COLUMNS

AD Amersfoortse Courant

Columns 2017/2016

JAAR 2017

46. Houtrook

Heerlijk, we hebben er op de valreep van 2017 weer een probleem bij. Houtrook. De nieuwste slachtoffers van onze samenleving ervaren overlast van houtkachels en barbecues. Het is een trend: de Hollandse gezelligheid is in toenemende mate incorrect aan het worden. In Amersfoort heeft een kwart van de mensen last van houtrook, blijkt uit onderzoek. Nou ja, iets specifieker: 28% van de ondervraagde Amersfoorters geeft aan 'weleens' last te hebben. Als het onderzoeksbureau mij destijds had gebeld, had ik na enig aandringen vast ook wel een aangebrande kippendij van de achterburen uit mijn geheugen kunnen opdiepen.

De kwestie houtrook veroorzaakt veel hoofdbrekens. Het is namelijk erg moeilijk vast te stellen wanneer er sprake is van overlast en wanneer niet, zeggen de beleidsmakers. Er komt een rondetafelgesprek met getroffenen. Vermoedelijk volgens het recept van de uithuilbranche: lotgenoten kunnen ervaringen uitwisselen en vinden troost bij elkaar. Uiteraard is de kwestie ook al organisatorisch uitgerold. Op nationaal niveau is er al een Platform Houtrookoverlast en Gezondheid. Het wemelt er van de hoofdbrekens. Prangende vragen ook. Dikke kans dat de directie uitbreiding voorziet. Bijvoorbeeld voor een meldpunt houtrookoverlast. De klachten zijn weliswaar niet talrijk, maar met een meldpunt hopen ze het smeulende vuurtje van de overlast aan te blazen. Je weet maar nooit. Voor je het weet heb je een nog groter probleem te pakken. De rooktelefoondienst zal vermoedelijk op warme zomerdagen dag en nacht bezet zijn. Over houtrookoverlast op campings kan niet worden gebeld. Daar bakt iedereen er vrolijk op los en is de brandgeur bij de prijs inbegrepen. Ik kijk al uit naar de toolkit. U weet wel: zo'n ding van papier dat vroeger een folder heette. Een handzaam document voor stokers, klagers en andere 'probleemeigenaars'. Met stook- en rooktips. Hopelijk ook een stappenplan.

Het grootste deel van de slachtoffers doet trouwens gewoon de deur of de ramen dicht. Spelbrekers!

45. Piet (sorry)

Ik zou er nooit over schrijven, had ik mijzelf beloofd. En al helemaal niet nu we net weer van al het geouwehoer over de Pieten af zijn. Niemand heeft zich trouwens ooit de basisvraag gesteld: zijn Pieten nog wel nodig? Wat doen die stakkers eigenlijk nog op het dak nu pakjes massaal bezorgd worden PostNL, DHL, GLS en een oneindig aantal startups en falldowns. De bezorgdiensten hebben alle records weer gebroken. Sinterklaas zou ons verwarde en verdeelde landje een grote dienst bewijzen met een kille sanering. Alle Pieten naar het UWV.

Ik zou er dus nooit over schrijven. Maar toen verscheen het verkiezingsprogramma van Groen Links Amersfoort. Ik weet dat de Groenen zich op de schaal van droom en daad aan de dromerige kant positioneren, maar je kunt ook doorschieten. In het verkiezingsprogramma staat dit: "Wij willen de 'roetveegpiet' introduceren o.a. bij de Sinterklaasoptocht in Amersfoort." Leest u het gerust twee keer, ik wacht wel even. Groen Links heeft dus de oplossing. Volgend jaar staan ze aan de Eem en dan 'introduceren ze de roetveegpiet'. Ze reizen daarna meteen door naar Moskou om de opvolger van Poetin te introduceren. En nog voor de Kerst introduceren ze een wonderbaarlijke visvangst voor de kust van Somalië en verlossen het land van de hongersnood. Sympathiek dat de partij qua Piet wil doorpakken. Maar één ding is in dit opzicht wat lastig: ze gaan er niet over. Niemand gaat erover. We hebben hier te maken met een potje vrij worstelen in ons verder zo netjes door bestuurders aangeharkte land. Twee dingen zijn na vier jaar discussie wel duidelijk: niemand kan hier een knoop doorhakken en stoere standpunten hebben een omgekeerd effect.

Ik heb een Friese moeder, een Amsterdamse vader en ik woon in Amersfoort. Ik zit dus precies in het kadastrale midden van het pietendebat. En vanaf de OLV-toren gezien denk ik maar één ding: tijd. Tijd is een handig hulpje. Hij voorkómt dat alles tegelijk gebeurt.

'

44. Koppelen

G E H E I M. JURYRAPPORT AMERSFOORTER VAN HET JAAR 2017, VOOR TE LEZEN DOOR BURGEMEESTER BOLSIUS TIJDENS NIEUWJAARSRECEPTIE OP 9 JANUARI 2018.

Dames en heren. Begin december ging er een brief door de bus bij bewoners van De Koppel. Op de eerste pagina een mooie foto van Buurtouders en 'young leaders' in de wijk. De wijk, met name het gebied rond de Meridiaan, is begin dit jaar erg negatief in het nieuws geweest. Tijdens de jaarwisseling ging het er nogal ruw aan toe. En niet voor het eerst. Er was veel ophef. De kritiek was weinig genuanceerd. Politici en anderen met een voorliefde voor 'grote stappen snel thuis' wilden de winkelstrip aan de Meridiaan al meteen slopen. Dit negatieve commentaar heeft bewoners verenigd. Zo gaat dat, een 'vijand' helpt. De negatieve beeldvorming heeft de groep bij elkaar gebracht. Ik ken dat verschijnsel uit Rotterdam. Rotterdammers - u weet het, ik heb er lang gewoond - - vinden het heerlijk om een potje te ouwehoeren over hun 'teringstad'. Er blijft dan vaak niet veel van over. Maar wanneer je als niet-Rotterdammer in zo'n gezelschap ook een duit in het zakje denkt te kunnen doen, valt de hele groep stil. Ze kijken je dan met grote weerzin aan, waarna een van de Rotterdammers tegen de anderen zegt: 'Ik geloof dat deze meneer net van plan is op te pleuren'. De vijand bindt. Amsterdam is voor Rotterdammers een zegen.

De Koppelbewoners hebben, met de gemeente, een plan gemaakt voor de jaarwisseling. Een groot aantal buurtouders en speciaal hiervoor getrainde jongeren zijn op oudejaarsavond en - nacht op straat geweest. De buurtouders waren ook aanspreekpunt voor bewoners. Ook de politie was stand by. Een prachtig democratisch initiatief. Publiek/private samenwerking op wijkniveau. Het verdient navolging. Nou, u begrijpt het intussen wel. Niet één persoon, maar deze hele buurtgroep is 'Amersfoorter van het jaar 2017' geworden. Graag wil ik de twee initiatiefnemers, Said Belkasmi en Karim Aissaoul, de prijs uitreiken. En ik zou tot slot willen zeggen: laten we veel koppelen in deze stad.

43. Stad en Dorp

Wat is een stad? Is het meer dan de geografische aanduiding van geconcentreerde bebouwing met bijbehorende bewoners? Is Amersfoort meer dan die prettig gesitueerde cirkel om de middenstip van Nederland? Meer dan een uitvalsbasis tussen A1 en A28? Meer dan een gestructureerde samenscholing van pragmatici? Ik ben er weer over gaan nadenken nadat ik verzeild raakte in een wonderbaarlijk dorpsevenement. Mijn vriendin nam me mee naar haar team dat deelnam aan de Ken Uw Dorp Quiz van 's Graveland/Kortenhoef. Er deden 36 teams mee, met elk 10 tot 15 leden. De teams kregen om 17.00 uur een enveloppe met 150 kennisvragen en een stuk of wat opdrachten die creativiteit vragen. Om 22.00 uur moest alles ingeleverd worden. In dat tijdvak van 5 uren stresten 400 inwoners naar de deadline. De vragen, de thematische taart, het tellen van bruggen, het inzingen van een zelfgemaakt volkslied, alles moest op tijd klaar zijn. Vier weken later zat het halve dorp in een afgeladen partycentrum om de uitslag te horen.

Vertaald naar de schaal van Amersfoort zouden er 700 teams moeten deelnemen om in verhouding een gelijke opkomst te hebben. Dat gaat Amersfoort - en andere steden - niet lukken. Te groot voor de dorpse saamhorigheid vermoedelijk. Maar we hebben het in de stad wel vaak over 'samen'. 't Is nu zelfs het seizoen van 'samen'. 'Samen' is het meest gebruikte woord in verkiezingstijd. Samen sterker. Samen kunnen we meer. Samen vooruit. Samen maken we Amersfoort. Dus dorpse illusies hebben we nog wel. Hoe trek je 'samen' op met 150.000 inwoners? Als het lokale bestuur vooroploopt in de polonaise kun je het schudden. Wethouders, waaronder Bertien Houwing, hebben deze week terecht de noodklok geluid over de lokale democratie. De politiek is een kopgroep zonder peloton. Dus saamhorigheid moet van burgers komen. En van dingen waar je allemaal trots op bent, zoals de binnenstad, de evenementen. Maar ook van gemeenschappelijke kennis over de stad en zijn omgeving. Misschien moeten we die kennis toch maar eens grootschalig gaan testen. Want zo'n eerste prijs voelt lekker, kan ik u melden.

42. Milieu

Toen het milieu nog niet tegen ballonnen was, liet ik er weleens eentje op, samen met mijn dochters. Op Koninginnedag. Meestal op het veld langs de Engweg in Hoogland. Het was de plek waar ook het dorpsfeest van Hoogland rond een uit zijn krachten gegroeide bungalowtent een folkloristisch bestaan leidde. Dat is intussen wel anders. Al om 08.00 's ochtends stonden wij klaar. Op commando van de burgemeester lieten we de ballonnen los. De hemel kleurde. Bij nader inzien moet ik vaststellen dat wij hier door het hoogste gezag in onze gemeente verleid zijn mee te werken aan een vorm van milieucriminaliteit. Weliswaar deed de (toenmalige) burgemeester het zichtbaar met weinig plezier, maar dat lag vermoedelijk aan het tijdstip. Tegenwoordig gaan de ballonnen op zijn milieuvriendelijkst in een groot net, vastgemaakt aan een paal. Gevangen als vogels met een vliegverbod. Wat gaan we doen, pap? We gaan ballonnen opla...... in een netje doen. En dan, pap? Danne, danne....gaan we naar die ballonnen kijken. Hoe ze allemaal zo mooi in een netje gezellig bij elkaar blijven. Leuk toch? Zullen we gaan? Eh...ga jij maar, pap, mag ik je Ipad?

Uit betrouwbare bron verneem ik intussen dat er rond de traditionele - maar ook al door het milieu verboden - kerstbomenverbranding druk overlegd wordt op het stadhuis. 'Jullie pakken ons alles af, dat pikken we niet', zo hebben woedende inwoners het stadhuis al laten weten. Er zijn oplossingen in de maak, zo is wel zeker. Naar het schijnt wordt het een stille tocht. Amersfoorters zullen met kaarsjes naar het terrein van de kerstboomverbranding lopen. Op dat terrein zal een levensgroot scherm staan, zoals we dat kennen van voetbalwedstrijden. Daar zal het Hoofd Vreugdevuren op een knopje drukken. Waarna het beginnende vlammetje op het scherm zal uitgroeien tot een groot vuur. Wie dat wil kan even langs de stand met de aromatische oliën, om zich te hullen in de geur van brandende naaldbomen. Foodtrucks zorgen voor een bedje van opgewarmde oliebollen.

41. Verhaal

Lang geleden dacht ik dat het bij verkiezingen alleen maar om inhoud draaide. En niet om de poppetjes. Ik haalde, met mijn generatiegenoten, mijn neus op voor het circus in de Verenigde Staten, waar het alleen maar ging om - toen nog - de man. De presidenten in spe draaiden daar mee met de wind die er waaide. Politiek of tandpasta, je moest het publiek naar de mond praten. Dat deden wij hier anders. Wij hadden partijen met beginselen. Onder de verkiezingsprogramma's lagen historisch gegroeide fundamenten. De samenleving was overzichtelijk gecompartimenteerd. De meeste mensen hadden een vertrouwde politieke stek. Toen ik voor het eerst mocht stemmen was dit al aan het schuiven. Ik schoof mee. Ik behoorde tot al de christelijk opgevoede studenten van de Vrije Universiteit die massaal voor de PPR vielen. Het was voor velen, ook voor mij, de tussenstap naar de PvdA van Joop den Uyl. Toen ik ongeveer zes jaar geleden mijn lidmaatschap van deze partij opzegde, werd ik gebeld door een mevrouw van het partijbureau. Of ik het niet nog even wilde proberen. Ze zag de bui al hangen. De bui die boven alle partijen hangt. Ik moest haar teleurstellen. Ik maakte me los. Werd lid van de grootste politieke beweging: de zwevende kiezers. Ik was nog steeds een kind van mijn tijd. De kiezer is intussen even beweeglijk als de consument, die van KPN naar Ziggo hopt, van Menzis naar Zilveren Kruis. De kieswijzer is de echo uit de periode dat inhoud bepalend was. Maar de personen, hun uitstraling, hun debatvaardigheid, hun vermogen om zaken te versimpelen zijn bepalend geworden. Ik ben opgehouden dit erg te vinden. Politiek is mensenwerk. Maar ik zou dan graag straks lokaal willen stemmen op de man of vrouw met een verhaal over de stad. Waar Amersfoort over 20 jaar staat. Die niet over elke scheet vragen stelt. Of gelooft in beleidsplannen waarmee je alle kanten op kan. Graag vliegen afvangt. Ik zoek de man of vrouw met het meeslepende verhaal. Sterker nog, die zelf dat verhaal ís. Dan komt het weer bij elkaar: persoon en inhoud.

40. Vrijheid

Je mag bijna alles zeggen van de Grondwet. Maar soms voel ik me geremd. Ik had het bijvoorbeeld toen Theo van Gogh werd vermoord. Je dobbert na zo'n gebeurtenis mee op de golven van ongeloof en verontwaardiging. En je neemt de sociaal wenselijke houding aan: over de doden niets dan goeds. Daags na de moord werd ik uit mijn kramp bevrijd door Remco Campert. Hij schreef: de vrijheid van meningsuiting is iets anders dan de vrijheid om mensen tot in hun ziel pijn te doen. Geen reden voor een moord uiteraard, maar van Gogh ging wat Campert betreft niet de geschiedenis in als een held van de vrije meningsuiting. Hij zei het ook namens mij.

MeToo is van een andere orde. Maar 't is ook een zaak met grote, maatschappelijke impact. Een kritische noot over het onderwerp is linke soep. Zeker als je man bent. Maar ik waag het er dit keer op. Mijn ergernis begint namelijk mijn meelevendheid te overschaduwen. De massale coming out zal misschien van historische betekenis blijken te zijn. Maar mijn ergernis zit in de hoek van de media. Bij de onbeheerste gretigheid waarmee dit onderwerp wordt opgepakt. Hinderlijk flirtende collega's liggen op dezelfde hoop als verkrachters. Oude zaken worden, opgepoetst en wel, doodleuk als nieuw gepresenteerd. En nieuwsmedia spelen voor rechter. Zo las ik bijvoorbeeld dit: 'Een docent van de Toneelacademie Maastricht is geschorst vanwege mogelijk ongewenst gedrag jegens een studente. Hoewel zij geen formele klacht wil indienen, is de toneelschool een onderzoek gestart.' Deze mogelijke vorm van ongewenst gedrag, waartegen geen klacht is ingediend en waarover nog onderzoek dient te worden verricht, haalde het NOS-journaal. Want er mag even geen potentiële handtastelijkheid worden gemist. DWDD legde de rode loper uit voor BN-er Jelle Brandt Corstius. Hij mocht een oud-collega publiek veroordelen vanwege een onbewijsbare 'verkrachting'. Misbruik en een BN-er, het is een onweerstaanbare cocktail in medialand.

Maar de vrije pers is iets anders dan de vrijheid om mensen zonder vorm van proces en fatsoenlijk onderzoek te veroordelen.

39. Steen

Ben benieuwd wat het koningspaar, lopend van de Koppelpoort naar het Eemplein, heeft gedacht. Misschien heeft Willem Alexander achter zijn hand aan Maxima gevraagd wanneer ze hier de boel gaan afmaken. Gevolgd door een koninklijke kwinkslag: 'Zul je altijd zien, Max, een dag te vroeg voor de achtbaan. Die RVD-planning deugt voor geen meter'. Bij een volgend bezoek, pakweg over 10 jaar, zal het koninklijk paar een bezoek brengen aan het 'megamuseum' aan de oever van de Eem. Dat wil zeggen, als het aan de VVD ligt. Want vandaag de dag 'prutsen wij wat in de marge', vindt de VVD. Het wordt tijd voor een 'museum van formaat'. De aanbidding van steen is diepgeworteld in de Keistad.Wat we er mee gaan doen, is van later zorg. 'Cultuur' is bij de VVD geen speerpunt, blijkt uit haar verkiezingsprogramma. De liberalen presenteren dus een grote, lege doos. Wat gaan jullie het weekend doen? We gaan naar het Museum van Formaat in Amersfoort, schijnt heel bijzonder te zijn. En wat is daar dan? Dat is het leuke, dat weet niemand. Het is zoiets als De Fundatie in Zwolle, maar dan anders.

Ook zal het koninklijk paar over 10 jaar langs enkele nieuwe woontorens lopen. Wandelend langs de zonnige Eemkade zullen ze pardoes in de schaduw belanden. Een mee schrijdende ambtenaar zal uitleggen dat hier sprake is van een stedenbouwkundige echo: een verbintenis met het Eemplein, waar je ook zo lekker in de schaduw kunt zitten. 'De historische binnenstad, het Eemplein en het Eemhuis vormen samen het kloppend hart van de stad' lees ik in het VVD-verkiezingsprogramma. Was het maar waar. Voor een kloppend hart heb je leven nodig. Ja, in het Eemhuis klopt het stadshart. Op het plein klopt het hart van de consument. En de kades langs de Eem zijn een stedelijk stiltegebied. Een hart van steen. Amendementje voor de VVD-ledenvergadering: een terras van formaat aan de oever van de Eem.

38. Lantaarn

Ze wacht beneden in de hal van de Onze Lieve Vrouwetoren. Beetje ongeduldig, verwachtingsvol. Het gaat zo dadelijk beginnen. Er gaat een deur open. Met haar hoofd naar voren duikt ze door het gat van de deuropening. Als het kind dat de baarmoeder verlaat. Met jeugdig elan danst ze de trap op, naar de eerste stop, de beiaard. Ze timmert wat op het oude klavier en ze eet een krentenbol. Dan moet ze verder. De spielerei is voorbij. De benen zijn al minder soepel. Haar linker enkel protesteert. Dan komt ze, bezweet, op de eerste omloop. Ze ziet het huis waar ze woont, het kinderdagverblijf waar ze werkt, het oude ziekenhuis waar haar moeder stierf. Maar ze ziet niet alles. De vertes laten veel te raden over. Ze is te druk en te ongedurig om er lang bij stil te staan. Ze klimt weer. Het lijkt wel of ze bij elke stap ouder wordt. Maar ze klimt door en komt op de tweede omloop. De hemel is nagenoeg wolkeloos. Het zonlicht op haar 58-jarige gezicht verraadt de langzame intocht van grijze haren. Ze zit er niet mee. Het uitzicht is prachtig. 'Kijk, daar, St Joris - nu San Georgio - ons bruiloftsfeest. En hier beneden bij het theater, ons favoriete terras', roept ze. Ze ziet ook haar jonge kleinkinderen spelen bij Zandfoort aan de Eem. In gedachten trekt ze een denkbeeldige lijn langs de Amersfoortse plekken van haar levensgeschiedenis. 'Kunnen we nog hoger?' vraagt ze lachend.

Ook zag ze toen, zo'n vier jaar geleden, de contouren van Utrecht, maar het UMC zat nog niet in haar blikveld. Wel haar geliefde, witte huis, waar ze een paar jaar later afscheid moest nemen van mij en onze dochters. Kunnen we nog hoger? vroeg ze. Ja, dat kon ze. Ze is nu verbonden aan het hoogste punt van de toren, de herinneringslantaarn. Het is het nachtelijke licht waaraan de nagedachtenis van al meer dan honderd overleden Amersfoorters is gekoppeld. Hun nabestaanden waren afgelopen zondag samen in Theater De Lieve Vrouw. Om stil te staan bij hun levens. Dat was mooi. Ik was erbij. Zij ook.

37. Roeptoeters

Politieke herrie. Hans van Wegen. Hij zou het verhaal over financiële problemen van de Amerena-aannemer hebben verzonnen. We bellen even met onze politiek commentator. "Tja, types als Hans van Wegen noemen wij in het vak 'roeptoeterpolitici'. Ze zijn een product van ons falende, politieke systeem". Hoezo? Is het niet gewoon vroeg verkiezingslawaai? ''Dat ook. Maar er is meer. Ik las een oproep van D66-er Kees Verhoeven om straks in Amersfoort te stemmen 'op iemand die je kent'. Een dorpse droom. Verreweg de meeste kiezers hebben nog nooit een politicus van dichtbij gezien. Er zijn 39 raadsleden in Amersfoort. Zij vertegenwoordigen 114.000 kiesgerechtigden. De gemiddelde Amersfoortse burger moet dus volgens Verhoeven 3000 lokale kennissen hebben. En een grote tuin." Maar het gaat uiteindelijke toch om de verkiezingsprogramma's van de partijen? "Alweer een sprookje. Een verkiezingsprogramma is als oma's koffiepot. Je wilt hem niet wegdoen. Maar niemand leest het. Politieke partijen zijn leeggelopen. Hun rol in de vertegenwoordigende democratie is achterhaald." Toe maar. Maar wat heeft dit te maken met roeptoeters? "Het politieke landschap is versplinterd. Na de verkiezingen komt er een college-akkoord. Deze partijpolitieke hutspot wordt het baken voor een groepje bestuurders. Formeel allemaal dik in orde. Maar de kiezers verdwalen in de mist. De oppositie kan zich dan mooi profileren. De roeptoeterpolitici zijn in het voordeel: ze geloven namelijk in het principe dat je een lekker verhaal beter niet kunt doodchecken. En dankzij publiciteit krijgen ze bekendheid. Meer dan anderen. Volgens de 'oude politiek' zijn het politieke oproerkraaiers. Dat zijn het natuurlijk ook. Maar zelf zitten ze braaf te zijn in het stadhuis, met een fictief mandaat." Pardon? "Het mandaat hapert aan alle kanten. De helft van de kiezers doet bovendien lokaal niet mee. Heeft de fungerende democratie nog een hardere schop onder de kont nodig? Ik zou zeggen: geen tijd te verliezen, doe bijvoorbeeld veel meer met die duizend burgers van de G1000." Waarom? "De kans dat je er daar eentje van kent is een stuk groter".

36. Toedeloe

U kent ze wel, de stadsberichten. Ze vormen een katern in het weekblad Stad Amersfoort. Je vindt er officiële bekendmakingen. Zodat we gewaarschuwd zijn voor 'het wijzigen van een entreedeur van een winkelpand in de Hellestraat'. Verder de raadsagenda, duurzaamheidstips, informatiebijeenkomsten, de WOZ-waarde. Alles wat de gemiddelde mens saai vindt. Een soort zendtijd voor politieke partijen. Die vind je tegenwoordig in het Siberië van Hilversum: op nachtelijke tijdstippen of elders waar een instorting van kijkcijfers geen kwaad kan.

De gedichten van de Amersfoortse stadsdichter - nu Eva Vleeskruyer - staan ook in het Siberische katern. De stadsdichter is aangesteld door de gemeente, zodat haar verplichte productie een plek krijgt tussen de gemeentelijke bedrijfsmededelingen. Erger kun je als dichter niet verstopt worden. Van zakelijke mededelingen kun je zeggen dat ze nuttig zijn. Toen de mensheid nog nauwelijks geletterd was, werd de dichtvorm gebruikt voor kennisoverdracht. Maar dat is lang geleden, hoor. Poëzie staat niet meer voor nut, maar voor schoonheid, gevoel, reflectie. Als ik stadsdichter was zou ik zorgen dat ik een plek kreeg in de rubriek 'vertrokken met onbekende bestemming', de gemeentelijke mededelingen over mensen die niet meer op hun ingeschreven adres wonen. Ik zou vervolgens in het krantje een verhuisgedicht plaatsen.

