Rondje Grote Nederlanders

SCHEVENINGEN, WIM KAN

Beste Wim Kan,

Zelf bedacht je het beroemd geworden compliment: 'Wat Kan kan, kan Kan alleen'. Het was waar. Niemand anders waagde zich tot en met 1982 aan jouw uitvinding, de Oudejaarsconference. Toen je op Oudejaarsavond 1973 na lang aarzelen de radio voor de televisie verruilde, haalde je de hoogste kijkdichtheid aller tijden. Het was de tijd van de oliecrisis en het kabinet-Den Uyl. Je zette een weergaloze Den Uyl neer. Al in 1961 schreef Godfried Bomans: 'Dat men thuis kan blijven en door het simpele omdraaien van een knop het hele kabinet een uur lang voor gek kan zien staan, is elders ondenkbaar. Hier kan het. En het kan, omdat de gebeurtenis in een nationale behoefte voorziet. Deze behoefte is de typisch Nederlandse drang tot nivelleren. En het is een zegen dat dit geneesmiddel in handen ligt van een man die weet hoe ver hij te ver kan gaan'.

Jouw oudejaarsconference was toen nog op de radio. Je begon voorzichtig, in Wim Ibo's radioprogramma Triangel met af en toe vijftien tot dertig minuten politieke conference. In 1954 zette je de stap waarmee je geschiedenis zou schrijven: de eerste oudejaarsconference op de radio.

Het heeft vast geholpen dat je de jongste zoon was van een minister, een vader die prettig eigenzinnig was en er met je moeder thuis een vrolijke boel van maakte. Ze lagen allesbehalve dwars toen je naar de toneelschool wilde. Je trof het. Ook omdat je al snel de actrice Corry Vonk tegen het lijf liep. Dat jullie relatie levenslang zou duren, verwachtte toen niemand. Jij, een kind uit een intellectueel milieu, en zij, uitgesproken volks en geen idee van wat ministers zijn. Het leek geen haalbare kaart. Jullie standbeeld getuigt van het tegendeel. Jij werd uiteindelijk de grote artiest van de twee, maar zonder Corry was je nergens. Een standbeeld zonder haar zou je zelfs in steen eenzaam en verdrietig hebben gemaakt. Jarenlang speelden jullie voorstellingen met het samen opgerichte ABC-cabaret. Bij de start was Corry de trekpleister, want al beroemd. Jij schreef vooral heel goede teksten. Na de oorlog draaiden de rollen om en kwamen er ook jonge talenten bij het ABC-cabaret, het 'klasje van Wim Kan', waaronder: Frans Rühl, Wout van Liempt (jouw latere manager), Wieteke van Dort, Marnix Kappers en Frits Lambrechts. De laatste voorstelling van het ABC-Cabaret was in 1968. De recensies waren slecht. Daar moesten ze bij jou niet mee aankomen, toch? Je bent namelijk ook de geschiedenis in gegaan als een aartstwijfelaar, altijd beducht dat de lach niet zou komen, altijd bang voor kritiek, altijd op gespannen voet met je critici. 'Met wie hebben we hier te doen? Wie is bijvoorbeeld deze Ischa Meijer en hoe komt Het Parool aan die man?' schreef je aan je vriend Simon Carmiggelt. Was die onzekerheid de reden dat je het liefst op jezelf was, in Kudelstaart met Corrie, dat jouw contacten vooral over jouw werk gingen en maar zelden tot vriendschappen leidden?

De oorlogservaringen hebben je nooit meer losgelaten. Tijdens een toernee van het ABC-cabaret in Indië werd Nederland bezet door de Duitsers. Achteraf gezien hadden jullie vast liever niet in Indië gebleven. Want daar, na de inval van de Japanners, kwamen jij en Corrie in gescheiden kampen terecht. Jullie hebben er, tussen al het leed door, elk voor vermaak gezorgd met optredens. Jij deed dat vanaf een zeker moment langs de Birma spoorlijn, een aan te leggen spoorlijn door de jungle, waar mannen onder erbarmelijke omstandigheden werkten, voor velen ten koste van hun leven. Iedereen snapt dat deze spoorlijn nooit meer uit je hoofd verdween en dat je het in 1971 onbegrijpelijk vond dat de keizer van Japan, Hirohito, op paleis Soestdijk werd verwelkomd voor een staatsbezoek. Je belde politiek verslaggever Hans van de Werf, want je wilde via het NOS-journaal massaal protest losmaken. Maar de economische belangen - Japan was booming - wogen zwaarder. We kennen allemaal het indrukwekkende lied dat je hierover schreef, jouw railroadsong; 'Er leven haast geen mensen meer die het kunnen navertellen'. Het lied zat in de oudejaarsconference 1973 en ook in die van de jaren erna. Het land kreeg steeds weer kippenvel.

Na deze eerste conference op televisie volgden er nog drie: 1976, 1979, 1982. Traditioneel hoorden we Corry bij aanvang huilen, waarna jij op enig moment troostend zei: je kunt toch nieuwe bakken? We zaten er op te wachten. Aan de geheide successen kwam in 1982 een einde. Corry had dit jaar een hersenbloeding gehad en jij was radeloos en reddeloos. Ondanks alles - je had ook maar weinig materiaal - besloot je de eindejaarsconference te doen, want je had het beloofd: elke drie jaar. Het werd die ene die je niet meer had moeten doen. Een matige voorstelling, je oogde vermoeid en deed jezelf tekort. Negen maanden later kwam je oververmoeid in het ziekenhuis terecht. Je overleed. Corry ging vijf jaar later. Nog altijd behoor je, met Toon Hermans en Wim Sonneveld, bij de de Grote Drie van toen.

Wim Kan: 1911 - 1983

Beeldhouwer: Siemen Bolhuis

Scheveningen, Katwijk aan Zee, Rijnsburg, Wassenaar, Den Haag

De tocht begint bij Centraal Station Den Haag, maar kan uiteraard overal starten. Je fiets door typisch Haagse straten en de Scheveningse Bosjes naar Scheveningen, waar Wim Kan en Corry Vonk op het plein voor het Kurhaus staan. De route komt er langs. Daarna door de misschien wel mooiste duinen van Nederland, de Wassenaarse duinen, naar Katwijk aan Zee en vervolgens Rijnsburg. Op de terugweg naar Den Haag fiets je door de fraaie landgoederen van Wassenaar en langs Huis ten Bosch, de favoriete woonplek van de Oranjes. KP30, 29, 37, 24, 39, 40, 41, 97, 96, 62, 95, 92, 34, 93, 43, 47, 61, 51, 52, 55, 54, 58, 33, 32, 30

De tocht is 52 km