacht in 1880 dat hij zijn waren ook zou kunnen aanbieden in eigen winkels. Een nieuw idee: alles in eigen hand, controle over de hele keten. Op den duur, in de tijd van Eef, bestond die keten uit plantages, fabrieken, laboratoria, transport en op het hoogtepunt 600 winkels. Met deze winkels hadden de familie de eigen markt in beeld. Handig, want daar kon de ontwikkeling, de productie en de inkoop naadloos op worden afgestemd. Jammer dat je vader nauwelijks heeft genoten van zijn succes. Hij was 57 toen hij overleed. In 1908 namen jij en je broers het over en werd jij de leider van wat uitgroeide tot een groot concern van volkswinkels. Goedkoop en lekker. Jij zorgde ervoor dat het aantal winkels in Nederland toenam van 50 stuks in 1907 tot zo'n 550 winkels in 1953. Tot zover het goede nieuws, zou ik willen zeggen. Want al wist je zoon Eef de stijgende lijn nog een tijdje door te trekken, zijn mooie grafieken werden al gauw de blinkende voorgevel van een huis waarin van alles piepte en knarste.

Nou moest die arme Eef ook opboksen tegen grote veranderingen in de levensmiddelenbranche. Jamin moest zich in korte tijd op twee punten aanpassen. Bediening van achter de toonbank werd zelfbediening. Dat was nog tot daaraantoe. Vooral de opkomst van de supermarkten vroeg om een antwoord van de winkels die zo prettig eenduidig waren, maar nu moesten opboksen tegen winkels waar je alle levensmiddelen kon krijgen, waaronder de lekkernijen waarvan Jamin leefde. Wat bij jou en je vader misschien nog werkte, werkte op den duur niet meer bij Eef. Ik bedoel: een organisatie waarin alle lijntjes bij de pater familias eindigen. Want Eef bewaakte de traditie, waaronder het principe dat Jamin alleen producten verkocht die hijzelf werden produceerde. Waardoor de klant voor een rol pepermunt en een Mars naar elders moest. Ook was het voor Eef uit den boze om Jamin-producten aan supermarkten te leveren. If you can't beat them, join them, was een vloek in de zelfredzame wereld van de familie Jamin. Reden waarom het heel lang heeft geduurd voordat Jamin bereid was producten van anderen in zijn winkels verkocht. Dat het bedrijf al deze afslagen miste of te laat nam, ondanks een wakkere en waarschuwende staf, dat dus de geest van de familie de koers bepaalde, namelijk rechtdoor, heeft er toe geleid dat de omzet daalde en de neerwaartse spiraal werd ingezet. De kentering werd in de jaren 60 ingezet, maar niet echt gezien. Eef regeerde als een vorst. Toen hij in 1977 met pensioen ging waren er nog maar 300 winkels. Zoals je weet vierde jij al in de jaren 30 een feestje in de 300e winkel.

De zoon van Eef, Everard, bedankte voor de eer en werd door Eef ook niet gezien als opvolger. Na een mislukking met een driehoofdige directie kwam er pas na vier jaar na Eefs pensioen een directeur, Harry van Hees, met veel ideeën, maar weinig resultaat. Bovendien liep hij vast op een onhanteerbare organisatiestructuur en een chaotische administratie, de erfenis van Eef. Het managementbureau Boer & Croon verscheen op het toneel om een onmogelijke opdracht te vervullen. De officiële verliescijfers bleken in werkelijkheid veel hoger, in 1984 rond de 30 miljoen per jaar. Reorganisaties en een doorstart - één derde van het personeel kreeg ontslag - hielpen allemaal niet. Het was too little, maar vooral too late. De nieuwe eigenaar van Jamin betaalde 1 gulden voor het bedrijf. We weten niet of jouw vaderlijke stem nog lang in het hoofd van Eef geklonken heeft, of dus de solidariteit met de voorgangers een rol heeft gespeeld. Vast wel. Dat heeft ook iets moois. Maar de prijs was hoog.

Louis Jamin (1881-1953) Beeldhouwer: Robbert Jan F. Donker 

Rotterdam -Terbregge, -Hilligersberg, -Kralingen, -Maasboulevard -Veerhaven -, -Feijenoord, Capelle aan de IJssel, Ouderkerk aan de IJssel, Niewerkerk aan de IJssel, Oud Verlaat, Rotterdam -Terbregge

De tocht begint op de Prinses Irenebrug over de Rotte (Molenlaan). Je kunt er in de buurt je auto goed kwijt. Drie rivieren spelen de hoofdrollen: De Nieuwe Maas, de Hollandse IJssel en de Rotte. Je ziet mooie wijken als Hillegersberg en Kralingen en ondergaat, fietsend op de Maaboulevard, de sensationele blik op de stad. Nabij knooppunt 19 is de prachtige Veerhaven, waar je in een beeldengroep van grote Rotterdammers Louis Jamin aantreft. Dan over Erasmusbrug en later de watertaxi weer terug naar de noordzijde. Kort hierna fiets je langs de Hollandse IJssel om in het mooie Nieuwerkerk af te buigen richting Rotte. Een tocht waarin je geniet van stad en land.

KP 89, 88, 28, 87, 85, 29, 84, 83, 82, 77, 67, 74, 21, 68, 20, 60, 17, 19, 60, 61, 72, 24, 23, 74, 67, 75, 66, 65, 08, 05, 06, 03, 91, 92, 09, 61, 26, 89.

De tocht is 52 km.