U dacht misschien: een wekelijks gedicht

Dat past hier wel, als olie bij azijn

We zitten vast wel op de goeie lijn

Gedicht rijmt immers mooi op stadsbericht


Maar 'k gooi hier enkel parels voor het zwijn

Ik doe het, want het is mijn droeve plicht

Maar 'k ben een badgast die op stenen ligt

Die waterlelies plant in de woestijn.


' t Is mooi geweest, de groeten, 'k ga verkassen

Het kan me nauw'lijks schelen waarnaartoe

Een dichter is geen schutting, snappez-vous?

Ik ga mijn poëzie in bomen krassen

Ik ga mijn regels schreeuwen op terrassen

Maar in dit krantje nooit meer, toedeloe!


35. Bedelman

Een onbekend telefoonnummer. Ik neem op. Aan de andere kant van de lijn klinkt een net iets te enthousiaste stem. 'Goedemorgen meneer Groenendijk, hoe is het met u?' Geen idee wie het is. Heb het donkerbruine vermoeden dat de bedelbranche mij weer gevonden heeft. De man is duidelijk op cursus geweest. De gewenste opening heeft hij goed onthouden: begin persoonlijk, maak duidelijk dat je geïnteresseerd bent in de klant, vraag bijvoorbeeld hoe het met hem is. 'Goed. Met u?' Dat antwoord staat niet in zijn lijstje. Wel iets anders: de klant heeft geen behoefte aan een lullenpraatje. Schakel in dat geval door naar het doel van je gesprek. Niet te snel, want dan kan de klant nog makkelijk afhaken. Hou hem aan de praat. Dan groeit het commitment. 'Wat fijn, meneer Groenendijk, dat u de Hartstichting al jarenlang steunt'. De bedelman laat een pauze vallen. Ik geef geen krimp. En overweeg een afsluitend 'leuk dat u gebeld hebt, dank u wel'. Maar ik laat hem zijn cursusmateriaal afwerken. 'Wat is uw overweging ons te steunen, meneer Groenendijk?' Het ge-meneergroenendijk begint nu lelijk te jeuken. Maar de bedelman zit goed op cursuskoers. Hij laat de klant zelf zeggen waarom de Hartstichting zo belangrijk is. Het verkort de route naar zijn portemonnee. Mijn antwoord wordt dan ook met vreugde ontvangen. 'Meneer Groenendijk, wat fijn dat u dat zegt'. Ik ben binnen. Het net hangt om mij heen. De bedelman gaat nu ophalen. Hij geeft een kort college. Over de goede dingen die met mijn geld gerealiseerd zijn. Maar - en nu volgt de lang uitgestelde kernboodschap: 'er is meer geld nodig, meneer Groenendijk'. Nu mag ik. Ik beloof dat alles goed komt als hij mij eens per jaar een acceptgiro stuurt, mij niet lastigvalt met al die tussentijdse bedelpost en nooit meer belt. In ruil voor een telefonisch overeen te komen machtiging wil de bedelman een eind met me mee gaan. Dan is meneer Groenendijk hem zat.

34. Wapperen

Het WK Opgieten in Soesterberg? Ik wist al wel van het WK Armpje Drukken. Je kunt eraan deelnemen als linksarmige, als rechtsarmige en als éénarmige. De éénarmigen hebben meestal iets te fanatiek meegedaan aan één van de twee andere categorieën. Donald Trump en Kim Jong-un doen volgende keer ook mee. Bij leven en welzijn. Ook ken ik de Finse gewoonte van mannen om een hardloopwedstrijdje te doen met hun vrouwen op de rug. Het is voortgekomen uit een Fins veroveringsritueel. En is uitgegroeid tot een wereldsport. Met deelnemers uit 35 landen. Zwemmen met hindernisbaan is tegenwoordig wat minder populair, maar was ooit een Olympische sport. In het Engelse Wells is er elk jaar een man-tegen-paard-marathon. Maar de internationale gemeenschap is er nog niet rijp voor. Dat geldt ook voor het - eveneens Engelse - kampioenschap 'kaasrollen'. Sportinnovatie heeft tijd nodig. Ook ons eigen wc-pot-gooien is, ondanks de koninklijke deelname, nog niet echt doorgebroken. En het lukt de Belgen maar niet om het kampioenschap 'dronken vissen' te exporteren. Maar dan ineens is er wél het Wereldkampioenschap Opgieten. Het was afgelopen weekend in het Soesterbergse Saunatheater. Want dat bestaat. De zwetende toeschouwers genoten van zestien opgietshows. Iets met saunameesters, etherische olie, lavastenen, wapperende handdoeken en warmtebeleving. Ik heb, met uw welnemen, de voorstellingen laten lopen. Ook ben ik niet echt de ideale deelnemer aan samenscholingen in een park waar gezamenlijk de zon wordt gegroet. In het kader van de Amersfoortse, culturele diversiteit is zo'n zonnegroet in park Randenbroek vast een aanwinst, maar persoonlijk ben ik van mening dat de zon eerst maar eens wat vaker zelf moet groeten. Dan praten we wel weer verder. Wel doe ik graag mee aan het Amersfoortse wedstrijdje tussen auto en fiets. Er was zaterdag een proefcompetitie. Wie het snelst van A naar B gaat. Het zou wat mij betreft een jaarlijks evenement moeten worden. Waarbij de fiets elk jaar terrein wint. Met wapperende shirts. Desnoods inclusief fietsbeleving.

33. Bus

Is busvervoer net zoiets als straatverlichting? Als het om lantaarnpalen gaat zit de overheid aan de knoppen. Het is ook lastig om de kosten van die verlichting individueel af te rekenen. Bij bussen ligt dat anders.

In Leusden en in het Amersfoortse Soesterkwartier zijn bewoners in opstand gekomen tegen 'onzalige' besluiten van Syntus om buslijnen te schrappen. Gedupeerden doen een beroep op de overheid om financieel bij te springen. Ook de Amersfoortse SP wil dat er extra overheidscenten op tafel komen. Met deze kwestie bevinden we ons weer eens in het grensgebied van de verzorgingsstaat. Er loopt maar één spoor naar Zeeland. Het eindigt in Vlissingen. De trein stopt bij plaatsen die langs deze route liggen. Maar de trein gaat niet naar Zierikzee of Terneuzen. Ze hebben daar wel straatverlichting. Als je vanuit Amersfoort met het openbaar vervoer naar Zierikzee wilt, ben je 3, 5 uur onderweg. Niet alle Nederlanders kunnen dus in de buurt op de trein stappen. Kwestie van kosten en baten.

Het openbaar vervoer is publiek/privaat georganiseerd. Syntus is vijf jaar geleden al bijna failliet gegaan aan een te royaal aanbod bij een aanbesteding in Oost-Nederland. In rode cijfers hebben ze daar geen zin meer. De overheid kan theoretisch alle onrendabele verbindingen subsidiëren. Maar de overheid is ook maar een mens. Ze wil veel, maar kan niet alles. En zo kan het dus gebeuren dat een oude, eenzame vrouw op zondag niet meer met de bus naar haar kinderen kan. Hard 'boe' roepen naar de overheid helpt niet. Het is een reflex uit voorbije tijden. Toen het sprookje van de alles regelende overheid nog regelmatig werd voorgelezen voor het slapen gaan. Vier jaar geleden is in Den Haag de participatiesamenleving gelanceerd. Of we voortaan wat meer zelf willen oppakken Zou ook zomaar een sprookje kunnen worden. Maar voorlopig lijken mij doe-het-zelvers de enige redding voor die eenzame, oude vrouw.

32. Brand

Zondagochtend 25 november 1990. Telefoon. Fons Asselbergs. Wethouder met onder meer de culturele portefeuille. In die hoedanigheid ook voorzitter van het Flint-Bestuur. De Flint wordt nog bestuurd door een gemeentelijke commissie. Ik zit er een tijdje in. 'De Flint is vannacht afgebrand'. Goedemorgen. De schrik duurt een halve minuut. Maar al snel weet ik - weet iedereen, zonder het hardop uit te spreken - dat dit het beste is dat De Flint kan overkomen.

De Flint was een doos uit de jaren zeventig. Architect Onno Greiner, bejubeld voor zijn ontwerp, was er uitstekend in geslaagd alle jeu, al het pluche en al het theatergevoel uit het ontwerp weg te democratiseren. Om de drempel maar zo laag mogelijk te maken. Beton, beton, beton. Ik heb er nog pijn van in mijn kont. Eén ding was dus goed aan de oude Flint. Hij kon in de fik vliegen. Toevallig stond in die dagen de toneeltoren al enige tijd op de agenda, gekoppeld aan een hinderlijk hoog bedrag. Ook meteen opgelost. De Flint werd in 1977 de opvolger van de Markthal en vooral het Grand Theater. Als Amersfoortse scholier beleefde ik in dit oude Grand theater schoolconcerten. Ik zag er een pianist die op muziek van Chopin dravende paarden tot leven wist te wekken. Aan de overkant van het Grand zat de Amersfoortse Courant. Achter het glas hingen de actuele pagina's. De lichtkrant van toen. De Snouckaertlaan was eigenlijk het Broadway van Amersfoort. Het Grand Theater schakelde, met de komst van De Flint, volledig over op film. Het gebouw was niet toegesneden op de eisen van een moderne bioscoop. Maar daar hebben we in Amersfoort een oplossing voor. Brand. Het was 1988. Hierna konden andere bioscopen in Amersfoort worden gesloten en werd het Grand, nu Vue, een bioscoop met een groot aantal zalen.

Ik bedoel maar te zeggen: bij het denken over een nieuwe cultuurvisie zou ik de Amersfoortse fikfactor niet onderschatten.

31. Terugkijken

'Moet je horen, ga ik ook eens met de trein naar Utrecht. Sta even te wachten op het perron. Kijk uit verveling naar een reclamebord. Blijkt dat bord terug te kijken. Het staat daar gewoon te tellen hoeveel mensen er naar hem kijken. Want mijn kijktijd, ook al verveelde ik me te pletter, schijnt interessant voor de adverteerder. En het bord weet nu ook dat ik een man ben van rond de 50. En wat denk je? Ik loop weg, en er kan er nog geen bedankje af. 't Is een schande. De privacy is definitief door de plee getrokken. '

Bas is nogal snel opgewonden, dus ik probeer hem te kalmeren. 'Joh, je hebt drie weken op de camping gezeten. Waar iedereen elkaar dagenlang zit aan te gapen. Wat is je probleem?' 'Ja, dat is vakantie hè, dat is wat anders. Daar kies ik bovendien zelf voor. En ik heb een windscherm'. Ik pak mijn mobieltje en begin Bas te filmen. Hij kijkt me even aan en zegt: 'Ja, ik weet heus wel wat je bedoelt. Maar jij mag mij niet zonder toestemming filmen, dat weet je zelf ook wel'. 'Ja', zeg ik, 'dat weet ik, maar hoeveel mobieltjes zijn er dagelijks om jou heen? Kun jij praktisch gesproken verhinderen dat je wordt gefilmd? Misschien zijn ze je wel aan het volgen, met een ploeg van 100 mobieltjes. Voor Bas The Movie'. Bas kan er niet om lachen. 'Jij altijd met je theoretische gelul. Het klopt gewoon niet, zo'n reclamebord'. Ik laat even een pauze vallen. 'Je zit op Facebook, hè. Is dat ook niet zo'n reclamebord dat terugkijkt? En als je bijvoorbeeld googelt op 'dekbedhoes' word je dan niet wekenlang digitaal achtervolgd met dekbedhoezen? Waarom accepteer je dat allemaal dan wel?' 'Omdat ik daarvoor kies', beëindigt Bas de discussie en loopt weg. 'Theoretisch', wil ik hem nog naroepen. Maar ik laat het maar. Ik ken hem. Ontploffingsgevaar.

30. Wapen

Er gaan dagen voorbij dat ik niet aan St Joris denk. Terwijl hij de beschermheilige van mijn stad is. Een jonkvrouw verlossen uit een burcht, ik zou het graag een keer nadoen. En dan eerst de draak een kopje kleiner maken. Gewoon omdat hij in de weg loopt. Op de burcht van deze jonkvrouw stonden witte vlaggen met daarop een rood kruis. Dit kruis werd het wapen van Amersfoort. Nou ja, de onvermijdelijke, flankerende leeuwen kwamen erbij. Plus de slagroom in de vorm van een kroon. In het huidige logo van de gemeente zijn leeuw en kroon wazig op de achtergrond aanwezig. Zo gaat dat, je moderniseert maar je wilt het oude behouden.

In Leusden hebben ze dat ook geprobeerd. Ze hebben een logo-oorlogje achter de rug. Leusden heeft een polderwapen: een zilveren kruis vanwege het vroegere Sticht Utrecht, plompebladeren uit de vroegste periode van het zelfstandige Leusden, een schuinkruis van de ridder uit Lockhorst en - die konden er ook nog wel bij - zes lelies van Stoutenburg, dat vanaf 1969 bij Leusden hoort. Kroontje erop, klaar. Tegenwoordig noemen we dit een stripverhaal. Van dit wapen is vervolgens een logo gemaakt. Dat leek erg sterk op het wapen, maar was het net niet. Dus is Leusden logomatig bezien nog verder van huis geraakt: een warrig logo, dat ook nog eens historisch onjuist is. Een extern bureau mag het gaan oplossen.

Het kruis van Amersfoort is goed beschouwd een groot plusteken. De stad zag zichzelf dus van oudsher al als een groeistad. Heldere boodschap. Al is het met zo'n grote plus weer niet de bedoeling dat je onder financieel toezicht komt van de provincie. Nu Amersfoort voor zijn groei Vathorst West in het vizier heeft, staan er nogal wat draken klaar: aannemers in een riante onderhandelingspositie, stankoverlast en nog een paar meer. Dus misschien is het een goed idee de blik ook op het zuiden te richten. Want ooit zal het komen, het nieuwe wapen: vier plompebladeren in het kruis.

29. Hazenpad

Hoe hoog kunnen reeën springen.? Het prikkeldraad is dan wel weg, maar het ecoduct bij Soesterberg wordt nog altijd aan twee kanten afgesloten met een hek van een dikke meter hoog. Op zich begrijpelijk dat je een bouwwerkje van 20 miljoen niet zomaar voor Jan en Alleman openstelt. De bedoeling is om mountainbikers en ander volk te weren. Met een hek van 1.20 hoog. Dat zal ze leren.

Op het ecoduct wordt van een afstand maar zelden een dier gespot. Het is een eldorado voor kruipers. Vermoeden we. We moeten vrezen dat de kosten per overstekende boskrekel ver boven het gemiddelde taxitarief liggen. Elders in het land zijn wel pogingen gedaan het verkeer op de ecoducten in kaart te brengen. Dat lukt niet erg. Het is bewerkelijk en dus duur. Aantallen zeggen bovendien niet alles. Want voor hetzelfde geld loopt er een hazenfamilie elke dag over het ecoduct en weer terug. Even bij opa en oma langs. Dat levert op jaarbasis 2000 bewegingen op, maar nog altijd maar zes dieren. Een duur hazenpad. Ook is nog niet duidelijk of de 66 ecoducten in Nederland effect hebben op het overleven van diersoorten. Al met al zijn de ecoducten vooralsnog even sympathiek als onrendabel. Gelukkig ligt er hier en daar een fietspad langs. Zodat de fietsende mens er ook plezier van heeft. Niet alleen de Gazelles.

Reeën kunnen natuurlijk met gemak over een hekje van 1.20 springen. Maar in de wereld van de herten speelt iets anders. Al jaren staan ze sierlijk afgebeeld op borden langs de wegen. Daar zijn ze trots op. Ze zijn net als wij. Wij klimmen ook liever een berg op dan dat we in zo'n suffe kabelbaan omhooggaan. De reeën zijn gaan houden van het wilde oversteken. Van het gevaar. Van hun portretten langs de weg. Ecoducten zijn voor angsthazen.

28. Dutje

Ik lig languit in het gras. Om mij heen het groen van Landgoed Schaep en Burgh in 's-Graveland. Het is de locatie van Wonderfeel, festival voor liefhebbers van klassieke muziek. Ik heb deze zaterdagochtend een artikel gelezen over festivals in Nederland. Het wordt allemaal wat veel voor ons kleine land. In de grote steden worden vergunningen geweigerd. Te veel herrie en overlast. Geen geld meer voor opnieuw een blik agenten die de boel in het gareel moet houden. Van die dingen.

Maar ik lig in het gras. In de nabije tent is het volle bak. Er speelt een pianist. Nou ja, af en toe beroert hij de toetsen. Hij is van de slow music. Achter mij zitten stelletjes op zelf meegebrachte stoeltjes. Hun aandacht verslapt. 'Gaan jullie nog naar Frankrijk deze zomer?' 'Nee, dit jaar niet. Het huis staat onder water.' 'Wat? Regent het daar zo erg!?'

Er gaan meer mensen in het gras liggen. Vorig jaar waren er 934 festivals in Nederland. Het zijn evenzovele smaken, thuishavens, miniwereldjes. Feestelijk verpakte zuiltjes in het Nederland van vandaag. Er is al een woord voor: festivalisering. Het betekent dat we er met zijn allen één groot feest van maken. Daar ben ik niet tegen. Wonderfeel, een half uurtje rijden vanaf Amersfoort, is een parel. Nergens is klassieke muziek zo leuk en toegankelijk. Al moet je er soms uit je muzikale comfort zone stappen.

Ik lig in het gras. De pianist speelt nog altijd maar heel af en toe een loopje van 2 seconden. Zou de partituur steeds wegwaaien? Ik kan het niet zien vanaf het gras. De pauze na de laatste klanken duurt nu wel heel lang. Voorzichtig begint iemand te klappen. De rest volgt. Als ik opsta blijkt de helft van het zittende publiek verdwenen te zijn. Het grasveld daarentegen ligt bezaaid met festivalgangers. Het effect van een muziekstuk dat gedomineerd wordt door rusttekens. Dut in D klein.

27. Dromen

Het is mooi weer, ik fiets graag, dus ik ging voor een werkbezoekje naar Deventer. Want ik moet op deze plek nu eenmaal af en toe een mening geven. En dan kan een fundament geen kwaad.

Het stadhuis van Deventer heeft een prijs gewonnen. Het beste gebouw van Nederland. Prijs van de architectenbureaus. Het is ook een wonderbaarlijk goed gelukt gebouw. Mooi, functioneel, origineel, uitnodigend, goed geïntegreerd in de oude binnenstad. Het is een product van een dromer. En van een college dat zich niet gek liet maken door protesterende burgers en meehuilende raadsleden. Het gebouw is er gekomen dankzij verbeelding, moed en een fors budget. Het probleem van het Amersfoortse stadhuis is niet dat de verbouwing 30 of 40 miljoen gaat kosten. Het probleem is dat het in de hoek van het groot onderhoud zit. Dat er naar het schijnt geen enkele poging wordt gedaan het gebouw de stad in te duwen. Of de burgers het stadhuis in te trekken. Er speelt maar één vraag: verbouwen we hier of bouwen we daar? En dan is er ook nog die klassieke dorpsruzie. Ondernemers zijn tegen de verbouwing. Ze gaven een negatief advies. Want ze bouwen liever. En speelden in op sentimenten van burgers. De VVD is meteen van de leg geraakt.

Maar de verbeelding? Gelukkig hebben we Willem van Gaal, binnenstadbewoner. Hij wil het water terug op de Stadsring. En heeft een plan. Ik kom nog wel eens in andere steden met een middeleeuwse kern. Je ziet daar wat de singels met het water aan de buitenkant van het centrum doen. Een stadsboulevard maakt het centrum ook groter. En als Amersfoort ergens een probleem heeft - 180.000 inwoners over 20 jaar - dan is het wel zijn veel te kleine binnenstad. Willem van Gaal is de dromer van deze zomer. Die zomer mag van mij heel lang duren. Er zullen wetten zijn. En praktische bezwaren. Allemaal tot uw dienst. Maar mag de verbeelding ook weer es een keer mee doen?

26. Brug

Zat er een komkommer in het mechaniek van de Koppelbrug? De brug ging open en bleef tien centimeter boven de grond hangen. Curieus zomernieuws. En vooral dan het commentaar van de woordvoerder. 'We hebben geen idee hoe het komt, maar we kunnen stellen dat het niet gevaarlijk is om over de brug te rijden.' Die hond heeft dan wel uw vinger afgebeten, maar we kunnen stellen dat hij poeslief is. De caravan is door zijn assen gezakt, maar we kunnen stellen dat hij nog altijd als een zonnetje achter uw auto hangt.

Het vakantieseizoen is miraculeus geopend. We gaan ons even nergens druk meer over maken. Dus ook niet over de nieuwste groeiprognose. Dat we in 2040 met 180.000 zijn in Amersfoort. Waar we die 30.000 nieuwkomers gaan laten, dat zien we na de zomer wel weer. Als ik in Soest of Leusden woonde, zou ik me druk maken over annexatie. Maar dat zou ik ook pas na de zomer doen. Want de zomer is bij uitstek het seizoen waarin je tot je eigen verbazing in de stilstand der dingen gaat geloven. Dat alles blijft zoals het is. Je duikt in een stapel boeken. Je klimt een berg op. Je kijkt weer es naar de sterren. Je volgt de zonsondergang alsof het een nieuwe Netflix-serie is. Hooguit zijn er momenten dat je toch even aan september denkt. Zomaar, als een donderslag bij heldere hemel. Bijvoorbeeld op de Grote markt in Antwerpen, de huiskamer van de Vlaamse hoofdstad. Je blik valt op de Brabofontein. En op de bronzen Brabo die de hand van de reus wegwerpt. Je denkt meteen aan het kunstwerk op de Hof en mompelt: kut, ik ben wethouder.

De zomervakantie is een brug tussen drukte en drukte. Soms gaat hij onbedoeld een stukje open. Mijn woordvoerder laat weten dat we geen idee hebben hoe het komt. Maar dat u gerust op vakantie kunt gaan.

25. Koffie

Zo af en toe maak ik wel es een zinloze wandeling. Zonder boodschappentas, nergens heen. Zó zinloos dat je denkt: moet ik vaker doen. Al is het natuurlijk ook weer niet de bedoeling dat je zin krijgt in zinloze wandelingen. Tijdens zo'n wandeling zie je de gekste dingen. Zo zag ik ergens in de verte hoe jonge mensen hard aan het lachen waren. Ze verzamelden stenen. Even later renden ze weg. Ze hadden de stenen gierend van de lach door de ruiten van een school gegooid. Ik liep verder en kwam in een straat waar buren het kennelijk niet goed met elkaar kunnen vinden. De tyfushoeren en krijg-de-kankers waren niet van de lucht. Ze zwegen pas toen één van de buren met een mes kwam aanzetten en dit dreigde te parkeren in het lichaam van de schreeuwlelijk die naast hem woont. Ik liep de Mediamarkt in. Daar vind je veel zinloze dingen. Bijvoorbeeld de rij televisieschermen die allemaal hetzelfde beeld geven. Ik werd 20-voudig bediend met beelden uit Aleppo, vluchtende en reddeloze mensen, kinderen met door angst getekende gezichten. Toen ik weer buiten was, zag ik vier jongens staan. Ze keken over de schouder van een vriendje met een tablet. Ik herkende de samenzweringshouding: porno. Verderop waggelde een man in versleten kleding de Lidl uit, met een tas vol blikjes bier. Eén ervan had hij alweer open. Kort daarna wierp hij het lege blikje in de tuin onder een rozenstruik. Ik zette koers richting huis. Ik passeerde een koffietent waar zojuist een walm van wiet naar buiten kwam lopen. Ik drink liever andere koffie, dus liep door. Weer thuis keek ik op de plattegrond van Amersfoort en zag wat ik vermoedde: alles wat ik had gezien bevond zich op minder dan 250 meter van een middelbare school. Behalve dan die koffie verkeerd. Arme kinderen. Het complete leven voltrekt zich potdomme in de onmiddellijke nabijheid van hun scholen. Het zou verboden moeten worden.

24. Fontana

'Goedemorgen meneer Bernini, fijn dat u even langs kan komen' 'Met alle plezier, Uwe Heiligheid Urbanus, ik ben zeer vereerd en overweldigd door uw nabijheid'. 'Gaat u zitten, waarde Bernini, mag ik u een kapucijnse koffie aanbieden?' 'U bent zeer ruimhartig, Heilige Vader, deze Weense traktatie is een streling zijn voor mijn Napolitaanse tong' 'Dank dat u mijn opdracht met voortvarendheid hebt volbracht. Het wordt hoog tijd dat het onbeduidende fonteintje op het Piazza di Trevi een waardige opvolger gaat krijgen. Ik heb uw tekening bestudeerd. Uw fantasie en ruimtelijke inzicht zijn opzienbarend' 'Dank u. Ik bloos tot achter mijn oren. Ik zet mijn bescheiden talenten graag in ter meerdere glorie van Uwe Grootheid' 'Over grootheid gesproken, Bernini, ik heb mij een voorstelling geprobeerd te maken van de nieuwe fontein. En vraag mij af: kan het een paar ons minder? Er blijft van het plein verder niet veel over op deze manier. Ik vrees dat ik ook gelazer krijg met kooplieden. Mensen moeten eten, Bernini.' 'Mijn paus, mijn opdrachtgever, U bent de maat der dingen. Ik wil u niet tegenspreken. In alle bescheidenheid werp ik slechts op dat ook beeldhouwkundig spektakel de honger stilt, de honger van mensen naar het mooie, het bovenaardse. Een onbeduidend plein kan zomaar een attractie worden, úw attractie.' 'Hm, je bent een handige prater, Bernini. Ik denk er nog even over na. Ga jij maar eens nadenken over een proefmodel op ware grootte, van boomstammen of zo. Dan praten we verder'

Het duurde hierna nog een dikke eeuw voordat de Trevi Fontein werd ingewijd. Bernini en paus Urbanus VIII waren al lang overleden. Misschien is het een idee om in de aanloop naar de Amersfoortse gemeenteraadsverkiezingen van onze toekomstige bestuurders modellen van triplex te maken. We zetten ze dan met zijn allen rond de stadbron op de Hof. Kunnen we alvast beoordelen of ze er een beetje besluitvaardig uitzien.

23. Huis

De verbouwing van het stadhuis moet duurder worden. Want de toekomst vraagt om meer dan een bestuursgebouw.

In de muziek versmelten culturen. In het eten niet minder. De telefoon is ook een camera. De televisie een computer en omgekeerd. Boekhandels doen aan horeca. Tuinen zijn theaters. Dingen zijn nier meer wat ze zijn. Hybride, noemen we dat. Vertrouwde, uiterlijke verschijningsvormen zijn verraderlijk. En geweest. Het is multi wat de klok slaat. Let maar op: via stoplichten krijgen we binnenkort in het middelste rondje het laatste nieuws.

Het Amersfoortse stadhuis moet worden verbouwd. Logisch. Het staat er alweer ruim 40 jaar. En dat kost een paar centen. Het is gebruikelijk dat er dan kritiek komt. We hebben het namelijk over de overheid. En 'onze' centen. Dat doet maar. Het is ook een dankbaar onderwerp voor populisten. Ze zijn nooit te beroerd om met hun specialisme - lucht - weer een vuurtje aan te blazen. Maar die verbouwing is natuurlijk gewoon nodig. We laten thuis de boel ook niet versloffen. Maar strakjes moet het verbouwde gebouw weer de nodige decennia mee. Dan heeft het weliswaar een keurig energiestempel, maar is het ook verder toekomstvast? Het zit nu in de categorie ziekenhuis: je komt er als het niet anders kan. Want in 2017 moet je nog steeds aan balies staan voor paspoorten en noem maar op. Die hele hal met zijn nummertjes en wachtbankjes is levend verleden. Dus straks komt er niemand meer. Dan is het gebouw van hullie, niet van ons. Maak het gebouw van ons. Een huis van de democratie. Maak van de hal een grand café. Desnoods inclusief balies. Plus een speakers' corner. Zorg dat de G1000 zichtbaar is. Zodat dit visionaire initiatief uit de marge verdwijnt. Maak van die deprimerende raadzaal een theater. Vergader daar als de oude Grieken. En geef daar ook de amateurkunst ruim baan. Dus maak die verbouwing alsjeblieft duurder. Dan wordt het stadhuis een huis van de stad.

22. Stilte

Wie stilte wil heeft herrie nodig. Ik schrijf dit op Terschelling. Vorige week was het hier stil. Deze week is het eiland een podium. Oerol. Het is de grootste theatrale uitspatting van Nederland. Wanneer hier iemand dood neervalt, staat er meteen een kring mensen omheen. Zij zijn benieuwd hoe het verder gaat. Ik ben hier niet voor de stilte. Maar je kunt hem zelfs nu vinden. Afgezonderd, in de duinen. Dat is de mooiste stilte. De stilte aan de rand van het lawaai. Gevlucht geluid.

Ik herinner me een scene van Bert en Ernie waarin ze aan kinderen uitleggen wat de stilte is. Bert begint keihard te schreeuwen en op trommels te slaan. Zó lang en hard dat Ernie er gek van wordt. Dan ineens houdt hij op. Het is muisstil. Hoor je de stilte, Ernie?

In de Amersfoortse regio is de stilte inzet van bestuurlijke onderhandelingen. Want lawaai is volgens wetenschappers oorzaak van slapeloosheid en andere ongemakken. Je kunt doodgaan aan lawaai. Het voordeel van een lawaaiige stad is dat je er - volgens de Wet van Bert en Ernie - de mooiste stiltes aan kunt vastknopen. Maar dan heb je ruimte nodig. Ruimte die je ook nodig hebt voor woningbouw. Woningbouw is lawaai. Bij de verdeling van woningbouw in de regio gaat het om de vraag: wie houdt de meeste stilte over? Leusden heeft al een brutale graai in de stiltepot gedaan. Amersfoort heeft op zijn beurt niet veel zin in de westelijke ontgroening van Vathorst. De stilte is een gat in de markt. Het Nederlands Bijbel Genootschap heeft al een 'digitale retraite' bedacht. Bijbelse overpeinzingen die voorzien in de behoefte aan 'innerlijke stilte'. Ook een idee: gewoon lekker doorbouwen met die woningen en bij de oplevering gratis een usb-stick met voor 10 jaar digitale retraites. Je kunt natuurlijk ook op het platteland gaan wonen. Daar is het altijd stil. Categorie eeuwige stilte. Ik zou er snakken naar lawaai.

21. Veertien

Er zijn dingen waar ik niks van begrijp. Ik ben het afgelopen weekend op Lepeltje Lepeltje, het foodfestival van Amersfoort. Ik kom daar voor de band die Lubbertus Brugge bijeen heeft gesprokkeld om het hele Beatles Album 'Sgt Pepper's Lonely Hearts Club Band' te spelen. Vijftig jaar geleden zag het album het licht. Het is druk. Ik word meegevoerd door de stroom mensen. Ik ben verbaasd. Heb namelijk net enkele keukenwinkels bezocht en begrepen dat mensen erg gesteld zijn op luxe. Kookeilanden, kokendwaterkranen, stoomovens. Veel festivalbezoekers zitten in het gras. Met een plastic beker bier. En een broodje tussen een servetje. Ik loop door, bots af en toe frontaal op een andere bezoeker - tepeltje tepeltje - en ga in de rij staan voor muntjes. Want zonder muntjes geen food. Ik vraag me af wat mensen hier brengt. Vijf minuten lopen en je zit op een terras met een veel lekkerder biertje en beter en goedkoper eten op een bord. Wat is het? Waarom voel ik me hier niet thuis? Is het mijn aversie tegen de food hype? Met zijn fluffy broodjes, zijn raw-food en zijn boerenkoolspruitjes? Wat doe ik op deze uit de hand gelopen picknick?

Ik vind een plek met goed uitzicht op de Sgt Pepper-band. Ik bedenk dat dit Beatles-album Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh inspireerde tot het album Picknick. Even later sta ik mee te zingen met de liedjes van Sgt Pepper. Vijftig jaar geleden zong ik de liedjes voor het eerst. Ik was 14. Het hardst zing ik de regel ''Will you still need me, will you still feed me, when I'm sixty-four'. Op mijn telefoon zie ik dat er in Bunschoten een lichaam is gevonden. Savannah. 14 jaar. Zomaar ineens weg. Welk lied zal haar onlangs geraakt hebben? Waarom mag zij over 50 jaar niet meezingen met een lied uit haar jeugd? Desnoods op een festival waar ze met haar 64 jaar niks mee heeft. Er zijn dingen waar ik niks van begrijp.

20. Dromedaris

Goed bezig, de verkeersplannenmakers van Amersfoort. Ze bevinden zich weliswaar dagelijks, opgepropt, in de ongezonde lucht van hun schamele kantoortjes, zo begrijp ik uit de verbouwingsplannen van het stadhuis, maar intussen bewegen ze zich toch voornamelijk out of the box. De rotonde op de Holkerweg wordt vierkant! Over de vierkante rotonde is, zo las ik, een 'inloopbijeenkomst' geweest. Terecht natuurlijk. En sympathiek ook: je gaat naar een bijeenkomst en mag vervolgens ook naar binnen lopen. Super. Er zit één minpuntje aan de vierkante rotonde, want 'ook de bussen krijgen te maken met een wijziging'. En dan hebben we het in ons geval over Syntus. Hm.

De laatste keer dat ik in een Amersfoortse bus zat, kwam ik terug uit Rome. Ik was daar in alle krochten van het openbaar vervoer geweest. Het halve weekend werd er gestaakt. Bustochten in Rome zijn alleen aan te raden voor mensen met een flinke dosis overlevingsdrang. De communicatie over route en uitstapplaatsen is uit het jaar nul. Het jaar nul is dan toevallig ook precies het unieke verkoopargument van de stad. En alles went. Terug in Amersfoort, riant gezeten in de bus, werd ik bij iedere halte via een scherm en omroepinstallatie bijgepraat over de vorderingen. Ik was weer in aangeharkt Nederland. Advies aan iedereen die last heeft van Syntus: doe een weekendje Rome.

Terug naar de Amersfoortse verkeersplannen, want het blijft niet bij de vierkante rotonde. We krijgen een duurzame weg! De westelijke rondweg wil zelfs het duurzaamheidsrecord breken. Daar moeten we weliswaar eerst een bos voor kappen, maar het regenwater op de weg wordt dan wel weer teruggegeven aan de natuur. En er wordt hard gewerkt aan fijnstofreductie. Je herkent het denken. De vierkante rotonde is de nieuwe logica van de duurzaamheidsindustrie. Bij ons thuis roepen we bij dit soort oplossingen altijd: Ah, een dromedaris! Want een dromedaris is een door een commissie bedachte kameel.

19. Geluk

Kan een stad mensen gelukkiger maken? Op de wereldranglijst van gelukkigste landen zijn we onlangs gestegen naar plaats 6. Met Noorwegen, Denemarken en IJsland in de top 3 kunnen we in ieder geval vaststellen dat geluk geen kwestie is van lekker weer. Binnen het dus erg gelukkige Nederland is Amersfoort de op drie na gelukkigste stad. Gefeliciteerd mensen. Je zou dus zeggen: schuif de hele provincie Utrecht onder Amersfoort en de Noren hebben het nakijken. Dit weten we allemaal dankzij onderzoekjes waar je verder geen bal aan hebt. Alleen al het feit dat Ede bovenaan staat, maakt het onderzoek verdacht. Ede? De naam is ook al geen aanbeveling. Het is een palindroom. Een keerwoord. Oh jee, we zijn in Ede. Keren, jongens!

De onderzoekers van de 'Atlas voor gemeenten' hebben geluk gelinkt aan het hebben van werk, gezondheid en een prettige leefomgeving. Op het eerste gezicht een wat bestuurlijke kijk op geluk. Categorie 'geluk doe je zo'. Ik ben dus maar eens het gelukonderzoek in gedoken en stuitte op een Brits rapport uit 2011. Dat u niet denkt dat ik hier maar een potje zit te ouwehoeren. Het Britse rapport biedt een top 50 van dingen waarvan we gelukkig worden. Weet u wat er op één staat? Het vinden van 10 euro in een oude spijkerbroek. Saskia en Serge, een duo dat zijn zangcarrière heeft ingeruild voor de vergetelheid, zong het al: het zijn de kleine dingen die het doen. Slapen in een verschoond bed. Knuffelen. Het vinden van een koopje. Oude foto's terugzien. De geur van vers gemaaid gras. Een koud biertje drinken. Zoenen. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen hadden we in Amersfoort een politieke partij - Amersfoort Anders - die van Amersfoort de gelukkigste stad wilde maken. Nul zetels gekregen. Gevalletje politiek misverstand. Politiek en geluk, ik zou het huwelijk ook niet graag inzegenen. Knuffelen kunnen we zelf wel.

18. Lek

Zo ziet een lek er dus uit. Op de deurmat ligt een enveloppe, ongeadresseerd. Slimme reclamejongen, denk ik eerst. Blanco maakt nieuwsgierig. Ik scheur de enveloppe open. En haal er een document uit. Het zijn notulen. Notulen van de Gemeentelijke Commissie Budgetoverschrijdingen. Het bestaan van deze commissie wordt altijd ten stelligste ontkend. Dit betekent dat zij geheim is. De commissie heeft maar één taak: budgetoverschrijdingen wegwerken. Eén keer heeft de commissie een - geheim - advies uitgebracht. Ze stelde voor de overschrijdingen voortaan in de budgetten op te nemen. In de wandeling heette dit een GO (Gebudgetteerde Overschrijding). Het advies is niet opgevolgd. Daarom noemt de commissie zichzelf ook wel de CGP (Commissie Gebakken Peren). Ze staat namelijk voor een zware opgave. Op de agenda staan Fluor, Sportcomplex Amerena, Rotonde Eemplein, Johan van Oldenbarneveldt-gymnasium en in de categorie 'waarschijnlijke overschrijdingen' de verbouwing van het Stadhuis.

Ik kan u wel verklappen dat de commissie er een zwaar hoofd in had. Met name de penningmeester wenste genotuleerd te hebben dat je een euro maar één keer kunt uitgeven. De andere twee leden van de commissie spraken uit respect te hebben voor dit standpunt van hun collega, maar refereerden eveneens aan de cursus Omdenken die zij beiden - ter voorbereiding van het zware commissiewerk - met goed gevolg hadden doorlopen. Met hun flexibele geesten wensten zij niet te blijven hangen in dogma's die in de financiële wereld al lang geen gemeengoed meer zijn. 'Geld is niet het punt', aldus de voorzitter, 'het gaat om beeldvorming'. En zo ontstond het volgende briljante plan. Het Fluor-budget wordt aangevuld vanuit het Amerena-budget, het Amerena-budget ontvangt extra noodzakelijke middelen ten koste van het Rotonde-budget, het Rotondebudget wordt op zijn beurt volledig gecompenseerd uit het Gymnasiumbudget en voor het Gymnasium worden extra middelen onttrokken aan het budget Verbouwing Stadhuis.

Het zal u duidelijk zijn dat de voorzitter de vergadering met voldoening sloot: alle overschrijdingen zijn volledig weggewerkt en er is nog steeds maar één 'waarschijnlijke overschrijding'.

17. Natuurlijk

Toen ik vorige week de sirene hoorde loeien dacht ik: nou zullen we het hebben, de Japanse duizendknoop is een slotoffensief begonnen. De gemeente had ons nog zó gewaarschuwd. En opgeroepen ons steentje bij te dragen. Hoogstpersoonlijk kregen we een brief over deze woekerende plant die stiekem - ondergronds - bezig was de stad te veroveren. De zaak groeide onze bestuurders duidelijk boven het hoofd. Hier moesten wij, Amersfoorters, ons schouder aan schouder schrap zetten. En deden we dat? Nee hoor, wij gingen gewoon door met ons leventje, terwijl de vijand zich over de hele stad vier meter onder de grond verborg en bezig was - letterlijk - het fundament onder ons bestaan weg te vreten. Dus nu was het zover. Alarm.

Het viel mee, het was de eerste maandag van de maand, 12.00 uur. Maar mijn onrust over de vijandige natuur bleef. En terecht, want toen dook de sperwer op. De sperwer is net als de Japanse duizendknoop lid van De Natuur. Ze zijn geallieerden. En zoals wij uit ervaring weten heeft De Natuur de hinderlijke eigenschap de mensen voortdurend in de weg te staan. Wil je een keer een weg aanleggen, staat daar natuurlijk uitgerekend een bos. Terwijl dat bos even zo makkelijk een eindje verderop had kunnen gaan staan. Wil je een paar woningen bouwen in het Hogekwartier, zit daar een sperwer doodgemoedereerd in een boom te broeden. Je zou zeggen: kappen die boom, sperwers kunnen vliegen. Mooi niet. Blijken die sperwers ook nog eens een sterke lobby te hebben. Ze zijn beschermd. Dus voor je het weet zit je daar in het Hogekwartier tegen een kolonie vogels met veel te lange poten aan te kijken.

Gelukkig maar dat wij ook ondergronds kunnen. Want wanneer wij van de natuur dreigen te verliezen hebben we altijd nog onze speciale eenheid, de bureaucraten. Ze zijn gespecialiseerd in sluiproutes en omwegen. Beschermd is er uiteindelijk niks. Als ik de sperwer was, zou ik alvast op Funda gaan kijken.

16. Stil

Vanavond zijn we weer het grootste spreekkoor van Nederland . De klok dirigeert. Hij telt af. De hoorn op de Dam speelt taptoe. De biertap sluit. We schrapen nog even onze keel. Nemen nog gauw een slokje koffie. En dan zwijgen we. Omdat we wat willen zeggen. Jammer eigenlijk, dat het maar twee minuten duurt. Zwijgen is de meest onderschatte vorm van communicatie. Het zou mooi zijn als de stilte terrein zou winnen. Ik maakte ooit deel uit van een vergadergezelschap dat alle trekken had van een kippenhok. Op een dag opende de voorzitter in zijn wanhoop een vergadering aldus: Dames en heren, willen zij die niks te zeggen hebben dit zwijgend doen?Dit zou een statement kunnen zijn van Twitter. Nu het toch bergafwaarts gaat met dit sociale medium zou ik ze willen aanraden een laatste tweet te verzenden. Een grafschrift, tevens een boetekleed, ontleend aan The Sound of Silence van Simon and Garfunkel: People talking without speaking, People hearing without listening, People writing songs that voices never share.

Misschien moeten we voor de betweters, de flapuiten, de opgewonden standjes, de foeteraars, het aan populariteit winnende Raaskalgenootschap en de leden van de Vereniging tot Behoud van het Eigen Gelijk in onze Grondwet het recht om te zwijgen opnemen. Hiermee maken we dan een eind aan het misverstand dat de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting burgers uitnodigt hun mening te uiten. Het mag, maar het hoeft niet, dames en heren. We leven per slot van rekening in het land van Willem de Zwijger. Op tijd zwijgen, luisteren, tot tien tellen, het egovolume wat zachter zetten (wereldleiders, leest u even mee?), het voorkomt oorlogen. Het zorgt ervoor dat 4 mei onze herdenkingsdag blijft. Dat we de 72 jaar vrede weten te verlengen. Wat mij betreft zwijgen we vanavond twee minuten lang extra luidruchtig. De stilte mag dit jaar best oorverdovend zijn. En als ik vanavond dirigent was, zou ik er om te beginnen een stil minuutje bij smokkelen.

15. Vergeet-me-nietjes

Om te herdenken hebben we gek genoeg nog altijd stenen nodig. Met onze mobiele telefoons kunnen we ieder leven van begin tot eind op film en foto registreren. Zo'n verzameling wordt vroeg of laat een monument in beelden. We dragen hem mee in een binnenzak, een handtas. Toch staan we ook graag voor een steen. Misschien omdat we de overledenen ook de aandacht toewensen van anderen. Zodat het voortbestaan verder reikt dan binnenzak of handtas. Gedenkstenen zijn wintervaste vergeet-me-nietjes in stad en landschap. Daarom wilden de ouders van - de om het leven gebrachte - Katja Suringa hun kind terugzien op een steen bij de vijver van Emiclaer. En daarom gaat de gemeente nu gedenkstenenbeleid maken.

In Barneveld stonden ze in 1482 ook niet met hun mobieltjes klaar toen Jan van Schaffelaar van de toren sprong. Ze blazen hem binnenkort nieuw leven in. Met een nieuw beeld. Gelukkig kun je van historische gebeurtenissen alsnog een film maken. Dat deed Henk van Middelaar, geboren Hooglander, met zijn boek '23 april 1945, zes uur'. In het zicht van de haven - de bevrijding is aanstaande - komen 10 Hooglandse burgers om wanneer Duitsers een verzetsgroep te grazen nemen. In zijn boek draait van Middelaar voor ons de film af van dit drama. Aan het slot van zijn journalistieke zoektocht geeft hij zijn woede ruim baan. Bij de plek van het drama kwam in 1948 namelijk een monumentje. De burgemeester van - het toen nog zelfstandige - Hoogland was bij de onthulling. Ondanks een verzoek aan de gemeente Amersfoort het gedenkteken te redden, verdween het monument 25 jaar later onder de geluidswal langs de Zielhorsterweg. Zodat met een deel van het oude Hoogland ook een deel van zijn geschiedenis aan het oog werd onttrokken. De gemeente Amersfoort - intussen verantwoordelijk voor het onderhoud - had toen nog geen gedenkstenenbeleidsplan. Binnenkort gelukkig wel. Met hopelijk een hoofdstuk 'Kapitale fouten uit het verleden herstellen'.

14. Amehoela

Ook het voorjaar van 2020 heeft niets veranderd in de positie van het geplaagde sportcomplex Amerena. De grafieklijnen van de horecaomzet zijn even horizontaal als de zwembadranden. Intussen heeft het fraaie complex, dat bij oplevering toch meer had gekost dan de begrote 26 miljoen, ook nog last van lekkage vanaf het glooiende dak. 'Je zou denken, so what, het is een zwembad, maar helaas, de volleyballers hebben natte voeten, dat zul je altijd zien', zegt een aangeslagen woordvoerder.

Het horecaplan van 2017, waarvan de opstelling een slordige 4 ton heeft gekost, is al vaak bijgesteld. Intussen is adviesbureau TMC ingeschakeld en gaat René de Lege aan de slag. 'Eerst maar eens hozen', stelt De Lege. Hij was eerder actief voor poppodium Fluor en is gespecialiseerd in after-the- dream-management. Het heikele punt is ook hier de nogal hoog ingeschatte horeca-omzet. Met een intensieve campagne heeft het sportcomplex geprobeerd ook niet-sporters naar zich toe te lokken. Maar de beoogde 'bruisende ontmoetingsplek' lijkt nog altijd op een strandterras in de woestijn. Ook de 'tosti amerena' kon het tij niet keren. De ontmoetingsplek heeft in 2019 drie bezoekers gehad. 'Ja, ze waren verdwaald', geeft de woordvoerder na enig aandringen toe.

Ook de toegangsprijs van het complex - een jaarkaart kost 350 euro - is in opspraak. De Actiegroep Amehoela onder leiding van voormalig raadslid Hans van Wegen noemt het een schande. De Amersfoortse horecaondernemers hebben ondertussen collectief subsidie aangevraagd. 'Kennelijk zijn ontmoetingsplekken subsidiabel, dus we doen maar een gooi', zegt Coen Molenveld vanachter de tap in KaDECafé.

En tot overmaat van ramp gaat AD-columnist Groenendijk onvermoeibaar door met zijn strijd tegen het rugzwemmen. 'Het zijn achteromkijkers. Wetenschappers bevestigen mijn vermoeden dat rugzwemmen depressiviteit in de hand werkt. Weg ermee!'

De gemeenteraad vergadert volgende week over de ontstane situatie. De Raad is verdeeld. Er zijn grofweg drie standpunten over de toekomst van het sportcomplex en de gemeentesubsidie: intrekken, spreiden, sluiten.

13. Lawaai

Het wordt de komende 20 jaar een stuk lawaaiiger in en rond Amersfoort. Dat meldt de Staat van Utrecht, een onafhankelijk onderzoeksinstituut van de provincie. Het wordt zelfs hét milieuprobleem van de toekomst, las ik. Nou kijken lawaaionderzoekers alleen maar naar de uitstoot. Bij de gehooringang gebeurt het omgekeerde. Want in de komende 20 jaar wordt de bevolking gemiddeld een stuk ouder, met alle gehoorproblemen van dien.. De toenemende herrie wordt dus gecompenseerd door afnemende ontvangst. Dat helpt dan wel weer een beetje..

In Amersfoort hebben we al drie generaties ringwegen die bedoeld zijn het autolawaai bij ons weg te houden. Steeds moest het verkeer min of meer aan de buitenkant blijven. Aan de buitenkant van het centrum kwam de Stadsring. Aan de buitenkant van de (nu oude) nieuwbouw kwam de Ringweg. En de laatste ring heet Rondweg. Net als de Ringweg is de Rondweg ook niet rond. Maar in Birkhoven komt er weer een stukje bij. Want als je een weg Rondweg noemt, zal die rond worden ook.

Intussen voorzien de onderzoekers een toenemende behoefte aan rustige recreatiegebieden: groene stiltecoupé's van de moderne stad. De stad groeit namelijk dicht, voorspellen ze. Nou is het voor bezoekers van de dierentuin best fijn dat ze na hun bezoek ook weer snel de stad uit kunnen, maar helemaal toekomstbestendig is het dus niet, dat opofferen van groen buitengebied. Waarom slaan we deze nieuwe, westelijke rondweg niet gewoon een keertje over? De geschiedenis leert dat er wel weer een nieuwe ring komt. De Cirkelweg, schat ik. En dan liggen die binnenringen maar weer een beetje voorbij te zijn. Wie heeft trouwens, tussen twee haakjes, bedacht dat je vanaf de Hogeweg - in het verlengde van de Stadsring - niet linksaf de Ringweg op mag? Zullen we eerst maar eens van de bestaande halve ringen een fatsoenlijke ring maken, alvorens een bos te gaan weggraven?

12. Visie

De Grote Liberale Roerganger in Den Haag had het nog zó gezegd: 'Visie is de olifant die het uitzicht belemmert'. Maar in de week dat er hier een olifantje ter wereld kwam dacht de lokale VVD-fractie: daar kunnen we overheen kijken. En hup, daar was ie: de Visie Hoogbouw. De Visie Hoogbouw blijkt op de keper beschouwd een rekensom. Want we moeten onze groeiende bevolking nou eenmaal huisvesten. Dus moet er worden gebouwd. Verdere ontgroening van de stad is geen optie. Dus zegt de VVD: dan liever de lucht in.

Ik vermoed dat onze hoogtevrees een genetisch bepaalde afwijking is. Wanneer je lang een dorp bent geweest, kun je niet zomaar ineens een stad zijn. Dat gaat stapsgewijs. De bijsluiter bij de Visie Hoogbouw is daarom ook een meetlat. De lucht in, oké, maar laten het wel een beetje ouderwets gezellig houden. Niet te hoog, jongens.

Nou was het vorige week in Amersfoort trouwens sowieso de week van De Visie. In aanwezigheid van vele betrokkenen maakte de stad ook een begin met de ontwikkeling van een Cultuurvisie. Amersfoort is qua inwonertaal de 14e stad van Nederland. Maar met zijn culturele aanbod staat hij op de 34e plaats. En dat terwijl Amersfoort in nationaal verband graag gezien wordt als een grote en cultureel aantrekkelijke stad. Maar hoe word je dat? Om te beginnen dus met De Visie. Nou is het vervelende van visies dat ze vaak op geduldig papier worden geschreven. Zeker als de Wet van de Blijmoedige Eensgezindheid van toepassing is. Houdt De Visie namelijk iedereen te vriend, dan wordt hij meestal na het afhameren in alle stilte begraven. De schrijvers deden alleen maar een plas. Maar met een Cultuurvisie kun je ook scherpe keuzes maken. Oud voor nieuw. Inzetten op die ene culturele blikvanger. Je hebt dan geheid stront aan de knikker. Een verdeeld veld. Maar je krijgt wel culturele hoogbouw. En die zie je van ver.

11. Olifantje Een meisje dus.

Maar nu nog de naam voor dit olifantje. Tja, wat verwachten we van dit nieuwe leven? Een gevangene, dat is ze in de eerste plaats. We kunnen haar dus vernoemen naar een gevangene die even onschuldig van haar vrijheid is beroofd: Lucia. Of naar een vrouw die in haar eigen wereld is gevangen: Maxima. Dan moet het olifantje wel op de cursus 'plechtig zwaaien'. Maar 't kan ook de naam van een andere BN-er zijn. Per slot van rekening is het olifantje nu al een BO-er. Dus Linda bijvoorbeeld. Hebben we Linda de Mol en Linda de Olifant. Lekker samen stampen in het grote bos. Ze zal straks veel bekijks krijgen, het olifantje. Of ze het wil of niet, ze zal aan theater gaan doen. Dus laten we haar de naam geven van de pas overleden cabaretière: Adèle. Of als ze aan serieus toneel wil doen: Kitty. Maar het kan zijn dat ze voorkeur geeft aan de wat joliger showbizz. In dat geval laten we haar met witte, goed gepoetste slagtandjes een beetje bevallig lopen langs het hek, alsof daar de catwalk is: Doutzen. Of zou het olifantje nieuw binnengekomen dieren wegwijs gaan maken in de dierentuin? Zorgen dat ze zich thuis gaan voelen? In dat geval kunnen we onze Amersfoortse Simone vernoemen. Wat wordt haar rol in de olifantengemeenschap? Wie weet slaagt zij erin om die machowereld van de viervoeters een beetje te feminiseren. Ze wordt misschien wel een gezaghebbende leider in het dierenrijk. Die voor de duvel niet bang is, een rechte rug heeft. Die voor haar zaak staat In dat geval wordt het Angela, op zijn Duits uitgesproken.

Het is moeilijk kiezen. Laten we het maar een beetje simpel houden. Weet je wat, we nemen gewoon de naam van het liefste meisje van Amersfoort. En dat is nou eenmaal Fleur, mijn kleindochter.

(maar het werd Yunha)

10. Oef

Jongens waren we. Nee, bloedbroeders. Ik was Winnetou. Of Old Shatterhand, daar wil ik vanaf zijn. De Apachen, de indianenstam waarvan Winnetou opperhoofd was, bivakkeerden in die dagen regelmatig op Landgoed Den Treek. Ze sloegen hun tenten op bij het Hazenwater. De slootjes en de verraderlijke stukjes moeras boden een natuurlijke barrière. We lustten de vijand rauw. De Hollandse Waterlinie, die wij van school kenden, was kinderspel vergeleken met ons Hazenwater. Op een dag zagen wij in de verte verdachte bewegingen. Wat denk je? De vijand. En de vijand was weer eens zo voorspelbaar als wat. Hij was namelijk in aantocht. Dus wij op zoek naar onze pijl en boog. 'Per ongeluk thuis in de schuur laten staan', zei een Apache met weinig gevoel voor fantasie. Intussen sprong de vijand op zijn paarden met gemak over een paar slootjes heen. 'Als ze niet willen stoppen voor water, dan krijgen ze vuur!' riep Winnetou. De indiaan die later een groot liefhebber van vuurwater zou worden pakte zijn luciferdoosje met de zwaluw. De droogte deed de rest. De paarden van de vijand begonnen al nerveus te bokken. Onder het uitstoten van oergeluiden zagen de Apachen hoe het vuur zich aan het verspreiden was. Ze moesten oppassen dat ze niet zelf door het vuur werden gegrepen. De vijand was intussen in geen velden of wegen meer te zien. Slapjanussen. Maar het vuur hield aan. 'We moeten het vuur doven', riep een Apache die verdacht veel leek op een vriendje uit mijn klas. Een andere Apache begon te huilen. Even later verlieten de vijf indianen hals-over-kop de Treek. Er bleven vijf bange jongetjes achter. Ze konden alleen maar hopen dat de slootjes het vuur zouden tegen houden. Ze zagen voor hun ogen hoe de bovenlaag van een groot stuk land bij het Hazenwater door de vlammen verdween.

Vijftig jaar later werd hier een oerbos ontdekt.

9. Game

Nou, dat hebben we weer gehad. In Den Haag kunnen ze gaan puzzelen. En napraten. Me dunkt dat er een commissie moet komen die grondig gaat onderzoeken waarom de gamechangers het lieten afweten. Afgezien van Erdogan, dan. Die heeft zijn best gedaan. Ook journalistiek Nederland heeft dag in dag uit massaal gehunkerd naar de gamechanger. Radeloos zochten ze naar inhoud. Het decor van de politieke analyses wisselde, maar de herhaling van zetten grensde aan perfectie.

Met het oog op de lokale verkiezingen volgend jaar kunnen de winnaars van gisteren hun hart vasthouden. Want winnaars op nationaal niveau gaan vaak een jaar later lokaal voor de bijl. Ze gaan namelijk inleveren in coalitiegesprekken. Wat logisch is en onvermijdelijk. Althans voor wie tot 150 kan tellen. Maar ook hier zal vanaf nu in een wisselende mediacontext eindeloos dezelfde, indringende vraag worden gesteld: 'Vóór de verkiezingen zei u dit, en nu zegt u dat, hoe denkt u dat mensen nog in vertrouwen in de politiek houden?' Ik schreeuw in dit soort gevallen meestal naar de televisie: 'Door na te denken, knuppel!' Maar ja, dat horen ze dan zogenaamd weer niet.

Eén tip alvast voor de lokale verkiezingen. Ga weer plakken. Die ingeblikte nepborden zijn verschrikkelijk. Ga dus weer plakken, beste partijplakkers. Voer straks weer een plakoorlog op die houten borden. Niets is zo volkomen zinloos als een rij politieke affiches naast elkaar. Maar zinloosheid moeten we niet op digitale affiches uitventen. Dat hoort bij mensen. Zij knokken zonder zin of doel voor de mooiste plek. Van een aandoenlijke schoonheid is de recente actie van een Amersfoorts CU-raadslid. Hij verwijderde een SP-vlag die zinloos aan een brug hing. Ga zo door. Diep in hun hart weten plakkers dat er niemand iets mee opschiet. Maar dat is nou juist het mooie. Niet alles hoeft zin te hebben. Never change a useless game.

8. Vaders

Probleemouderen, je hebt ze in allerlei soorten en maten. Zo zijn er ouderen voor wie het onverdraaglijk is dat het wegverkeer uit meer dan één weggebruiker bestaat. Het loopt niet zo lekker in hun levens. Het enige stuur dat ze nog in handen hebben is dat van hun auto's. Ze toeteren zich een ongeluk en gaan naar de fitness om hun middelvingers in conditie te houden. De maatschappelijke schade van wild rijgedrag loopt in de miljarden. Politieagenten verdienen er hun brood mee. Andere probleemouderen drinken te veel, roken, eten ongezond en gaan naar de fitness om in een massagestoel te liggen. Ze worden opgelapt als hun lijf protesteert. Hun gedrag kost de samenleving jaarlijks miljarden. Doctoren en andere hulpverleners verdienen er hun brood mee.

Je hebt ook probleemjongeren. Ze verkeren in groepsverband. Ze zorgen voor overlast, richten schade aan en vertonen soms ook crimineel gedrag. Een overlast gevende jeugdgroep kost ons zo'n 1,5 miljoen per jaar. Op nationale schaal: enkele honderden miljoenen. In Amersfoort staan de probleemjongeren hoog op de politieke agenda door incidenten in nieuwjaarsnachten. Maar de groep is nog onvoldoende duidelijk in beeld. Het gemeentebestuur is 'achter de voordeur' aan het kijken, op zoek naar oorzaken. Over die oorzaken zijn honderden publicaties verschenen. De gemeente vermoedt waarschijnlijk dat die publicaties achter de voordeur liggen. Daarin valt onder meer te lezen dat jongeren het beste op het rechte pad zijn te brengen door mensen voor wie zij ontzag hebben, die streng en rechtvaardig zijn en naar wie ze willen luisteren. Zoals de buurtvaders. Buurtvaders letten op de jongeren in hun buurt. Proberen hun gedrag te beïnvloeden. Buurtvaders verdienen er niet hun brood mee. Ze krijgen geen vergoeding. Vaders krijg je nou eenmaal gratis. Hoe dichter je op een probleem zit, hoe goedkoper je wordt. Lijkt me ook wel iets voor de zorg. Verpleegvaders.

7. Rijmen

De rivier stroomt, de stad droomt. De stad wil dat de rivier bij hem op schoot kruipt. Met hem een relatie aan gaat. Maar het wil maar niet vlotten. Ooit was de rivier het dienstmeisje van de stad. Ze werd gebruikt door de fabrieken. Halen en brengen, moest ze. Ze werd er lelijk en vies van. Toen de fabrieken verdwenen, begon ze te flirten. De stad zag haar schoonheid. En deed de ene na de andere poging dichtbij de rivier te komen. Het charisma van de rivier moest over de kades gaan klotsen. Over de plinten, moet ik eigenlijk zeggen, want zo heten kades in architectentaal.

Een kleine dertig jaar geleden raakte de stad in rep en roer. De stad was nog een dorp in het diepst van zijn gedachten. Een plan voor een paar hoge gebouwen verdween met het label Manhattan aan de Eem in de put van de stadsgeschiedenis. De jaren erna kwamen er bij de rivier woningen, het Eemplein, De Nieuwe stad. En toen?

Toen was het vorige week. Ik zat met een kleine honderd anderen in het Rietveld Paviljoen te luisteren naar Jan Poolen, de architect. Hij had zijn boodschap verpakt in twee lagen fluweeltaal. Zijn 'ik heb alleen maar wat gedachten' moest voorkómen dat zijn ideeën nog dezelfde avond in het planologische moeras zouden geraken. Maar ook de even indrukwekkende als onbegrijpelijke architectentaal hield de toehoorders lang in spanning. 'We moeten architectuur toevoegen aan het gebied, zodat het betekenis gaat krijgen'. Niemand begrijpt het, maar voor je het weet staan ze voor je deur de plinten te bebouwen. Onder ons gezegd zei Jan Poolen natuurlijk gewoon dat het een dooie boel is langs de Eem. En dat er goed moet worden nagedacht en doorgepakt. Met een strakke regie. En dat hij sterke voorstellen heeft. In mijn idioom: stad en rivier moeten gaan rijmen. De rivier geeft. De stad leeft.

6. Bomen

Genoeg getrumpt. Laten we het eens over bomen hebben. Waarom ze weg moeten. Of juist niet. In Park Schothorst staan de kersenbomen er slecht bij. Ze hebben hun tijd gehad. Beetje kortademig type, zo'n kersenboom. Vijfentwintig jaar, dan is het al gebeurd. De boom voelt zich beter thuis in Limburg. Op de Amersfoortse zandgrond is het kwaad kersen eten.

Park Schothorst wordt door burgers gerund, binnen gemeentelijke kaders. Dat is een mooi staaltje van modern bestuur. De Schothorster burgerwerkgroep dient zich met enige regelmaat af te vragen of ingrepen in de natuur noodzakelijk zijn. Hij waakt in dit groene stadshart over de openbare bomenorde. En is onlangs na vele vergaderingen bevallen van een goed gemotiveerd besluit. Ik zal u verder niet vermoeien met het bomenpakket dat de werkgroep op tafel legde. Alleen al bij het horen van de naam 'kleinbladige linde' was ik verkocht. Doen! Maar de werkgroep is natuurlijk niet gek. Hij raadpleegt gebruikers en omwonende burgers. Want voor je het weet ontketen je met een voorgenomen bomenkap een eigentijds, verbaal bombardement. Voor het volautomatische twitterwapen van de boze medemens is namelijk geen vergunning nodig. En wie verlegen zit om munitie, kan terecht bij de NOS. De omroep heeft een kaartje op haar site staan waar je kunt lezen welke scheldwoorden het meest populair zijn, uitgesplitst per regio. Kut staat bij ons bovenaan. Dat u het weet.

Maar in park Schothorst ging het er beschaafd aan toe. Al kan zo'n burgerbestuur weer niet voorkomen dat andere burgers andere boomideeën hebben. Dus waarom eigenlijk niet de sierappel? Walnotenbomen, dat is toch veel leuker? Daarom is het natuurlijk best slim van de gemeente. Burgers vangen hier burgers op. En de wethouder drinkt thee. Maar dat is geen verkeerde trend. Alleen toen er iemand over de Zweedse meelbes begon, ben ik zachtjes afgedropen. Die boom deed me dan weer heel erg aan Trump denken.

5. Stadsgezicht

Al gehoord? Over een paar weken hebben we in Amersfoort uitzicht op Rome. Onze eigen Rembrandt, Matthias Withoos, was in de 17e eeuw een tijdje weg uit Amersfoort. Net als vele andere kunstschilders ging hij naar het culturele hart van Europa. Daar in Italië maakte hij enkele stadgezichten van Rome, waarvan er binnenkort één, gerestaureerd en wel, in museum Flehite zal hangen. En dan is het zover: de stadgezichten van Rome en Amersfoort (foto) in één gebouw. Kijk, dat is nog eens citymarketing. En dan natuurlijk wel even een terzijde in het persbericht: 'Het Amersfoortse stadgezicht is aanzienlijk groter dan dat van Rome'.

Het restaureren van een stadsgezicht, dat lijkt mij wel wat. Ik bedoel, ik zou dan al schilderend de stad willen restaureren. Ook om ons de hoon van latere generaties te besparen. Zo zou ik op het Amersfoortse stationsgebied de stippen van Seurat willen loslaten. Een verfbombardement. Zodat alleen de gloed van de ondergaande zon nog herkenbaar is. Ik zou de foeilelijke kant van het Eemplein voorzien van een spiegelende wand waarin het Eemhuis wordt verdubbeld. Zodat volgende generaties zich niet hoeven af te vragen waarom wij de westkant van het plein eigenlijk nooit hebben voltooid. Op het open terrein naast het plein zou ik een Hollandse molen schilderen. De bouw van het zoveelste appartementencomplex kan dan pas beginnen na het afbreken van een molen. Prettige wedstrijd. Langs de A1 zal ik dan ook het nieuwe Decathlon alvast in het zonnetje zetten. Maar, hand op mijn hart, dat is dan ook het enige gesponsorde deel van mijn restauratie. En tot slot - gewoon een geintje, zodat toekomstige museumbezoekers denken dat Amersfoort in Engeland ligt - schilder ik een bus die op de linker rijstrook rijdt. Weten zij veel dat we hier een tijdje Syntus hebben gehad.

4. Draagvlak

Ik loop sinds afgelopen zaterdag te piekeren of ik lid wil worden van Het Draagvlak. U heeft er vast wel van gehoord, van Het Draagvlak. Het is een club die regelmatig moet opdraven als er controversiële besluiten genomen moeten worden. Het wezenskenmerk van de club is dat hij vrijwel altijd onvindbaar is. Want men is er altijd naar op zoek, naar Het Draagvlak. Het Draagvlak duikt regelmatig op in zaaltjes van wijkcentra, kerken en andere betaalbare verzamelplekken. Nadat Het Draagvlak vergaderd heeft is vrijwel iedereen in de war. Heeft Het Draagvlak iets besloten? Nee, Het Draagvlak besluit niks. Dat is ook wel het mooie van Het Draagvlak. Je komt bijeen, kletst elkaar de oren van het hoofd en gaat weer naar huis. De klus is gedaan. Het Draagvlak kan weer iets afvinken. Volgende kwestie. Vaak zijn er bij Het Draagvlak boze mensen van een andere vereniging. Die willen helemaal geen lid worden van Het Draagvlak. Want ze zijn al lid van de Vereniging Eigen Belangen. Ze kapen meestal de vergaderingen van Het Draagvlak. Verreweg de meeste leden van Het Draagvlak zitten namelijk thuis. Ze hebben geen zin in een zaal met opgewonden standjes. Ze willen wel lid zijn van Het Draagvlak zolang ze maar niet hoeven te vergaderen in de geur van doodgepruttelde koffie. Soms wordt Het Draagvlak ingeschakeld voor onmogelijke klussen. Zoals afgelopen zaterdag. Het Draagvlak moest iets vinden van het beoogde, nieuwe kunstwerk op de Hof, op de Stadsbron. Kunst en draagvlak, het is de goden verzoeken. Breng alsnog De Stier in een vergadering van Het Draagvlak en er moeten koetjes en kalfjes bij. Kunstwerken zijn geen allemansvriendjes. Kunst mag verdelen. Het Draagvlak mag van mij statutair vastleggen dat ze niet wil vergaderen over artistieke kwesties. Want het schadelijkst voor de democratie zijn democratische processen bij besluiten die niet democratisch kunnen worden genomen. Daar zijn andere bestuurlijke wapens nodig. Eerlijkheid. Moed.

3. Klimaat

Heeft Amersfoort een nieuw vluchtelingenprobleem? Het lijkt erop. De stad heeft nieuwe ontheemden: klimaatvluchtelingen. In de wereld van het klimaatwezen kun je twee dingen doen. Of je accepteert het veranderende klimaat door je aan te passen. Of het water staat je aan de lippen en je vlucht. Amersfoortse kunstenaars zijn hun biezen aan het pakken. Ze hebben het helemaal gehad met het culturele klimaat in Amersfoort. Te weinig atelierruimte, te weinig aandacht van de gemeente. De gang van zaken rond de culturele broedplaats De War (foto) is de druppel geweest. In hun Staalkaartkunstenkrant kondigen ze aan hierover begin 2017 een denksnack te organiseren. Wat tussen twee haakjes geen sterke bijdrage aan het taalklimaat is. Een denksnack, je kunt er van alles van maken. Mijn eerste associatie was: een bitterbal met hersenen. Maar ik vermoed dat er een ultrakort denkproces wordt aangekondigd. En misschien is dat nou juist onderdeel van het probleem. Dat het denken al nagenoeg gestopt is. Want de communicatie zit in de categorie van-dik-hout-zaagt-men-planken

Daarom ben ik maar eens te rade gegaan bij een bevriende conflictprofessor. Hij legde me uit dat er bij een felle discussie nog niks aan de hand is. Maar als de emoties gaan overheersen, begint de boel uit de hand te lopen. Als je niet uitkijkt gaan partijen beiden in een loopgraaf hun eigen gelijk zitten vieren. Wij noemen dat, zo eindigde de professor zijn mini-college: een lose/lose-situatie. Kunt u hier wat mee? Nou ja, ik hoef er verder niks mee, want ik ben maar een verbaasde stukjesschrijver. Die niet begrijpt hoe het kan dat een groep kunstenaars uitwijkt naar Zeist. Een loopgraaf op stand, dat wel. En ook niet begrijpt dat Amersfoort niet in staat is uit de loopgraaf van een nog te ontwikkelen cultuurvisie te komen door een paar snelle stappen te zetten om deze groep vluchtelingen te huisvesten.. Ik zou de denksnack afbestellen. Doe maar een klimaattop.

2. Denkbeeldig

Je hebt er geen karretjes waar je een muntje in moet gooien. Nooit sta je er te wachten achter een voor weken volgeladen boodschappenkar. Je hoeft er ook niet, wanneer je een klein beetje verse koriander nodig hebt, een heel bakje te kopen. Zodat je de volgende dagen denkt: we moeten iets met koriander eten. Wat je natuurlijk niet doet. Zodat het na een week de vuilnisbak in gaat. Je kunt er vlees bestellen zonder je naam te noemen. Wanneer je de bestelling na twee dagen komt halen, lopen ze automatisch naar achteren om het op te halen. Achthonderd gram was het toch? Ja, achthonderd gram. Je kunt er tot 's avonds laat brood halen bij de bakker. Lekker brood. Zonder dat je om de oren wordt geslagen met het woord 'ambachtelijk', de leugen waarmee veel andere bakkers mij denken te kunnen wijsmaken dat ze de voorbije nacht weer hoogstpersoonlijk met deeg in de weer zijn geweest. De paprika's en aubergines liggen er ook niet bij als ingesmeerde lichamen op een zonovergoten strand. U kent ze wel, die geplastificeerde groenten, geïmporteerd uit Nepland. Hier hebben de groenten en vruchten gewoon nog deukjes en putjes. Net als de omgeving. Die ziet er niet bepaald glossy uit. Verwaarloosd zelfs. Veel Amersfoorters fietsen langs deze winkeltjes als ze naar de stad gaan, door het tunneltje. Het wijkje ontleent zijn bekendheid intussen aan rellen tijdens de jaarwisseling. Daarom lees je de laatste tijd over een verband. Tussen de uiterlijke kant van het wijkje en het gedrag van jongeren. En dat het rijtje winkels misschien maar beter gesloopt kan worden. Het past in een trend. Grote stappen, snel thuis. Stoere jongens krentenbrood. De minister-president is ook lid geworden van de club. Er wordt hier een denkbeeldige lijn getrokken. Een meridiaan. In het echte leven kun je er gewoon boodschappen doen. Normaal.

1. Gibralter

Hoe krijg je een nieuw kunstwerk op de Hof in Amersfoort? De kunstbende van Fons Asselbergs heeft beeldend kunstenaar Ton Mooij namelijk een schaalmodel laten maken van de Stadsbron, een kunstwerk met in brons gegoten, gewone stervelingen die onder een bladerdak schuilen. Een dak dat ook de bestaande fontein overdekt. Zes meter hoog wordt het. De Hof wordt er vast mooier van. Minder vlakte, meer plein. Tot zover de droom.

We schakelen over naar de afdeling Wetten en Praktische bezwaren. Deze meldt: bouwen van podia voor festivals wordt met zo'n kunstwerk op het plein ernstig bemoeilijkt. Want? Nou meneer, het is het enige plekje waar geen marktkramen staan. Maar, zo probeer ik, de markt kan toch ook gewoon langs de Eem staan? Of op het Eemplein? Nu vervalt de afdeling in een lang stilzwijgen. De Hof blijkt namelijk het Gibraltar van Amersfoort te zijn. Het plein is weggegeven aan de markt. Vijftig zaterdagen per jaar klinkt hier maar één liedje: beie, beie, beie. Alleen Spoffin en het Jazzfestival mogen de heilige grond betreden.

Dus ik naar de afdeling Vreemde Besluiten. Was het niet zo, werp ik in alle bescheidenheid op, dat de snel groeiende stad een veel te klein centrum had? En dat daarom het centrum uitgebreid is? Met het Eemplein. De Grote en de Kleine Koppel. De Nieuwe Stad. Waarom kan de markt dan niet bij de Eem? Waarom proppen we dan nog alles in het oude centrum?

De afdeling Vreemde Besluiten verwijst mij zuchtend naar de commissie Kolen en Geiten, bekend van de dubbele ijsbaan. Opgewekt staan de commissieleden mij te woord. Ze hebben de kwestie namelijk al lang opgelost, vertellen ze mij in vertrouwen. De Stadsbron wordt verrijdbaar. Die gaat op gezette tijden naar het OLV Plein. Maar, vraag ik verbouwereerd, is dat plein daar niet te klein voor? De commissie glundert. Want hier is over nagedacht. De toren wordt afschroefbaar.


Hoe God in Amersfoort verscheen

Over Amersfoort in 2016, in AD Amersfoortse Courant 31 december 2016

En het geschiedde in die dagen dat het gerucht ging dat André Hazes terug was op aarde. Maar de mensen hadden het mis. Ze zien helaas wat ze graag willen zien. Het was Hazes niet, het was een vreemdeling. Sterker nog: het waren dertien vreemdelingen. In het water langs de Langegracht, pal tegenover de in oude glorie herstelde Elleboogkerk, dobberde de boot met Jezus en zijn twaalf apostelen. Verderop waren werklieden bezig de Koppelpoort van nieuwe avondkleding te voorzien: goddelijk, duurzaam licht. De verlichte poort zou het decor worden van een groots spektakel, met Jezus in de hoofdrol. Het aardse element in het decor zou worden belichaamd door passerende treinen. Slechts enkelen wisten dat hier ook verboden LPG-transporten tussen zaten. Ze hielden hun adem in. Wat zou er eerder zijn: de kruisiging of de explosie?

Kort hiervoor legde een flinke vuurzee een oud schoolgebouw aan de Keerkring in de as. In wezen een gevalletje geluk bij een ongeluk. Maar de deuren en ramen moesten die avond dicht. Asbestalarm! De volgende ochtend was er ineens niks meer aan de hand. En twee daklozen herrezen uit de as, na een nacht slapen in het uitgebrande gebouw. Was God toen al in Amersfoort verschenen? Er gebeurde namelijk meer wonderen. Dat een museum kon afbranden wisten we in Amersfoort al. Armando trok niet voor niks met zijn werk als een dakloze zwerver door het land. Maar een museum dat er nog niet is, kan dat ook al afbranden? Het Knopjesmuseum is het gelukt. Lassen is lastig. Maar ook hier een wederopstanding van Bijbelse proportie. Het volk verzamelde 24000 zilverlingen, waarmee de knopjes weer konden worden opgepoetst.

De dorpsvereniging Hoogland maakte zich intussen zorgen. Hadden zij niet al vroeg in het jaar gefulmineerd tegen de komst van vreemdelingen? En met stelligheid beweerd dat er op de hoek van de Rondweg Noord/Laan van Duurzaamheid geen plaats was voor asielzoekers? Viel dat nog wel te verdedigen nu Amersfoort massaal uitliep voor die dertien vreemdelingen in een bootje? En was Simone Kennedy misschien één van die apostelen? Het moest haast wel.

En toen kwam Jezus met zijn gevolg de Amersfoortse berg af. Het grote plein van de stad was stampvol. Op een golf van stemmig chauvinisme lieten de mensen hun terreurangst in de Eem glijden. Ruim 3 miljoen televisiekijkers zagen een stad die voor een slordige 2 ton kon laten zien waar hij voor stond. Voor de gepassioneerde stad. Voor theater. Voor zang. Geloof. Hoop. Liefde.

Even leek het alsof de wonderen ook na het vertrek van Jezus en zijn apostelen bleven komen. De fietsbrug over de Eem, waar Jezus had gestaan, werd in de zomer een bedevaartsoord waar mensen, van jong tot oud, in volstrekte overgave urenlang naar hun telefoon stonden te staren. Soms zag je ze groepsgewijs abrupte bewegingen maken. Bij nader inzien bleek de sekte niet religieus van aard te zijn. Het was een zeldzame vorm van epidemische geestesziekte, in de wandeling Pokémon geheten. Nooit meer wat van gehoord.

Alles werd intussen weer gewoner in de stad. De Eem verloor zijn goddelijke glans. Het werd de Lek. De Styx. De persoonsgegevens van 1900 Amersfoorters kwamen in verkeerde handen. Foutje. Foutjes kun je toegeven of verzwijgen. Het stadhuis verzamelde alle beschikbare afdichtmiddelen. Ambtenaren bestookten elkaar met de wijsheid van hun oma's: spreken is zilver, zwijgen is goud. Het stadsbestuur was intussen gewend geraakt aan wonderen en rekende op een goede afloop. Maar de staart hing toen al klaar. Voor tussen de benen. Het werd een even smadelijke als voorspelbare vertoning. Vuur aan schenen (oppositie), door het stof, boetekleed (wethouder), motie van wantrouwen (SP), volste vertrouwen (coalitie).

Het had iets vertrouwds. We hadden onze stad weer een beetje terug. Het ging gelukkig ook weer over de nieuwe weg aan de westkant van de stad. Waar je vandaag de dag het spoor moet kruisen. En waar spoorbomen dicht kunnen gaan. Je moet dan wachten. Met een beetje pech rijd je verderop tegen een rood stoplicht aan. Dan moet je weer wachten. Dat heet oponthoud. Soms gaan er veel auto's over de oude weg. Die hebben dan allemaal oponthoud. Dat heet stagnatie. Stagnatie is geproblematiseerd oponthoud. In de wereld van de auto's is oponthoud not done. Er moet worden doorgestroomd. Daarom komt er een nieuwe weg. Ook om snel naar de A28 te kunnen, waar we misschien straks wel overal 130 mogen rijden. Amersfoort daalt op de misdaadladder, maar stijgt op de fijnstoflijst. De lijst van de onzichtbare criminaliteit.

Dat de voorraad wonderen uitgeput was, bleek ook bij de zoveelste poging de Amersfoortse koopgoot te reanimeren. Wanneer je een ondergrondse eetfabriek 'Food Village' noemt, is dat nog geen garantie op succes. De boel liep weer eens spaak. Onze hoop is nu gevestigd op een blinde durfkapitalist. Maar hoe hardnekkig een stad niettemin blijft geloven in wonderen, bewezen de dames en heren van De War, voorheen een verffabriek. Deze culturele broedplaats bevindt zich in een lelijke uithoek van bedrijventerrein De Isselt. Zoals het hoort. Broedplaatsen zitten aan de rand. Ze leven van passie. Voor zover hun gedachten rendement genereren, doen ze dat op termijn. Maar op het stadhuis is de dag van morgen toch verleidelijker dan alles wat daarna komt. Zo zagen ze daar dat de lelijke uithoek eigenlijk op een heel mooi en goed verkoopbaar punt ligt. Te mooi voor culturele broeders alleen. Dus bedachten ze een list. Om de locatie te verwerven mocht De War het in een pitch opnemen tegen commerciële bedrijven. Een bij voorbaat verloren wedstrijd. Want wonderen bestaan niet. Passie is mooi, maar dan wel als moderne klederdracht voor ondernemers. Je kunt vervolgens ontvangen eremetaal plechtig en demonstratief terug geven aan de aarde, maar daarmee gaat de aarde nog niet anders draaien.

We lezen tot slot even uit Mattheus: Nu kwam de beproever naar hem toe en zei: 'Als u de zoon van God bent, beveel dan de stenen in broden te veranderen'. Maar Jezus gaf hem ten antwoord: (....) 'De mens leeft niet bij brood alleen (.......)'. 'Niet bij brood alleen', een oneliner van Jezus. Uit de tijd dat hij zelf nog een culturele broedplaats had. Maar nu is hij alweer met zijn hoofd bij Leeuwarden. Zijn volgende handelsmissie.

BEN GAAT KIJKEN (2016)

IEDERE WEEK OP DE CULTUURPAGINA VAN AD AMERSFOORTSE COURANT

18. Top 2000-kerkdienst, De Inham Hoogland, 30 12 2016

Het is een bekende stelregel uit de communicatiesector: het gaat niet om het brengen van een boodschap, maar om het overbrengen ervan. Per slot van rekening heb ik ook graag dat u niet alleen met tevredenheid vast stelt dat ik weer een stukkie heb getikt. Het is de bedoeling dat u het leest, dat ik u vast houd tot het eind.

Voor de boodschap van de kerk zijn steeds minder belangstellenden. (Oei, bent u er nog? Vrees niet, ik houd het gezellig.). Dus bij De Inham in Hoogland dachten ze: we doen een Top 2000-kerkdienst. Want voor de meesten van ons is de geboorte van het kindeke Jezus een schattig sprookje dat steevast verteld wordt op de dag voorafgaande aan de wedergeboorte van de Top 2000. Je kunt als kerkgemeenschap natuurlijk Ere zij God blijven zingen tot je een ons weegt, maar Michael Jacksons Heal the world brengt meer volk op de been. De Inham zat dan ook vol. En gewoonlijk moet je met zijn allen even gaan staan bij het uitspreken van Gods zegen. Maar Gods zegen werd dit keer bekend verondersteld. Nu kwamen de kerkbezoekers in de benen bij Happy van Pharrell Williams, toch ook bepaald geen klassieker uit het Liedboek voor de Kerken.

Een deel van het kerkpubliek zal het allemaal hoofdschuddend aanzien. Zoals een deel van de mediaconsumenten naar ouderwets degelijke inhoud verlangt en opleukerij en verpretting verafschuwt. En zoals een deel van het winkelend publiek niks moet hebben van webwinkels en gewoon V&D weer terug wil in de straat. Alles moet volgens hen blijven zoals het was. Als je wilt sterven in schoonheid.

17. Iedereen Zingt, Wagenwerkplaats, 1e kerstdag

Echt goede ervaring met Nederlandse liedjes hebben de vluchtelingen nog niet. Ze werden bij binnenkomst getrakteerd op kreupele teksten. Strekking: of ze maar meteen weer wilden oprotten. Het nationale knuffellied van Claudia de Breij Mag ik dan bij jou werd omgebouwd tot een sarcastisch welkomstlied voor terroristen. Bange mensen zongen de liedjes van de angst. Spreekkoren predikten her in der in het land de verwijdering. De meerderheid zweeg.

Op eerste Kerstdag 2016 liggen de kaarten anders. In Amersfoort worden op deze dag voor het eerst de liedjes van de verbinding uit de kast gehaald. Iedereen zingt - elke laatste zondag van de maand in de Wagenwerkplaats - moet Nederlanders en vluchtelingen zingend bij elkaar brengen. En vluchtelingen helpen bij het leren van taal en cultuur. Achtenveertig Nederlanders staan op deze eerste kerstdag klaar om dit interculturele avontuur aan te gaan. Geen wonder, ze wonen in het land met de bijna grootste koordichtheid ter wereld. Eén op de tien Nederlanders zingt in een koor. Het is niet zo gek dat er bij deze eerste editie nog niet veel te verbinden valt, bij afwezigheid van vluchtelingen. Om hen in de kring te krijgen wordt vast nog een klus. Hopelijk lukt het. Wel zou ik de geplande Gezusters Karamazov van drs P even uit het programma halen. Het is een juweel van een lied. Maar de gemiddelde Syriër is vermoedelijk niet meteen toe aan tante Mathilde die bij een poging haar zuster Constance te vergiftigen een slok van haar eigen gifmengsel neemt en overlijdt. Laat staan aan het commentaar van de kanarie: tsjiep, tsiep, tsiep, tsjiep.

16. De IJsbanen op het OLV Plein en het Eemplein, 20 december 2016

Weet je wat zo handig is van twee ijsbanen in het centrum? Je kunt klunen. Vanaf het OLV plein is het kwestie van Langegracht, oversteken naar het Kleine Spui, Koppelpoort, eindsprintje en je staat op het ijs van het Eemplein . Ideaal voor al die mensen die dit jaar de Elfstedentocht gaan klunen. Ik stel voor dat we nog wel even matten neerleggen op de route. Want anders wordt het natuurlijk nooit wat met het Heerenveen van Midden-Nederland. Wat ook heel goed gecoördineerd schijnt te zijn: op het ene plein kunt je rondjes linksom rijden en op het andere rechtsom. Ik vertelde dit op de Vechtse Banen aan een Utrechtse kennis. Jaloers, natuurlijk. Daar worden ze horendol van alsmaar datzelfde rondje. Nee, dan Amersfoort. Daar kun je links en rechts pootje over. Wat trouwens ook best fijn is: op het OLV Plein zie je iets meer, of eh iets minder, nou ja, ik bedoel gewoon..... het is niet zo'n kermis, het is meer voor mensen die.... ik heb natuurlijk niks tegen het Eemplein, maar.......... Trouwens, nog wat. Ik hoor bij gerucht dat de ijsbaan op de Rubensstraat volgend jaar ook met de Kerst open gaat. Ze zijn daar heel erg bang dat we vergeten zijn dat ze überhaupt bestaan!. Ze schijnen al vijftig op Marktplaats gescoorde vriezers te hebben ingegraven. Persoonlijk zou ik het liefst zien dat ze een vriesinstallatie aanbrengen onder de Stadsring. En deze vervolgens laten onderlopen. Permanent. Dan heb je wat. Amersfoort, de stad met een grachtengordel van ijs. Afijn, dat u niet denkt dat het bij twee ijsbanen blijft.

15. Rondleiding De Nieuwe Stad, 9 december 2016

We lopen door de Oude Fabrieksstraat. Waar vroeger Erdal en Prodent zaten. Het complex van witte tanden en gepoetste schoenen - geluk was nog heel gewoon - heet nu De Nieuwe Stad. De pelikaan van Erdal is net weer teruggeplaatst. Hij geeft me een knipoog. Zo, ben je er weer es?

Op mijn linkerarm zit een litteken. Ik was een jaar of 17. Blij dat ik weer een vakantiebaantje had. Dit keer bij Erdal. Blikjes maken voor de schoensmeer. Oordoppen verplicht. De vaste medewerkers waren al nagenoeg doof, immuun voor het ijzeren gekletter waarmee de machine blikjes uit een grote metalen plaat sloeg. Ik moest de platen door die stansmachine leiden.. Oppassen voor je arm, jongen!. Nu word ik rondgeleid door Seta Alakus van StadsLAB033. Vijfentachtig ondernemers vinden hier onderdak. Er is een wachtlijst. De Nieuwe Stad gelooft in permanente tijdelijkheid. Dat is zijn credo. De continuïteit zit in verandering. Ik zie een bordje 'Tana', één van de merken van Erdal. Mijn vader was er verkoopleider. Ik vraag me af waar ik gehuldigd werd toen ik sjoelkampioen werd op het Sinterklaasfeest van het bedrijf. We lopen door. Het is even alsof ik de geur ruik van de verderop gelegen stinkfabriek. Maar Polak Frutal Works heeft plaatsgemaakt voor het Eemhuis. Op het immense parkeerterrein - waar natuurlijk gewoon een parkje moet komen - staan de elektrische auto's van Picnic klaar om uit te waaieren over de stad. Ik loop terug door de Oude Fabriekstraat. Hier zaten de mannen bij mooi weer te schaften. Maar de tijd niet. Die schaft niet. Want de tijd is nou eenmaal tijdelijk. Permanent.

14. Lootje trekken, Bibliotheek Eemland, 30 november 2016

Moet ons democratisch systeem naar de dokter? Ik ben er weer eens ingedoken na een avondje met filosoof Frank Meester in Bibliotheek Eemland. De filosoof opende sterk: de filosofie kan u niet helpen. Plato en Rousseau waren dus voor spek en bonen naar de bieb gekomen. Trump was er wel. En de media, vanwege hun liefde voor de waan van de dag. En natuurlijk was er de lawaaipapegaai, Twetter.

Maar gaat het slecht? Nou ja, in het politieke bestel loopt niet alles op rolletjes. De mensen in het land hebben geen hoge pet op van de politieke elite. De politieke partijen dalen nu zelfs al in waarde op de sterfhuizenmarkt. Nog maar 2,5% van de Nederlandse burgers is lid. En die 2,5% selecteert de kandidaten voor de gemeenteraad. Daarna bepaalt 56% (opkomstpercentage 2014 Amersfoort) wie van deze kandidaten in het stadsbestuur komt. Daar valt best wat op af te dingen. Je hoort vaak dat de peilingen niet kloppen, maar de vraag is: klopt de verkiezing wel? 't Is voor de IPad-generatie ook een wat kneuterige gebeurtenis, met zo'n belachelijk groot vel en een potloodje. Alsof je in het Openluchtmuseum staat met drie acteurs achter een tafel. Waarom gaan we eigenlijk niet gewoon loten wie er namens ons in de gemeenteraad mag komen? Iedereen gelijke kansen. Burgers komen dichter bij het bestuur. En het levert een representatiever beeld op. Cultuurhistoricus David van Reybrouck heeft met zijn boek Tegen Verkiezingen deze steen al eens in de vijver gegooid. Zelf voorspelde hij het effect al: hij heeft te vroeg gelijk.

13. Het nieuwe zwembad, 24 november 2016

Beste dames en heren van het nieuwe zwembad, uw nieuwe zwembad ziet er nu al veelbelovend uit. Ik zwem regelmatig baantjes in het 'oude' 50 meter-bad. Ik ben dus een 'gebruiker'. En heb twee voorstellen.

Het eerste gaat over de kletsdames. Kletsdames zijn dames die graag kletsnat kletsen. Ze bewegen zich meestal in duo's door het zwembad. Zwemmen er twee kletsduo's, dan nemen ze zó veel ruimte, dat er al gauw sprake is van ernstige verkeershinder. Bij drie kletsduo's is het oponthoud vergelijkbaar met een vrachtwagenblokkade. Er is dan voor andere zwemmers maar één remedie: afdrogen en wegwezen. Voorstel voor het nieuwe zwembad: creëer een bad met bankjes waar kletsdames kunnen zitten. Projecteer op de randen bewegend beeld, waardoor het net lijkt alsof ze vooruitgaan.

Dan mijn tweede voorstel. Het gaat over rugzwemmers. Ik ken de grondwet. Rugzwemmers mogen er ook zijn. Maar ik heb het hier over rugzwemmers die niet kunnen rugzwemmen. U herkent ze aan links en rechts naar buiten zwaaiende armen. Waarmee ze zo nu en dan het bovenstukje van een passerende zwemster lostrekken. Of bij een nietsvermoedende recreatiezwemmer een oog uit de kas wippen. Niet voor niks draag ik een zwembril. Voorstel: creëer een bad van 1 meter breed en 3 kilometer lang. De breedte, in combinatie met betonnen randen, is een adequaat middel om de armen binnenboord te houden. De lengte van 3 km kunt u realiseren door het bad via een soort kattenluikje naar buiten te laten doorlopen. Oh ja, één ding niet vergeten. Het kattenluikje kan van buiten niet worden geopend.

12. Wijkmuseum Soesterkwartier, 19 november 2016

'Heeft u ook nog wat vrolijks te vertellen?' Een mevrouw achter in de zaal vindt het wel genoeg zo. We hebben zojuist de Eerste Wereldoorlog voor onze kiezen gekregen. De sprekers hebben ons een kleine anderhalf uur meegenomen in de wereld van het gas, de granaten, de loopgraven, het niemandsland, de onwerkelijke dodentallen en de zinloosheid. Een beetje veel voor een zaterdagmiddag in het sympathieke wijkmuseum van het Soesterkwartier. Het is een voormalig woonhuis dat met steun van woningbouwvereniging Portaal tot een kleinschalig museum is getransformeerd. Deze maand blaast het zijn partijtje mee in het Amersfoortse najaarsoffensief ter herdenking van de Grote Oorlog. De sprekers in het wijkmuseum -twee Nederlandse mannen van de Société Verdun 1916 - zitten nog helemaal in de Grote oorlog. Elk jaar opnieuw lopen ze door de bossen bij Verdun, waar de manshoge loopgraven nog te zien zijn, om maar weer nieuwe stukjes te vinden voor hun horrorpuzzel. Akelig nauwkeurig weten ze de oorlogsverwondingen te schetsen. Als je een been of arm verloor in deze oorlog, was je spekkoper. Zeiden ze. Maar toen dacht ik aan de pianist Paul Wittgenstein. Hij verloor zijn rechterarm in de strijd. Een pianistenarm. Ophouden met pianospelen was geen optie. Na de oorlog vroeg hij grote componisten , waaronder Ravel, pianoconcerten voor de linkerhand te componeren. Veertien jaar na de oorlog speelde hij met zijn ene hand de première van Ravel's pianoconcert. Een historisch kippenvelmoment. In het Soesterkwartier loopt de Grote oorlog naar zijn einde. Volgende maand een nieuwe tentoonstelling: poppenhuizen. Toch nog wat vrolijks binnenkort.

11. Geert Mak in de Nieuwe Kerk, Amersfoort

De wereld heeft deze ochtend zijn ogen uitgewreven. Wat? Trump!? 's Avonds zitten we met 300 man - vijftig tinten grijs - bij Geert Mak in de Nieuwe Kerk, Amersfoort. Bibliotheek en Algemene Boekhandel zijn gastheren. Vera van Brakel leidt het gesprek. Capsones zijn vanavond ver te zoeken. Gast en gebouw zijn van protestantse makelij. Het gaat over 'De levens van Jan Six'. Met het verhaal van alle Jannen Six vanaf de Gouden Eeuw tot vandaag trekt Geert Mak weer eens een ander spoor door de vaderlandse geschiedenis. Hij is geen historicus, wel ex-historicus van het jaar. Zoals Trump geen politicus is, maar binnenkort wel president van de Verenigde Staten. We lezen in het boek van Mak hoe in de 17e eeuw het establishment zich verrijkt en gefocust is op behoud van zijn posities. En hoe ze hun eigen familieleden schaamteloos aan baantjes helpen. En hoe in de 18e eeuw haarscheurtjes ontstaan in deze vanzelfsprekende orde. En dat de onvrede steeds verder om zich heen grijpt. En hoe er een gapend gat groeit tussen politieke ambtsdragers en het dagelijkse leven. Dat de Sixen en de rest van de gevestigde orde deze veenbrand niet op tijd hebben gezien. En hoe uiteindelijk, aan het einde van de 18e eeuw, de spreekwoordelijke, rotte tomaten in het gezicht van de elite uiteen spatten.

De Sixen van vandaag heten de Clintons. Je vindt ze ook in Den Haag. En in de vergaderkamers van de Europese Unie. En ze hebben er een handje van te reïncarneren als manager in de zorg.

10. Rik Wouters in Museum Flehite, 3 november 2016

In Museum Flehite hangt een foto die mij ontroert. We bevinden ons op de Juliana van Stolbergkazerne. De kazerne was tot 1978 in gebruik. Hij lag tussen de Leusderweg en de Appelweg. Appélweg dus. Het is najaar 1914. Belgen zijn massaal naar Nederland gevlucht. Het kazerneterrein staat vol met witte tenten. En in de verte - op die foto - zie je de Onze Lieve Vrouwetoren. Mijn toren, zou ik bijna willen zeggen. De toren waarmee ik zo vaak het plein deel. Waarvan de schaduw mij dikwijls naar het terras lokt. En waarvan de vanzelfsprekende aanwezigheid mij laat denken dat hij samenvalt met mijn leven. Zo'n foto ontroert omdat de toren ook voor de Belgen een baken was. De toren is al honderden jaren overal bij. De vergankelijkheid loopt met een eerbiedige boog om hem heen.

En Nel woonde vlakbij de toren.. Nel is de vrouw en muze van Rik Wouters. In Flehite kom je haar op veel doeken tegen. Rik Wouters was zo'n Belg die naar Nederland vluchtte. Hij was schilder en beeldhouwer. Maar ging op zijn 34e al dood. Niet de oorlog velde hem, maar kanker. De Geniepige Oorlog. De Grote Oorlog heeft hem wel uit de anonimiteit gehaald. Dat is het gekke met treurige levens. Kunstenaars weten daar wat van te maken. Zonder de oorlog had hij niet die begrafenisstoet kunnen schilderen bij de uitgang van Kamp Zeist. Gevluchte Belgen kwamen in opstand tegen de erbarmelijke omstandigheden en werden neergeknald. Heftig, maar een cadeautje voor de kunstenaar. De slachtoffers liggen onder een steen. De begrafenisstoet is vereeuwigd. En Rik Wouters werd groot.

9. Dassenkunst, Kringloopcentrum Amersfoort-Leusden, 28 oktober 2016

Nu we het toch over het Koningshuis hebben. Zou onderzocht zijn of Prins Claus verantwoordelijk moet worden gehouden voor een overschot aan stropdassen? Zijn legendarische zelfbevrijding van de strop, metafoor voor de ontsnapping uit de koninklijke cel, heeft de verzamelaars van tweedehands stropdassen vast geen windeieren gelegd. Verzamelaars van stropdassen? In welke uithoek zitten we nu weer, Groenendijk?

'Rian, heb jij de sleutel?' We bevinden ons in het kringloopcentrum. We zijn omringd door voormalige trends, voorbije hobby's, sterfgevallen en de rijke oogst van de huwelijksmarkt. Bij de Kringloop kun je zonder scrupules dingen wegdoen die nog goed zijn. De verspiller draagt er de jas van de gulle gever. De sleutel is gevonden, de deur gaat open, de tentoonstelling van daskunstenaar en Amersfoorter Cor van de Geest is geopend. We kijken naar een kleurrijke verzameling....ja, wat zijn het...schilderijen die geen schilderijen zijn. We zien figuratieve en abstracte werken. Allemaal gemaakt van stropdassen. Ze zijn niet per se bedoeld voor de verkoop. Al verkoopt Cor wel eens wat. Voor maximaal 400 euro. Ik zou zeggen: Cor, hang de werken in een gelikte galerie in een trendy straatje in Amsterdam en er kan een nul achter. 'Heb je die tie-art gezien, absolutely crazy, echt een must-buy! Ik heb de zebra gekocht. Paar duizend euro. No risk. Komt terug, sure!'. Tekst van de gek die het ervoor geeft. Intussen bereidt Cor zich voor op een Mondriaan. Maar hij wacht nog op de kleuren. Dus effen dassen graag, heren: rood, blauw, geel en wit. En daarna moet Cor van de Geest naar het Mondriaanhuis.

8. SMAAK, St. Pieters en Blokland Gasthuis, 23 oktober 2016

Wat moeten we nog zonder pop-ups? In de goeie ouwe tijd waren pop-ups nog een prettig hulpmiddel bij het zoeken op internet. Intussen zijn het digitale wegversperringen geworden. En ook het echte leven is geleidelijk aan vergeven van de pop-ups. Wetenschappers zoeken al eeuwen naar de uitgang van hun ivoren toren. Sinds kort duiken de professoren zomaar op tussen het volk: als pop-up wetenschappers. Een restaurant met een leeftijd van enkele jaren zit vandaag de dag al dicht bij het einde van zijn levenscyclus. We houden niet meer van het eeuwige. We verwisselen het graag voor het tijdelijke. 'Waar gaan we eten? ' 'Nou, er is hier op de hoek een pop-up gekomen.' 'Oh, lekker.' Failliete winkels maken plaats voor pop-up stores, vergaderen doe je in pop-up locaties en events, nou ja als je een event niet gewoon een beetje oppupt, dan is het geen event.

In Amersfoort hebben we Smaak. Afgelopen zondag zette de herfstzon het St. Pieters en Blokland Gasthuis in de spotlights. Het was lang geleden dat ik daar binnen was geweest. Een betoverende locatie. Pop-up museum Smaak presenteert hier tot eind oktober de kunstzinnige smaak van negen gastconservatoren van 65+. Een aangename wandeling langs de smaakdiversiteit van negen vrouwen in de herfst van hun leven. Grijzen! Komt, verzet uw zinnen, roept dichter Pieter Pijpers niet voor niks vanaf de wand van de bovenste etage. Een feest van de herfst dus. Maar ook de winter laat zich horen. De schreeuw van een demente bewoonster galmt door de hal. Alsof zij de tijdelijkheid zat is. En klaar is voor het eeuwige.

7. Klaas en Tonio, Theater De Lieve Vrouw, 13 oktober 2016

'Langzamer fietsen, jongen. Je moet de tijd te slim af zijn'. Het is de mooiste zin die Pierre Bokma mag uitspreken in zijn rol van Adri van der Heijden in de film Tonio. In zijn droom fietst hij de nacht van het fatale ongeluk achter zijn zoon aan. Hij denkt het noodlot te kunnen foppen. 'Langzamer fietsen, jongen'. Ik was bij de Amersfoortse première in Theater De Lieve Vrouw, waar een première nog ouderwets wordt ingeleid met een stichtelijk woord van een filmkenner. Mooie traditie. Had Tonio in werkelijkheid twee seconden langzamer gefietst, ja dan was deze film er niet geweest. Het boek ook niet. En Tonio was even anoniem gebleven als kinderen van andere grote schrijvers. Hij was dan misschien op latere leeftijd - om maar eens een ander ongeluk te noemen - halfzijdig verlamd geraakt. Zoals Klaas. Klaas hangt beneden in het theatercafé. Tonio draait boven in de Grachtzaal. Ze zorgen samen voor een avondje uit met de dood. Klaas staat op foto's van Gerda Kalmann. Ze hangen er vanwege Fotofestival 033 fotostad. Klaas gaat twee keer per dag in zijn scootmobiel op bezoek bij zijn moeder. Zijn moeder ligt weliswaar op het Rusthof, maar hij laat zich niet uit het veld slaan. Hij neemt de bloemen mee waar ze van houdt. Hij doet haar tuintje. Vertelt de laatste nieuwtjes. Klaas bivakkeert in het grensgebied van leven en dood. Waar Gerda Kalmann hem betrapte. Ze heeft hem kleur gegeven in pakkende zwart-witfoto's. Klaas leeft nog gewoon met zijn moeder. Hij is de tijd te slim af geweest.

6. Bachdag, diverse locaties binnenstad Amersfoort, 8 oktober 2016

Allereerst moeten we gewoon even omhoog kijken. En dan zeggen: bedankt dat u weer belangeloos hebt meegewerkt, 266 jaar nadat u in Leipzig de ogen dicht deed. Uw contrapunten gleden afgelopen zaterdag soepeltjes van de toren, caramboleerden over het plein en maakten van de tosti's op de terrassen hemels brood. Uw koralen klommen langs de zuilen omhoog en vielen als zonnestralen op het publiek van de Sint-Joriskerk. De klarinet van uw zoon Carl Philippe kroop, met klavecimbel en cello, tussen de dekentjes in de bedsteden van de Mannenzaal. En in de Sint-Franciscus-Xaveriuskerk wekte het Amer Consort nog een vaag familielid uit uw wonderbaarlijke Bachdynastie tot leven: Johann Ludwig. Hij wist met zijn Unser Trübsal tranen terug te brengen die twintig jaar geleden in mijn ogen hadden gestaan. Ik zong toen met een Amersfoorts koor in deze zelfde kerk. Op het programma stond De Oude Jacob. Voor de niet-ingewijden: geen familie van Bach. Wel een lied van Annie Schmidt en Harry Bannink. Kort voordat we dit lied destijds zongen, hoorden we dat Leen Jongewaard, de oervertolker van dit lied, die ochtend was overleden. Doebedoebedoe. Hij komt nooit weerom. Afgelopen zaterdag mocht ik weer zingen in deze kerk. Want het Amer Consort liet het publiek vierstemmig meezingen met Bachs koralen. Een volle kerk deed mee. Want, meneer Bach, u bent de deftige concertambiance ontgroeid. U bent - zo noemen we dat vandaag de dag - streetwise. Uw stadionconcert is een kwestie van tijd. Want dacht u van De Topper?

5. Muurpoëzie, onthulling door Lucas Bolsius, 30 09 2016

Poëzie ligt op straat. Neem nou Lucas Bolsius, burgemeester te Amersfoort. Hij kwam vrijdagmiddag naar de binnenstad om vier muurgedichten te onthullen. Om te beginnen hebben we dan al een dubbele dactylus te pakken. Bolsius. Amersfoort. Ik weet niet of hij zijn herbenoeming mede te danken heeft aan de ritmische congruentie met de stad, maar mij dunkt dat het een voordeel is. Bolsius en Amersfoort, samen weggelopen uit een ollebolleke. Dat lijkt mij een aanbeveling. Maar hier bleef het niet bij. Hedendaagse poëzie viel ook te beluisteren toen de burgemeester met zijn gevolg door de stad liep van het ene naar het andere te onthullen gedicht. In de Hellestraat bij de visboer riep een man: 'Hé, daar gaat Bol....., hoe heet ie: Bol....., hoe heet ie: Bol.......' Straatpoëzie, een onderschatte categorie. Zet er een beat onder en je hebt een geinig intro van de weekvideo van de burgemeester. Poëzie zat ook in de meesterlijke plot aan het einde van de reeks onthullingen. Het vierde muurgedicht was afgedekt met een hoeslaken. Initiatiefnemer en stadsdichter Nynke Geertsma had namelijk niets nagelaten om poëzie dichtbij het volk te brengen. Een hoeslaken is in beginsel bestemd voor horizontaal gebruik, maar deed hier verticaal dienst als verhuller. Het lostrekken van het laken viel niet mee. De burgemeester sprak al zijn talenten aan als imitator van Stan Laurel. En jawel hoor, hij eindigde dan ook onder het laken. Het voelde als de wending in een sonnet. Het gedicht zag het licht. De onthuller moest worden onthuld.

4. Kloosterwandeling, met Arnold Huisman, 23 09 2016

Wanneer je in Amersfoort de parkeergarage Beestenmarkt in rijdt, kun je historisch verantwoord dromen dat je een klooster betreedt. Tenminste, als je een man bent. Want de kloosterlingen waren mannen. Die soms beesten waren, zoals wij weten. Dat daar later de Beestenmarkt kwam, berust helaas op louter toeval. De mannen in dit St Jansklooster zijn zo'n vijfhonderd jaar geleden door Utrechtse geloofsgenoten uit hun klooster geknikkerd.. Na een brand in Utrecht pikten ze 'ons' klooster in . Kijk, hier ligt de kiem van de Amersfoortse hekel aan Utrechters. Maar dit heb ik er zelf bij verzonnen, want geschiedenis moet wel een beetje leuk blijven.

Ik liep vorige week, met nog acht anderen, een kloosterwandeling onder leiding van Arnold Huisman. Hij organiseert al enige jaren wandelingen en fietstochten in de Amersfoortse regio. Een gedreven sociaal geograaf die iedere vrijdagmiddag een smakelijke cocktail serveert: lichaamsbeweging, kennis over stad en regio en een zelf bereid diner. Zo'n wandeling relativeert. In de Langestraat keken we in gedachten naar het eerste Amersfoortse klooster, ongeveer op de plek van de Lutherse kerk. Het klooster verdween. Een lange reeks transformaties sloeg steeds weer nieuwe gaten in het straatbeeld. De internetrevolutie van vandaag is het nieuwe vliegwiel van veranderingen. Zij kan de Langestraat misschien van zijn fletse eenzijdigheid verlossen. Intussen is achter de paarse gordijntjes van Huis Cohen aan de Zuidsingel de bel van de laatste ronde gegaan. In dit enige, nog bewoonde klooster gaat de laatste non binnen afzienbare tijd het licht uit doen. Maar dan heeft ze toch maar mooi MS Mode en Halfords overleefd.

3. Cursus bloemschikken, Groei & Bloei, Hoevelaken,            13 september 2016

Waarom moeten bloemen eigenlijk worden geschikt? Typisch weer zo'n menselijk trekje. Van rivieren maken we kanalen, van bloemen boeketten. Zelf haal ik regelmatig twee bossen gladiolen op de markt. Ik plof ze thuis in een grote vaas. Dan neem ik wat afstand en zie dat de bos zich niet gedraagt volgens ongeschreven wetten van de harmonie. Ik geef es een duwtje links en regel een verhuizinkje daar, en dan zijn de bloemen geschikt. Dat wil zeggen: geschikt voor de woonkamer. Buiten mag het een zootje blijven.

Het is allemaal de schuld van de Grieken en de Romeinen. Daarom moet het ideale boeket een kathedraal zijn met een middenschip, zuilen en zijbeuken. Al zijn er ook moderne invloeden in de bloemschikarchitectuur. Zo ontstond er op mijn cursusavond een bloemstuk dat eruit zag als een gerecht in een sterrenrestaurant: veel bord, weinig eten. Stijlvol. Zelf waagde ik mij met hulp van cursusleidster Vera de Boer aan een biedermeier. Halfrond moest het bloemstuk worden. Maar ja, die verrekte bloemen zijn allemaal verschillend. Dus daar komt nog best wat bij kijken. Fijne motoriek om te beginnen. Dus daar ga je al. 't Is niet voor niks dat ze daar nooit een man zien. Een gerbera, beste mannen met grote vingers, moet je eerst voorsteken met zo'n dun ijzerdraadje, want anders breekt de steel. Doe je dat niet, dan krijg je een biedermeier met hangoren.

Eigenlijk is bloemschikken gewoon een kwestie van orde op zaken stellen. Het is rustgevend. De volgende ochtend pluk je de dag.

2. Dag van de amateurkunst, Eemplein Amersfoort (10 september 2016)

Ik zag er tegenop als een berg. Zaterdagochtend moest het gebeuren. Zij had er recht op. Ik trof haar in een lege ruimte die gemaakt leek voor onheilstijdingen. Ik liep bedremmeld op haar af. Haar hele gezicht lachte me toe. Het was de blik die me destijds had veranderd in een hulpeloos, verliefd jongetje. En nu? Ik moest het zeggen. 'Je weet dat ik van je hou'. Mijn openingszin was laf, bijna vilein. Ik was bezig van een bom een cadeautje te maken. 'En jij houdt toch ook van mij?', ging ik verder. Met mijn uitstelgedrag creëerde ik ongewild het beeld van een wolkeloze hemel. Terwijl er een sneeuwstorm, gevolgd door een aardbeving op komst was. Waarom dacht ik toch dat ze mijn besluit misschien wel zou begrijpen? 'Ik heb een nieuwe baan, ik word de baas'. Voordat ik de belangrijkste zin kon uitspreken, barstte ze uit in blijdschap. 'Oh, dan word ik jouw first lady!'. Nu moest ik duidelijk worden. 'Nee, ik ga bij je weg. Je past niet in het plaatje van mijn toekomst. Ik moet kiezen tussen jou en mijn loopbaan.' Het werd stil. De boodschap had de landing ingezet. Toen ineens begon ze ongenadig te schreeuwen. En op haar geluidsgolven vloog ik de deur uit.

Oh sorry, misschien had ik eerst even moeten vertellen dat ik afgelopen zaterdag mee deed aan een workshop van de Amersfoortse theatergroep Thalia, onder leiding van artistiek leider Mark Colijn. Ik was Jason, zij was Medea.

1. Delicious Dishes, Leusden (3 en 4 september 2016)

Leusden mocht afgelopen weekend het toetje serveren. Foodfestival Delicious Dishes zette de punt achter een zomer vol festivalsgewijs eten. Nou ja, eten. Eten doe je thuis. Festivals zijn er voor eetbeleving. En voor een beetje eetbeleving heb je food nodig, geen eten. Alleen op Proef in Amersfoort eet je nog. Daar is het dan ook ouderwets 'keigezellig'. Je hebt er restaurateurs. En keurige cabines. Maar moderne eetbeleving vraagt om foodtrucks. Ze reden af en aan afgelopen zomer: Lepeltje Lepeltje, Amersfoort kookt, ZOOmer Foodfestival en Proeven in het plantsoen. We konden ons suf eten aan streetfood. Allemaal volgens origineel familierecept. Authentiek ook. En homemade. Dat u niet denkt dat ze daar in zo'n caravan wat in elkaar zitten te flansen. Chillen moet je er ook. Best zwaar allemaal voor een calvinist als ik. Ik ben ook een keer zo stom geweest naar yoghurtijs te vragen aan zo'n foodtrucker. Terwijl hij 'frozen yoghurt' verkocht. Ben met een zak over mijn hoofd afgedropen. Want we hebben het hier niet over kleine dingen. Festivals worden in wetenschappelijke kring beschouwd als de nieuwe religie.

In Leusden waren de hamburgers ambachtelijk, de friet biologisch en je kon er 'snexs' krijgen. Ook van der Valk was er. De PR-manager had een plan bedacht. Innovatie dames en heren! Geen friet met schnitzel meer! En, wat hadden ze? Schnitzel in de vorm van frietjes. De Vandervalkjes hebben verrekte goed begrepen hoe je van eten food maakt. AD/AC 8 september 2016


PROEFAFLEVERING 4 (minicursus insecten, Natuuracademie Schothorsterbos, 24 augustus 2016)

Het vooroordeel moet meteen maar uit de wereld. Ik heb het over de wijdverbreide afkeer van de oorwurm. Zijn niet alledaagse uiterlijk en ongevraagde aanwezigheid heeft de mens doen besluiten hem in de verdomhoek van het dierenrijk te plaatsen. Maar wat blijkt? Hij doet aan kinderopvang. Alle andere insecten zitten maar zo'n beetje te rotzooien met antennes, roltongen en zuigsnuiten , maar een beetje op de kinderen letten, ho maar. Zoek het lekker zelf uit. De oorwurm daarentegen runt zijn eigen dagverblijf, een uniek hoekje zorgsector in de egocentrische wereld van de geleedpotigen.

Kijk, dat pik je dan weer op van zo'n mini-cursus van de Natuuracademie in het Schothorsterbos. Nog voor zijn college begint, weet docent Jan van Asselt een springspin - acht pootjes met trampolinezolen - op een A4-tje geweldloos uit de zaal te ontruimen. De zaal voldoet daarna aan alle clichés: lichtbalken, lelijke zakelijkheid en geen greintje levend organisme in deze arena van de natuureducatie. Afgezien van de 25 cursisten en de cursusleider.

Zelf ben ik trouwens ook een oorwurm. Ik zorgde - al wel even geleden - dat mijn kinderen een leuke verjaardag hadden. Dan was ik in het Schothorsterbos een volle ochtend bezig met het uitzetten van een speurtocht. Dus dan heb je 's middags, tijdens het verjaarspartijtje, rust. Dacht ik. Na 20 minuten kwamen ze over de finish. Alsof ze insecten waren. Insecten hebben namelijk zes poten. De kinderen kwamen ook altijd terug met lieveheersbeestjes. Daarvan zijn er zestig soorten, weet ik nu. En hun stippen hebben niks met hun leeftijd te maken hoor, kinderen. En een hommel is trouwens gewoon een bij. En een dansmug doet even de salsa voordat hij je prikt. En een kakkerlak? Een smerig beest? Uitroeien die soort? De kakkerlak, zo weet ik dankzij de cursus, is mooi en schoon. Hij is alles wat wij denken dat hij niet is. Educatie levert nieuwe vrienden op. Kom erin, oorwurm. Kopje thee, kakkerlak?


PROEFAFLEVERING 3 (film op het plein, 11 augustus 2016)

De herfst is deze avond aan het proefdraaien. Midden op het plein staan drie strandstoelen met paraplu's erboven. Vermoedelijk kampeerders die al het nodige water voor hun kiezen hebben gekregen. Alle andere bezoekers van The Broken Circle Breakdown zitten op de terrassen, droog en - in mijn geval - onder een straalkacheltje. Ik heb vier lagen kleding aan. De zomeravondfilm op het plein brengt deze avond ook nog veel weemoedige country muziek. We kunnen onze lol dus op. Het enige dat herinnert aan de zomer is mijn Grimbergen Blond.

Niet iedereen op het terras komt voor de film. Op het grote doek bij de Onze Lieve Vrouwetoren bedrijven de hoofdpersonen de liefde. De vrouw beklimt de man alsof ze de toren op moet. Intussen voeren naast mij twee dames een luidruchtig gesprek over de zwemlessen van hun kinderen. Pas als later in de film een kind wordt geboren - dat wil wel eens gebeuren als je een toren beklimt - komen de dames even uit hun gesprek. 'Leuk kindje'. Een man aan een tafel verderop grijpt in. 'Hé, er zitten hier mensen naar een film te kijken, kunnen jullie niet ergens anders heen?' Tja, dat is ook wat. Zit je op het terras van je stamkroeg te beppen, en dan zou je ineens moeten oprotten omdat een meneer een film wil zien die hij thuis ook uit de on demand videotheek kan halen.

Film in de buitenlucht, het is in modern jargon een 'hybride event'. Een huwelijk tussen de introverte filmzaal en het extraverte plein. Terwijl ik moeite doe het Vlaams in de aangrijpende film te verstaan, begint een mevrouw verderop ineens in het Fries te praten. Het is goed Ben, zeg ik tegen mezelf. Het is namelijk hybride. Als de herfst op een zomeravond.

PROEFAFLEVERING 2 (Willem Wits in de Vereeniging, 4 augustus 2016)

Aan mijn tafel in restaurant De Vereeniging zit een gezin uit Zwartebroek. Ze doen een dagje Amersfoort en hebben gelezen over een optreden van de Amersfoortse singer/songwriter Willem Wits. Om ons heen zitten mensen nog te eten. De Zwartebroekse vader ('Ik ben een leenvader') vertelt dat hij zelf graag kookt. Zijn specialiteit? Hutspot! Het gezin likkebaardt. Ze hebben geen idee wie Willem Wits is. Weten niet dat hij steevast 'een eigenwijs talent' wordt genoemd. Dat zijn liedjes niet altijd meteen te begrijpen zijn. Dat zijn liedjes minder eenduidig zijn dan die van Sjors van der Panne. Want dat hoopt de Zwartebroekse moeder: dat Willem een soort Sjors van der Panne is. U kent Sjors van der Panne toch wel, meneer? Hij werd in 2014 tweede in The Voice. Het podium van Willem heeft deze avond weinig weg van dat van The Voice. De weersvoorspelling heeft de organisatie doen besluiten hem in een overdekt restauranthoekje te proppen. Intussen trekt het weer zich van de voorspelling niks aan. Waardoor het publiek even later hunkerend naar buiten zal staren.

Want Willem is vanavond wel erg eigenwijs. Hij doet een try out van een voorstelling in De Lieve Vrouw, dit najaar. Willem vertelt over een fase in zijn leven waarin hij dacht dat hij God was. Hij leest surrealistische teksten voor waar De Vereeniging helaas geen touw aan vast kan knopen. De eerste tien minuten hopen de aanwezigen nog dat hier sprake is van een ingenieuze openingsscène waarvan de portee spoedig duidelijk zal zijn. Maar na een kwartier druipt de eerste tafel af. En na een half uur houdt Willem het zelf ook voor gezien. Een ongewoon kort optreden, maar het publiek haalt opgelucht adem. Eén liedje heeft de singer/songwriter gezongen. De rest was theatrale hutspot op een bedje van Wits. Zwartebroek heeft nog nooit zo naar Sjors verlangd.

PROEFAFLEVERING 1 (Mondriaanhuis, 29 juli 2016)

Het zijn Fransen, maar ze lijken wel Japanners. In een rondje van 30 seconden scannen ze de serie vroege Mondriaans in het Amersfoortse Mondriaanhuis. Daar zitten ze duidelijk niet op te wachten. Waar zijn ze nou, de doeken met de felgekleurde vlakken? Tja, die hangen een eindje verderop, in Otterlo, Amsterdam, Den Haag, Rome, New York. Amersfoort heeft zijn geboortehuis. Amersfoort is evenzoveel Mondriaan als Zundert Van Gogh is. Maar ja, toch een stuk lekkerder dan Schiedam die evenzoveel Rien Poortvliet is.

De Fransen gaan later toch tevreden de deur uit. Want tot en met 9 oktober hangt er in het Mondriaanhuis werk van de Chinese kunstenaar Liu Ye. Hij is bewonderaar van Mondriaan. Door die fascinatie heeft hij beelden van Mondriaan in zijn eigen werk opgenomen. In de toelichting las ik het soort zin waar ik dol op ben: 'De kunstenaar Liu Ye gaat een dialoog aan met de beeldtaal van Mondriaan'. Zelf zou ik ook niet zo gauw zeggen dat ik Mondriaans in mijn werk heb gekopieerd. Mij is het overigens nooit gelukt, een dialoog aangaan met de abstracte vormentaal van Piet Mondriaan. Ik snap Piet wel, maar ik voel hem niet. En eerlijk gezegd vind ik 'de dialoog' van Liu Ye aantrekkelijker dan de monoloog van Mondriaan. Zoals een lied dat gecoverd wordt soms beter klinkt dan het origineel. Liu Ye heeft een lijntje met het alledaagse.

Twee dagen na mijn bezoek staat er bij mij in de straat een vrouw in een T-shirt met Mondriaan-motief. Te praten met een vriendin. 'Zo', flapte ik eruit, ' een dialoog aangegaan met de beeldtaal van Mondriaan?' De vrouw keek naar haar vriendin en mompelde: ' Kom, we gaan, je weet het nooit met die dorpsgekken'.


Columns 2018/2019

9. Liefde 

(laatste column voor AD Amersfoortse Courant, eind februari 2019, per 1 maart verhuisde ik naar Kortenhoef)

Er stroomde nog water op de stadsring. Niet dat ik dit beeld levendig op mijn netvlies heb staan, maar ik werd toen, drie jaar oud, Amersfoorter. Ik moet bekennen dat ik de stad meer dan eens ontrouw ben geweest. In de jaren zeventig vertrok ik langjarig en langharig naar de hoofdstad. Om er nacht te braken, te protesteren tegen de verhoging van het collegegeld, de universiteit te bezetten en in gestolen uurtjes te studeren. 

Amersfoort was nog een dorp in het diepst van zijn gedachten. Met de annexatie van Hoogland liet de stad voor het eerst haar stedelijke tanden zien. De opstandige Hooglanders lieten zich maar amper temmen. Jarenlang was ik er getuige van, want na een paar jaar Enschede - mijn eerste baan - betrok ik een woning in dit wingebied van de Keistad, dat in de volgende decennia in een noordelijke, stenen omsingeling geraakte.

Intussen is mijn stad een gevaarlijke grens overgestoken: de snelweg. Kadastraal geen vuiltje aan de lucht, maar er zijn ook mentale grenzen. De groei van een stad werpt vroeg of laat de vraag op wat die stad eigenlijk is. Niet meer dat dorp van toen, maar wat wel?

De historische of mentale binding met steden lijken op hun retour. De pragmatiek is aan de winnende hand. De groeiende mobiliteit gaat gepaard met onthechting. Mobiliteit is immers het verschil tussen blijven en passeren. De stad als thuisbasis wordt steeds meer een stad als uitvalsbasis. Amersfoort heeft daarvoor de ideale ligging. Het is geen goed nieuws voor de politiek, die toch al met onverschilligheid en wantrouwen te kampen heeft. En ook de lokale journalistiek heeft last van een verminderende identificatie met het woongebied.

Toen ik vijftien geleden terugkwam van zes jaar Rotterdam - ja, ik had mijn stad voor de 3e keer verraden - wist ik het zeker. Ik zou hier de rest van mijn leven blijven. Ik wilde weer naar Theater De Lieve Vrouw kunnen lopen, langs het Corderius kunnen fietsen, de Langestraat zien verleppen, de Nieuwe Stad zien verrijzen en boeken gaan kopen bij Veenendaal. Misschien omdat ik intussen wat ouder was schroomde ik niet te bekennen dat ik liefde voelde voor mijn stad.

Maar eergisteren zat ik bij de notaris. Om mijn huis te verkopen. Om de stad te verlaten. Het spijt me, Amersfoort. Het is geen bindingsangst. De liefde voor u is ook allerminst bekoeld. En met veel plezier speelde ik op deze plek de nar en de betweter.

't Is de liefde voor mijn vriendin Gerrie. U speelde al een tijdje een verloren wedstrijd. Ik ga naar Kortenhoef. De kans dat ik nógmaals terugkeer lijkt mij even groot als de kans dat er weer water gaat stromen op de stadsring.

8. Van Wittel

Als ik de koning was zou ik op Koningsdag, aan het einde van de zorgvuldig uitgezette zwaaiwandeling, op het Eemplein even doen alsof ik moet plassen. Om dan de feestelijkheden op het plein te ontvluchten en bij Kunsthal KAdE naar binnen te sneaken. En me te laten overrompelen door Caspar van Wittel. Toen ik, onderweg naar Albert Heijn, met mijn boodschappentas in de hand het museum betrad moest ik even denken aan Pierre Jansen, de vermaarde presentator van het allereerste televisieprogramma over kunst, Kunstgrepen. Hij zag een museum als een stuk van de straat. Drempelloos. En beweerde dit in de tijd dat musea nog algemeen werden beschouwd als het domein van kunstkenners en snobs. Die hem dan ook prompt een populist noemden. Dus ik nam, helemaal in de geest van deze man met zijn lange, trillende handen, onderweg naar de supermarkt de afslag van Wittel, de Amersfoortse schilder die Romein werd, en zich Vanvitelli ging noemen. Je hoeft in Kunsthal KAdE alleen maar de trap af te lopen om je in Rome te wanen. Vanaf een door van Wittel bedachte verhoging heb je een meesterlijk uitzicht over het Piazza Navona van 320 jaar geleden. Eeuwen geleden, maar verrekte dicht bij vandaag. De vierstromenfontein van Bernini staat er dan een jaar of veertig. Wanneer je met tegenzin dit plein verlaat, zie je verderop twee koepels en een obelisk. Je kent ze. Oh ja, Piazza di Popolo. Alweer een plein waar de tijd door van Wittel vakkundig is stilgezet. En ook hier heeft hij voor de kijker de allermooiste uitkijkplek gereserveerd.

En met een vooruitziende blik heeft van Wittel ook Venetië vereeuwigd. Want die stad is intussen aan het toerisme ten onder gegaan. Wij kunnen ons een weekendje filelopen - en in de toekomst nummertje trekken bij de afslag - besparen door een half uur rustig te gaan zitten en met van Wittel mee te kijken naar het gezicht van Venetië. Hij schilderde het stadsgezicht vanaf het eiland San Giorgio. Hoe kan het ook anders, het perspectief van St Joris, hij blijft een Amersfoorter. 

7. Sneuvelen

Origineel is het niet, jezelf vastbinden aan een boom om te voorkómen dat bomen worden gekapt. Het is vaker vertoond. Dus de originaliteitsprijs wordt om te beginnen al niet uitgereikt. Maar is het een gerechtvaardigd middel?

Ik twijfel niet aan de diepgewortelde weerzin tegen het inruilen van groen voor asfalt. Maar er zijn ook mensen die diepgewortelde weerzin hebben tegen het plaatsen van zonnepanelen in het weiland waar ze op uitkijken. Gaan zij straks massaal gestrekt tussen de paardenbloemen? Waardoor de politie weer moet opdraven? En zullen we het dan ook maar gewoon vinden dat bordjes met 'parkeren voor vergunninghouders' worden gesloopt, omdat het parkeerbeleid volgens betrokkenen niet deugt?

De prangende vraag die zich iedere keer weer aan mij opdringt is: namens wie opereren de actievoerders? Ze hebben het hele arsenaal aan rechtstatelijke middelen ingezet om hun groepsgelijk te halen. Je kunt er van alles van vinden, maar de actiegroep heeft op het veld van eer met vechtlust en inventiviteit de spanning weten op te voeren alvorens dan uiteindelijk te sneuvelen. Maar sneuvelen is ook een kunst. Dat kan ook waardig. Durven zeggen dat het over is. De tegenstander feliciteren. Allemaal dingen die ook horen bij democratie.

Dat geldt trouwens ook voor durven zeggen dat je fout zat. Zoals Joram van Klaveren deed. Hij schreef een boek waarin hij uitlegde dat en waarom hij het als PVV-er helemaal mis had. Dat hij de Islam nu heeft omarmd. Kritici begonnen meteen links en rechts uit de heup te schieten. Want Joram was, zo riepen ze opgewonden, mee verantwoordelijk voor het verziekte, maatschappelijke klimaat. Ja, dat was hij. Maar hij heeft spijt. Kunnen we hem dan maar beter niet feliciteren? Moet deze moed niet beloond worden? Of klimmen we liever in bomen, om dan helemaal boven, al dan niet met megafoon, het eigen gelijk te blijven verkondigen?

Dat gedrag zorgt voor een ander klimaatprobleem, een andere temperatuurstijging.

Veroorzaakt door een overdosis ik-uitstoot.

6. Goudvis.

In Barneveld is een goudvis gedumpt. Of - laten we het positief bekijken - in een sloot te vondeling gelegd. Dat kan natuurlijk gebeuren. Je bent klein behuisd, je hebt een groter bankstel gekocht en ja, dan moet er ook weer wat weg. Maar gelukkig hebben we de dierenambulance. Ze heeft de goudvis gevangen en overgebracht naar een 'tijdelijke opvang, waar de gezondheid van de vis wordt nagekeken'. Of de traumahelikopter is ingeschakeld vermeldt het verhaal niet. Maar wij mogen toch hopen van wel. Dikke kans dat de goudvis intussen weer ouderwets zijn baantjes trekt. Maar zit onder zijn goud niet een posttraumatische stressstoornis? Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. We zorgen goed voor de dieren, maar de mensen leveren in. Want heb je bijvoorbeeld een ruimteprobleem en moet je de goudvis wegdoen, dan kun je nu nog een geschilderde goudvis bij de Kunstuitleen halen. Maar die instelling gaat nu ook in Amersfoort sluiten. De Kunstuitleen is een verre echo van de BKR-regeling. In ruil voor financiële bijstand stelden kunstenaars in de jaren zeventig en tachtig hun beeldende kunst ter beschikking van bedrijven en (via kunstuitleen) aan particulieren. De kunstenaars waren de goudvissen van toen. Volgens velen vloog de verzorgingsstaat hier destijds flink uit de bocht. Het hielp ook bepaald niet dat er nogal veel op doeken leeggelopen verftubes als kunstwerken werden opgeleverd in ruil voor een door de overheid verstrekt kunstenaarsloon. De rijksoverheid zat op den duur met een onbeheersbare hoeveelheid kunstwerken - het waren er 220.000 - die ze met veel moeite vanuit haar kelders bij anderen wist onder te brengen, waaronder vernietigingsbedrijven. De kunstenaars verhuisden naar de bijstand of gingen wat anders doen.Sindsdien heeft de wet van vraag en aanbod ook in het culturele veld aan terrein gewonnen. Er is, zo blijkt, nog maar weinig behoefte aan het lenen van kunstwerken. Dus daar kun je dan ook maar beter stoppen. Er zijn gelukkig vele andere manieren om kunst onder de aandacht te brengen. Je kunt bijvoorbeeld goudvissen in een sloot leggen en deze laten redden door een ambulance. Een installatie, heet dat in de kunstwereld. 

5. Zingen

Of u maar vaker wilt gaan zingen. Want dan wordt de wereld beter en uw gezondheid ook. Zingen vermindert werkstress en zorgt voor een betere band met anderen. Blijkt uit een recent Brits onderzoek. Niet dat dit nieuws is. Want we weten allang dat muziek, en vooral muziek maken, de bovenkamer fris houdt. Onze nationale hersenprofessor, Erik Scherder, zegt het ook steeds. Hij keek zó op van zijn eigen, wetenschappelijke bevindingen, dat hij van schrik vioolles is gaan nemen. Een jaar of zes geleden was heel Engeland in de ban van een televisieserie waarin een jonge dirigent, Gareth Malone, koren formeerde in bedrijven, niet gehinderd door hiërarchische posities. De verbinding en ontspanning spatten van het scherm af.

Ongeveer 10% van de Nederlanders zingt in koren. We hebben bijna de hoogste koordichtheid ter wereld. Maar vanuit een oogpunt van gezondheidszorg is dat nog best laag. Een op de vier Nederlanders heeft een hersenaandoening. Veel mensen denken dat ze niet kunnen zingen. Dus beginnen ze er niet aan. Veel mensen kunnen niet hardlopen. Toch strompelen ze op zondagochtend schaamteloos voor mijn huis langs. Ongeveer 2 miljoen mensen doen aan hardlopen. De benen, de armen, de billen en de buikspieren hebben kennelijk hogere prioriteit dan de hersenen.

Daarom wordt het tijd de volgende maatregelen af te kondigen.

1. Wie geen wijs kan houden gaat op zangles. Want vals zingen geeft juist weer stress. De zanglessen komen in het verzekeringspakket. De alternatieve geneeswijzen gaan eruit.

2. Publieke bijeenkomsten, zoals gemeenteraadsvergaderingen, worden met gezang geopend. Fracties mogen om beurten een lied kiezen. De teksten moeten, vanuit een oogpunt van hersentraining, uit het hoofd gezongen worden. Er wordt al genoeg voorgelezen in de raadzaal.

3. Er komt een Nationaal Nootfonds. Bedrijven worden met subsidies gestimuleerd koren te formeren. Zingen wordt een werknemersrecht en komt in de cao.

4. Niemand mag nog voor het zingen de kerk uit.

4. Willekeur

Dat drie Armeense kinderen, 8, 5 en 3 jaar en geboren in Nederland, op het punt stonden om te worden uitgezet wisten we een week geleden nog maar amper. We hoorden het omdat er in maart verkiezingen zijn. Waardoor het CDA ineens voor het kinderpardon is en D66 en CU ook even geen zin hebben aan de leiband te lopen. Klaas Dijkhoff effende het pad, met zijn chagrijn over het klimaatakkoord en zijn ontdekking van de gewone man.

De talkshows hoorden we niet over de intussen uitgezette kinderen. Terwijl de eveneens Armeense Howick en Lili er zo ongeveer een abonnement hadden. Toen dit tweetal uiteindelijk mocht blijven noemde Arjen Lubach het besluit - terecht - een 'talkshowpardon'. Ook het NOS Journaal draaide bij de affaire Howick en Lili overuren. Met extra journaals berichtten ze dat broer en zus waren weggelopen, om een shift later te melden dat ze waren gevonden. De maatschappelijke steun en verontwaardiging kookte over, zodat die arme staatssecretaris Harbers wel de hand over het hart móest strijken. Zijn hand werd geleid door de media. Met als gevolg dat een tot dan begrijpelijke tegenstelling - consequent zijn of niet consequent zijn - verdween in de mist. Het nieuwe beleid was: alle kinderen moesten worden uitgezet behalve deze twee. Waarom? Niemand wist het.

Na het talkshowpardon dreigt er nu een verkiezingspardon. Ik zeg 'dreigt' omdat opportunisme erger is dan een goed onderbouwd nee. Ik woon het liefst in een land met een kinderpardon. Maar zolang dat er niet is woon ik liever in een land dat streng is op het gebied van immigratie dan in een land waar de willekeur regeert.

Met verkiezingen in het vooruitzicht ligt het bestuur van het land goeddeels stil. Politici beginnen dan opzichtig de veronderstelde achterbannen naar de mond te praten. Hun bestaan is ervan afhankelijk, dus het is onuitroeibaar. Misschien moeten we alle verkiezingen maar es op één hoop gooien. Eens in de vier jaar op één dag: Europa, Nederland, provincie Utrecht en Amersfoort. Klaar is Kees. En dan weer vier jaar gewoon besturen zonder draaikonterij en slappe knieën.

3. Ondergronds

'Hé Groenendijk, zijn ze nou helemaal van de pot gerukt?' Bas aan de telefoon. Hij belt me af en toe. 't Is een opgewonden standje. Dat weet hij zelf ook. Eigenlijk belt hij om gekalmeerd te worden. Ik ben zijn zelfmedicatie.       'Gaat het groene front nou ineens ondergronds?'.                  Ik begrijp hem niet meteen.                                                    'Die dassen, de actievoerders hebben een partij dassen ingezet. Die schijnen in Birkhoven burchten te hebben. Die beesten gaan zogenaamd last krijgen van de weg. Ze kunnen straks ook niet meer oversteken naar hun familieleden. Misschien moeten we klaar-overs inzetten.'                      'Nou Bas, zo grappig is het niet en het ligt wat genuanceerder.'                                                                         'Ja, gooi d'r maar weer van die dodelijke nuances in. De veldslag over die rondweg begint slachtoffers te maken. De actievoerders zijn in hun wanhoop volledig gestoord geraakt. Kijk, Groenendijk, die weg hoeven ze mij niet aan te leggen hoor. Daar is van alles tegen. Maar het zal toch niet gebeuren dat een stelletje van die mislukte zebra's die weg gaat tegenhouden?'                                                                           'Tja Bas, er zijn nou eenmaal beschermde diersoorten. Dat staat in de wet'.                                                                         'Oh ja? En wij dan, staan wij ook in die wet? Ik zal je es wat vertellen. Mijn oom Klaas had een boerderij. Zijn lust en zijn leven. Daar zou hij oud worden, samen met zijn Tineke. Vanaf een bepaald moment kreeg hij pijn in zijn buik, omdat er iets te vaak mannen met vage apparatuur het landschap stonden op te meten. En ja hoor, vijf jaar en drie rechtszaken later zal hij te kniezen in een appartement. Onteigend, met een partij afkooppegels op de bank. Doodongelukkig. Zijn burcht is in één dag gesloopt.'                                              'Bas, dat is heel erg voor je oom en tante. Maar dat soort dingen is nou eenmaal onvermijdelijk in een land waar de bevolking en de mobiliteit groeit. Individuen zijn daar soms het slachtoffer.'                                                                        'Oké Groenendijk, daar kan ik nog wel inkomen. Maar één ding gaat er bij niet in. Dat ome Klaas waarschijnlijk dus nog wél in zijn boerderij zou wonen als hij vier poten en een zwart-wit gestreepte kop zou hebben gehad.'

2. Vrezen

'Een mens lijdt dikwijls het meest

door het lijden dat hij vreest'.

Een wijsheid van mijn moeder, die zij op haar beurt ontleende aan een gedichtje dat zó verder gaat:

'Doch dat nooit op komt dagen

Zo heeft hij meer te dragen

Dan God te dragen heeft'.

Ik moest eraan denken toen ik het volgende hoofdstuk las van de naar komedie neigende thriller die zich afspeelt rond de coffeeshop 'Villa Härtel' aan de Snouckaertlaan. Nu de gemeente heeft moeten terugkeren op haar schreden en tandenknarsend de vergunning heeft verleend pakken de bewoners het estafettestokje over. Want het stilvallen van een slepende zaak is nou ook weer niet de bedoeling. Een verrassende wending is het niet. De bewoners vrezen 'verkeers- en geluidsoverlast, wiet roken op straat en potentiële criminaliteit'.

Coffeeshops zijn de nieuwe zigeunerkampen. Over die kampen hoor je nog maar weinig. Terwijl er toch jarenlang complete wijken voor hun komst hebben zitten vrezen. De eigenaar van de gevreesde coffeeshop weet dat zijn aanwezigheid met hulp van de hoogste bestuursrechter door diverse strotten is geduwd. Hij is de gast op een familiereünie die wangslijm heeft moeten afstaan om te bewijzen dat hij erbij hoort. Dat zal hem naar ik aanneem bewust hebben gemaakt van zijn kwetsbare positie. En dat hij zijn klanten erop zal wijzen dat ze in de traditie treden van de clientèle van het vroegere modehuis Härtel. Hij zou om allerlei reden wel gek zijn als hij de klanten buiten wiet laat roken. Zelfs sigaretten roken op straat is al op weg om sociaal ongewenst gedrag te worden.

Verkeers- en geluidsoverlast heb je trouwens ook als je dichtbij een school woont. Of langs een doorgaande weg. Ik heb deze klacht nog nooit gehoord over de bioscoop. Maar het belangrijkste lijkt mij geen voorschotten te nemen op de gevreesde toekomst. Want die komt misschien nooit opdagen.

1. 2 januari

Verderop zie ik een man zijn fietstas legen. Een voor een duwt hij de flessen in de glasbak. De lege wijnflessen - vol kostten ze 9 euro - verdwijnen in het gat van 2 januari. Het was niks voor hem om zulke dure wijn te kopen. Maar de visite vond het lekker. Zelf raakte hij maar niet de gedachte kwijt dat zijn vaste wijnkeuze - 4 euro bij de Lidl - lekkerder was. Weer thuis knipt hij de lichtjes van de kerstboom aan. Twee weken was de boom het lichtend middelpunt van gezelligheid en saamhorigheid. En nu staat hij erbij als een feestband op een crematie.

Het is de ochtend van de stofzuigers. De kruimels van het krentenbrood en de kerstkransjes, de gevallen kunstsneeuw, de rafels van de goudkleurige slingers, de naalden van de met lampjes voorziene guirlandes, ze verdwijnen uit beeld. Net als de herinnering aan de vele lichtjestochten met zijn miljoenen waxinelichtjes, de nieuwe kerstsneeuw, het wereldlijke antwoord op de kerstnachtdienst.

We zetten ons schrap voor de eindeloze maand januari. Alles moet weer beginnen. Met de lijstjes, de overzichten en de terugblikken van december zijn we weer helemaal bijgepraat. Het verleden is op orde. Maar eenmaal over de jaargrens komen we in Niemandsland. Alles is voorbij, maar niks is nog begonnen.

We zetten ons schrap voor de plichtplegingen die in de komende dagen volgen. Wat wordt de nieuwjaarswens, wat gaan we zeggen? Gelukkig nieuwjaar? Dat is wel heel gewoon. Beste wensen? Lelijk Nederlands.

De sprekers op recepties doen pogingen onze blik weer voorwaarts te krijgen. Ze schilderen vergezichten voor een gehoor dat nog bezig is de smaak van oliebollen weg te spoelen met witte wijn. De sprekers horen bij het ritueel, maar kunnen ook gerust het telefoonboek voorlezen. We zijn nog niet toe aan de toekomst. Pas ergens in de loop van januari begint het nieuwe jaar. De meeste pogingen niet te roken, meer te bewegen, gezond te eten zijn dan mislukt. De laatste kerstboom is afgetuigd. De man duwt weer wijnflessen van de Lidl in de glasbak. We zijn weer begonnen.

Sterkte.

51. Kantoortaal

Vandaag mocht het nog. Stemmen. Op de ergste kantoorterm van 2018. Zelf ben ik een al een tijdje uit het kantoorcircuit, maar de gamechanger heb ik nog meegekregen. Daar moet je trouwens ook heel ernstig bij kijken. Want taal is ook een kwestie van gezichten trekken. Dus sta je aan de vooravond van een gamechanger, doe dan bij het aankleden wel je serieuze gezicht aan. En vergeet vooral niet je rol te pakken. Doe je dat niet, dan neem je risico's met je duurzame inzetbaarheid. Want wie zijn rol niet pakt, kan beter in de zaal gaan zitten. U moet mee. Ik kan het niet genoeg benadrukken, u moet altijd mee tijdens een transitie. Bij een verandering kun je nog doen alsof er niks aan de hand is. Maar een transitie is andere koek. Dan moet je ook op gelijke vlieghoogte komen. Ik zal u eerlijk opbiechten: dat ben ik een keer vergeten. En daar stond ik dan: hulpeloos en alleen op een lege kantoorvloer. Waar zijn mijn collega's? En toen? De schok was groot. Ik zag ze vliegen. Kom er dan nog maar weer eens bij. Dan komt het pas écht aan op je vitaliteit. En niet alleen dat. Je moet ook te allen tijde eigenaarschap tonen. Ook al krijg je jaar in jaar uit een tijdelijk contract, toon eigenaarschap. Doe je dat niet, dan lig je er bijna uit. Bijna, want je krijgt nog één kans. Je moet naar de gedachtentherapeut. Op zijn deur staat Chief Storytelling. Gek genoeg blijkt hij bij binnenkomst gewoon Nederlands te spreken. Hij ramt het verhaal van het bedrijf nog één keer tussen je oren. Wanneer je wankelend zijn office verlaat, roept hij je voor de zekerheid nog na: en nu vanuit je purpose werken, Groenendijk! Thuis op de bank werp je nog een blik op de folder die hij meegaf over liquid leadership. Daar blijken cursussen voor te zijn. Daar leer je dat in een bedrijf iedereen de baas is. Da's mooi, denk je. Je schrijft een brief aan de directie met de mededeling dat ze ontslagen zijn vanwege ernstige taalterreur.

50. Gaten

Er zijn financiële afdelingen waarvan de medewerkers, doorgaans bekwaam qua debet en credit, naar een cursus goochelen worden gestuurd. Want het komt voor dat de financiële werkelijkheid een beetje geholpen moet worden. Die goochelcursussen komen het meest van pas in een omgeving waar overschrijdingen in de taboesfeer zijn gekomen. Waar de politieke traumahelikopter uit voorzorg al boven een waarschijnlijke rampplek cirkelt. Zoals boven het Amersfoortse stadhuis, historisch belast vanwege perikelen met het Eemhuis, Fluor, De Nieuwe Poort, het gymnasium, Amerena en wie weet wat er nog komt

Vooral de post afschrijvingen krijgt veel aandacht op de goochelcursus. Thuis kunnen we er ook wat van. Zit het tegen, dan leggen we voorlopig even niks opzij voor de vervanging van de auto. Wie dan leeft. Zo is bij Amerena de afschrijving wat later begonnen om kosten van vertraagde oplevering te dekken. Hopelijk wordt de glijbaan dan nog steeds niet afgeschreven, want dit prenatale bedrijfsongeval moet nog altijd transformeren in het langverwachte nakomertje.

We houden natuurlijk ook ons hart vast bij de kosten van De Weg. Je voelt aan alles dat alle wegbereiders om een tafel hebben gezeten en om beurten een bedrag moesten ophoesten, al dan niet met een goocheldoos onder hun stoel. Of de bezuinigingen realistisch zijn weten we waarschijnlijk pas als het point of no return gepasseerd is. Gaat het niet goed, dan landt de traumahelikopter op het Stadhuisplein. Dan sneuvelt er een wethouder en iedereen zal roepen, net als de vorige keer: dit nooit weer. Ik bedoel het niet cynisch. Het is het script dat veel wordt gevolgd in het politieke theater.

Gelukkig zijn er naast financiële gaten ook nog galmgaten. De bespelers van het carillon van het Belgenmonument zijn in het Bergkwartier te horen omdat bij de restauratie de oorspronkelijke galmgaten zijn geopend. Beiaardschool en gemeente zijn in actie gekomen vanwege 'klachten'. Bij nader inzien gaat het om één klacht. Niettemin onderneemt de gemeente actie. Ik wil de gemeente niet op kosten jagen, dus lever gratis een tekst aan voor een briefje:

'Meneer, in een stad hóór je weleens wat, hartelijke groet.'

49. Afkicken

De beste oplossing van het parkeerprobleem in Amersfoort lijkt mij: minder parkeerplaatsen.

Wij, 17 miljoen Nederlanders, hebben 8,5 miljoen auto's. Het aantal auto's is in sinds 2005 met 20% gegroeid, de bevolking met 4 %. De Amersfoortse bevolking groeit tot 2030 met pakweg 13%. Het aantal auto's zal met een aanzienlijk hoger percentage groeien. Dat is één.

Daar komt bij dat we - terecht - plannen hebben om de binnenstad autovrij of autoluw te maken. Parkeerdruk in het centrum verschuift hiermee mee naar het gebied buiten de binnenstad. Dat is twee.

Drie is: we zijn nu al aan het waterbedden. We helpen bewoners aan vergunningen en jagen andere parkeerders naar straten waar ze nog wel zonder vergunning terecht kunnen. In welke straten bewoners zich gaan roeren en uiteindelijk ook vergunningen krijgen. Waarna andere parkeerders weer een paar straten opschuiven. Dat gaat zo door, totdat de vergunninglozen - zwervers op wielen - hun auto's op de vluchtstrook langs de A28 en de A1 moeten parkeren. Een waterbed knalt vroeg of laat uit elkaar als de een na de ander er een plekje voor de nacht zoekt. Dan wordt het dweilen.

Bovendien - en dat is vier - worden alle straten en wijken uiteindelijk parkeerplaatsen waar toevallig ook nog woningen staan. De stad verblikt. En dan hebben we het niet eens over de toeristen.

.Je kunt natuurlijk tegen mensen zeggen dat ze maar één auto moeten nemen. Maar dat doen ze niet. Of je kunt grote parkeerplaatsen aanleggen aan de rand van de stad. Met fietsen of greenwheels om thuis te komen. Maar daar gaan ze niet parkeren. Je kunt ook een gratis bus aanbieden. Maar die nemen ze niet. Je kunt mensen vragen hun garagepad te verhuren. Maar dat is wel heel erg out of the box.

Er is maar één remedie. Afkicken van verslavingen begint met ervoor te zorgen dat je de sigaretten, de whisky, de chips, de gevulde koeken of de parkeerplaats niet in huis hebt. Geef iedere woning maximaal één parkeervergunning, bevries het aantal parkeerplaatsen, verdriedubbel parkeertarieven en zorg voor voldoende afkickcentra voor automobilisten.

48. November

Soms denk ik weleens: gooi die grenzen gewoon dicht. In elk geval in de maand november. Want ga maar na wat we de afgelopen maand hebben moeten verstouwen.

Het begon met Halloween. Oerhollandse winkels als Albert Heijn accentueerden dit importproduct met stapels pompoenen, de wat grof uitgevallen wegbereiders van de pepernoten. En 's avonds gingen kinderen en ouderen los in een poging de dagen van de doden - Allerheiligen en Allerzielen, de dagen na Halloween - met zoveel mogelijk feestgedruis aan te kondigen. Halloween is eigenlijk niks anders dan de lawaaivariant van 4 mei.

De pompoenen waren nog maar amper uit ons blikveld verdwenen of schreeuwerige advertenties begonnen al de loper uit te leggen voor de Grote Graaidag. Omdat we zelf te stom zijn om een naam te verzinnen heet dit nieuwe fenomeen Black Friday, ooit zo genoemd door de politie van Philadelphia vanwege de onwaarschijnlijke verkeersdrukte op deze dag. De tijd dat er nog echt 'uitverkoop' was ligt lang achter ons. De winkelstraten zijn het hele jaar vergeven van de lokwoorden: sale, supersale, outlet, totale leegverkoop. Je zou denken, daar trapt geen weldenkend mens nog in. Black Friday is het nieuwe, geïmporteerde kuilgras waarmee de kudde de winkelstraten in wordt gelokt. De magnetische werking is al zó groot dat Black Friday nu al drie dagen duurt. Ik voorspel dat Black Friday binnenkort het stokje gaat overgeven aan White Christmas.

En dan denk je dat je alles hebt gehad. Maar dan is daar tegen het einde van november ook nog 'walking with chairs'. Een geïmporteerd kunstconcept. Je pakt je stoel, loopt naar buiten, gaat op de hoek van een straat zitten en je bent kunstenaar. Passanten vermoeden waarschijnlijk dat je op weg bent naar een feestje waar je je eigen stoel moet meenemen. Maar nee, je bent op weg naar een 'contemplatieve plek'. Zodra je daar gaat zitten contempleren, vervaagt de scheiding tussen kunstwerk en toeschouwer. Denkt de bedenker. Ik denk van niet. Maar ik zie wel weer een novembertraditie aankomen. Misty Saturday. 

47. Spot

Een beeldbepalende woontoren langs de Stadsring. Twee jaar geleden is het ontwerp gepresenteerd. The Spot, ultimate living downtown Amersfoort. Het zou zelfs meer worden dan ultimate living. Een landmark. Een eyecatcher. Amersfoort ging zich langs de Stadsring misschien wel gedurfd kleden. Toonde courage. Maar het plan is afgeblazen. Dat heb je met prestigieuze plannen. Ook het afblazen duurt al gauw twee jaar.

Jammer. Het was een mooi plan. Weliswaar was de ontwikkelaar niet op de hoogte van het feit dat wij in Amersfoort Nederlands spreken, maar voor het overige leek de woontoren mij een waardige opvolger van hotel-restaurant de Witte. Want dit was tot in de jaren tachtig the place to be. Ultimate meeting each other. Al was het dan voor de happy few

Ik lees in deze krant dat het woongebouw niet past in het stedenbouwkundige plan dat de gemeente onlangs opstelde. We moeten vrezen dat er iets is misgegaan met de volgorde der dingen. Gewoonlijk is er eerst een plan. Zolang er nog geen plan is kun je meestal nog geen virtuele tour doen in een geplande woontoren. Nu wel. De virtuele tour zal zich vanaf nu weer voltrekken in de Boeddha-put, genoemd naar het afgebroken Chinees-Indische restaurant dat de plek van De Witte innam. De put is de trieste getuige van 14 jaar stilstand. De begraafplaats van halve en hele ideeën. Het theater van de besluiteloosheid. De zwart uitgeslagen kies in het gebit van de stad die strakjes vrolijk moet lachen naar het koninklijk paar. Dat wordt een ommetje.

Ik lees op de site van The Spot dat de put van 800 m2 beschikbaar is voor pop up ideeën zolang er nog niet gebouwd wordt. Nou, dat duurt nu zeker weer twee, drie jaar. Voorlopig zou ik er een groot bord neerzetten, verlicht met een grote spot, met daarop de tekst: "Wie niet wil vliegen belandt uiteindelijk in de put' (Voor de ontwikkelaars onder u: 'Who does not want to fly, ends up in the pit')

46. Leugens

Ik werd opgejut door Booking.com. Want er waren ook een paar anderen aan het kijken naar het hotel van mijn keuze. En 'zojuist', zo las ik, had iemand anders geboekt. Bij aankomst in Vlieland bleek dat ik een hotel had voor mij alleen. Ik kreeg de mooiste kamer, met uitzicht op de Waddenzee.

Taal is meer dan een verzameling woorden. Soms kun je gewoon liegen zonder dat de toehoorder het als leugen ervaart. We kennen het verkooptrucje. Toen ik ooit door een agent werd aangehouden omdat het achterlicht van mijn fiets niet brandde, deed ik verbaasd en zei: 'sorry, toen ik thuis weg reed, deed ie het nog'. Op zich een heldere tekst, maar een smoes met een nog oudere baard dan die van Sinterklaas. In politiekringen staat deze smoes te boek als het liegen van de waarheid. Het is een gelegenheidsleugen die door het veelvuldige hergebruik de betekenis heeft gekregen van een bekentenis.

Er zijn meer voorbeelden van. Zo werd onze minister-president laatst gevraagd of hij in de loop van de kabinetsperiode een topfunctie in de EU gaat accepteren. Zijn antwoord luidde: absoluut niet. Op het eerste gezicht glashelder. Maar woorden hebben dus vaak een tweede gezicht. Ga maar na. Stel hij antwoordt: ja, op zo'n verzoek zou ik graag ingaan. Dan degradeert hij het minister-presidentschap. De voortzetting daarvan is dan zijn tweede keuze geworden. Het kabinet valt binnen een week. Dat antwoord geeft hij dus niet. Een tweede mogelijkheid is: hij houdt de bal in het midden. Dat is bijna even erg. Het speculeren over zijn vertrek gaat dan nog maanden door. Zijn positie zal verzwakken. Ook geen optie. Hij kan dus maar één antwoord geven: nee, ik vertrek niet. Het is zijn enige vluchtroute, De vraag was naïef. Het antwoord betekent niks. Het is een Haags ritueel. Als Rutte alsnog naar Europa gaat, zullen journalisten hem herinneren aan zijn leugen. Maar rituele leugens hebben geen echte betekenis 

45. Konijn

Tegenwoordig loop ik als een grote jongen langs mijn voormalige verslaving heen. Natuurlijk had ik wel gelezen dat de kermis weer naar het Eemplein zou komen. Maar ik kruiste het plein richting Albert Heijn alsof er niks aan de hand was. Uit mijn ooghoek zag ik ze wel staan, de stakkers. Hun zak vol euro's en maar hopen dat het konijn nou es een keertje niet uit de grijper zou lazeren. Maar die konijnen zijn behoorlijk nauwkeurig op gewicht ingekocht. Met een beetje geluk vallen ze nog net op de rand van het gat dat naar buiten leidt. Ik blijf even staan en zie het weer gebeuren. Hoe de hand van de hongerige verslaafde het klepje aan de buitenkant al vastheeft. En hoe dat klerekonijn vanaf de rand terug kantelt in zijn hok. De speler en zijn mee levende fans slaan de handen op het hoofd alsof Rob Rensenbrink opnieuw tegen de paal heeft geschoten. Ik voel met ze mee. Wat gaat de grijpautomaatspeler nu doen? Ik zie de bekende aarzeling. Hij heeft vast al flink wat euro's in dat apparaat gegooid. Ik zie hem bewegen langs de apparaten. Bekend verschijnsel. Hij vermoedt waarschijnlijk dat het aan het konijn ligt. Hij koopt weer een stapel euro's en zet zich schrap voor de apen. Die hebben van de slungelige armen, zal hij denken. Die armen blijven vast wel aan de grijper hangen. Na zijn eerste mislukte poging loop ik verder. Ik weet hoe dit afloopt. Zelfs als hij een aap scoort zal er toch ergens in de loop van de dag het besef komen dat zijn trofee een goedkope prulknuffel is. En dat die handige kermisjongens zijn hebberigheid weer hebben weten te exploiteren.

Ik kan het weten. Een tijdje geleden bracht ik een grote vuilniszak vol knuffels naar de kringloop. Nooit iets mee gedaan eigenlijk. Ze stonden al jaren een kast te vullen. Daar stonden ze eigenlijk maar om één reden. Dat de inkoopwaarde enkele honderden euro's was.

44. Laptop.

'Is er nog dringende post?' Kasja Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken, vraagt het vanachter haar bureau. Ze heeft het druk. Haar medewerker is binnengekomen.

'We hebben vandaag 140 gewone brieven en één brandbrief.' Kasja kijkt er nauwelijks van op. 

'En is die brandbrief van eh....' 

'Ja, Hans van Wegen'. 

'Wat moet ie nou weer?'

'Hij wil een laptop van de zaak. De vergoeding is te laag, zegt ie'.

'Wat adviseer je?'

'Niet doen. Volgende keer komt ie voor shawlsubsidie. De man heeft altijd een rode shawl om, dus...'.

'Is dat trouwens die man die zo tekeerging tegen de hogere wethouderskosten?'

'Klopt. Het aantal wethouders is uitgebreid. Daar is hij tegen, net als andere oppositiepartijen'.

'Maar dat is toch gewoon het gevolg van de versplintering van het politieke landschap? Wat zouden die oppositiepartijen zelf doen als ze in het college zaten. Genoegen nemen met een minder dan evenredig deel? Kom nou. Baloney! (= bullshit in het Zweeds, redactie).

'Ja, daar heb je gelijk in. Maar nou moet ik eerlijk zeggen dat het Amersfoortse college krampachtig heeft proberen aan te tonen dat de taken ineens allemaal zwaarder zijn geworden. Dat lijkt mij stug.'

'Je hebt gelijk, ze kunnen beter gewoon zeggen hoe het zit. De politieke realiteit is dat je alleen maar een college kunt vormen met een evenredige verdeling van posten. Dat leidt dan soms tot extra wethouders. Kom daar gewoon voor uit. Ga geen ongeloofwaardige smoezen verzinnen. Niemand gelooft dat. Door dat soort volksverlakkerij heeft de politiek zo'n slechte naam in het land. Verder nog wat?'

'Ja, de Amersfoort SP wil dat wij het verjaardagsfeest van de koning betalen'.

'Verder nog wat?'

''Zal ik van Wegen nog een aardigheidje sturen?'

'Doe maar, hebben we trouwens nog.....'. De minister krijgt een glimlach op haar gezicht.

'Je bedoelt.....'

'Ja, dat bedoel ik'.

'OK, we sturen hem de oude laptop van Plasterk'. 

43. Tijd

Zullen we het eens hebben over de grenzen van het menselijk kunnen? Eventjes dan, want u heeft niet veel tijd. Vroeger waren dit soort stukjes langer, want toen was er nog tijd. Maar de tijd is net een olifant. Je hebt er steeds minder van. De komst van legers arbeidsbesparende apparaten ging hand in hand met groeiende tijdnood. Cabaretier en tekstdichter Kees Torn gaf ooit een mooie draai aan het nostalgische lied Waar blijft de tijd?

Waar blijft de tijd, waar blijft de tijd? /Van hoeveel rot karweitjes zijn we niet bevrijd? /Terwijl de afwas wordt gedaan door automaten/En al het stof elektrisch opgezogen wordt/Kun je je taken aan computers overlaten/Maar waarom is dan elke dag nog steeds te kort? /Waar raak je al die extra uren weer aan kwijt? / Waar blijft de tijd?

We hebben de tijd niet in de hand. Of zoals mijn moeder zegt: De tiid hãld gjin skoft. Zelfs gepensioneerden verzuchten massaal dat ze bij nader inzien niet begrijpen waar ze destijds de tijd vandaan haalden om te werken. We leven alsof de dood ons op de hielen zit. Ik ken mensen die sneller willen zijn dan hun navigatiesysteem. Want hoezo wil dit systeem beweren in welke tijd wij een afstand kunnen overbruggen. Dat bepalen we zelf wel. Reizigers verdringen zich voor de ingangen van treinen om maar zo snel mogelijk binnen te zijn. Alsof ze er tijd kunnen winnen. Elke dag is een wedstrijd met het winnen van tijd als inzet. Maar wat ons met de natuur is gelukt, lukt ons niet met de tijd. De natuur hebben we naar onze hand gezet. We bezorgen hem op termijn dan wel een burn out, maar toch. Met de tijd is het andersom: met hem spelen we een verloren wedstrijd, hij stort velen van ons in een tijdelijke burn out, en uiteindelijk ons allemaal in een definitieve.

Maar als we niettemin eenmalig de kans hebben de tijd naar onze hand te zetten - wintertijd of zomertijd - dan worden we het niet eens. Sukkels zijn we.

42. Bach

Er is leven na de dood. Sorry, misschien een wat zwaar uitgevallen deur om zomaar mee in huis te vallen. Nogal pretentieus ook. De wetenschap, religies, de mensheid, ze breken zich al eeuwen het hoofd over deze kwestie. Gaat meneer de columnist op een doordeweekse woensdag zeker even uitsluitsel geven. Toch weet ik het zeker.

Ik was afgelopen zaterdag in de zonovergoten binnenstad. Zesentwintig graden in oktober maar ik ging binnen zitten. Was Anouk soms in de stad? Of onze troef in de handelsoorlog met de VS, Glennis Grace? Een openbare verjaardagsrepetitie met het koninklijk paar?

Nee, Bach was er. Hij heeft zijn oog laten vallen op dit stadje in midden-Nederland en doet nu eens in de twee jaar een stedentripje. Hij wandelde er rond alsof hij weer in Leipzig was.  Alsof het de Thomaskirche was betrad hij de Elleboogkerk, waar hij het Nieuw Amersfoorts Bachensemble aanraakte met zijn toverstaf. Jonge muzikanten van vlees en bloed flirtten vol overgave met de onvergankelijkheid. De hobo blies eeuwig verdriet.

En zo stond alles in de oude, Amersfoortse binnenstad even stil. De vele bezoekers, oudere stervelingen, vierden het feest van het eeuwige leven gretig mee. Ik zal het u nog sterker vertellen: ik kwam mijn vader tegen. Terwijl ik toch zeker weet dat hij al bijna 10 jaar dood is. Maar ik zag hem zitten in de Joriskerk. Tijdens een Cantate van Toonkunst zag ik hoe hij met korte hoofdbewegingen mee ging met de beweeglijke muzikale lijnen. Op het hoogtepunt sloeg hij met zijn armen in de lucht. Alsof hij de muziek naar zich toe wilde trekken om nooit meer prijs te geven. En misschien wilde hij mij nog één keer wijzen op de wereldlijke evenknie van zijn God.

Weer buiten, op de markt, dwingt mijn hongerige lijf mij naar de visboer voor een broodje paling. Op een van de volle terrassen lees ik de zaterdagkrant. Bach is al bijna weer weg uit de stad. Het hier en nu keert terug. De klok loopt gewoon weer naar het laatste uur.

41. Moeras

Dat je schriftelijke vragen stelt over microfoons die steeds maar uitvallen in de raadzaal van het stadhuis is wel logisch. Want mondeling wordt dat niks. Het stadhuis loopt trouwens in alle opzichten op haar laatste benen. Ook de brandveiligheid blijkt nu een groot probleem. De Utrechtse veiligheidsorganisatie heeft de Amersfoortse bestuurders het vuur aan de schenen gelegd. Er moet op stel en sprong worden ingegrepen. Met het ophalen van je rijbewijs in het Amersfoortse stadhuis neem je intussen een groter risico dan met een jaar autorijden.

Het lijkt me nogal duur, dat getalm over de grote opknapbeurt van het stadhuis. Of wordt het een nieuw stadhuis? Of alsnog de verbouwing van een leegstaand kantoor? Of toch een grote opknapbeurt maar dan met nieuwe elementen? Of zitten we soms weer in een onderzoeksfase? Er moet nu in elk geval weer 6 ton op tafel komen voor de brandveiligheid.

Ik ben van de week maar weer eens een uurtje bij de gemeenteraad gaan kijken, met mijn brandveilige kleding aan. De microfoons hebben het in ieder geval een uur gered, kan ik u melden. Het ging trouwens weer over de westelijke rondweg. Dat duurt ook best lang. Het schijnt dat Johan van Oldenbarneveldt nog de eerste streep in het zand heeft gezet voor die weg. De snuggerste vraag kwam van SP-er Molenkamp: Wat als we bij de graafwerkzaamheden een oude, Romeinse weg ontdekken? Tja. Dan moeten we eerst maar eens goed onderzoeken of de Eem niet toch gewoon de Rijn is en de limes dus langs Amersfoort loopt. Ik begrijp nu ook waarom het allemaal zo lang duurt. Soms is het ook maar beter dat de microfoon het niet doet.

Maar je steekt ook wel wat op bij zo'n raadsvergadering. Zoals: wie bomen wil kappen moet eerst door het politieke moeras. Op mondiaal niveau is de route naar de oplossing van het klimaatprobleem minstens zo drassig. Het zou me niks verbazen als de weg bij de openstelling een andere naam krijgt: de Amersfoortse Strandweg.

40. Eilandje

Moeten we daar eigenlijk blij mee zijn, een sterrenrestaurant in de Elleboogkerk? De gemeente heeft de kerk voor een prikkie verkocht, dus ik mag aannemen dat onze bestuurders er blij mee zijn. Alles is ook beter dan een uit de as herrezen kerk die maar blijft leeg staan en herinneringen oproept aan de treurige aftocht van de kunstenaar die na de brand zijn resterende werk moest aanbieden aan de straatstenen. Maar nu dus een sterrenrestaurant.

Laat ik om te beginnen maar bekennen: ik behoor niet tot de doelgroep. Dat neemt niet weg dat ik er de afgelopen decennia redelijk in geslaagd ben om de ergste trekjes van een calvinistische inborst uit de bannen. Want eten was in beginsel toch vooral een hinderlijke onderbreking van mijn bezigheden. Dus culinair gesproken heb ik wel stappen gemaakt. Toch wil het mij nog altijd niet lukken om een eetbaar kunststukje, zo'n eenzaam eilandje op te veel te groot bord, als een hoofdgerecht te zien. Laat staan dat ik voor die drie hapjes vijf tientjes zou willen neertellen. Ik vrees dat ik met die beperking moet leren leven. Dus voor mij blijft de Elleboogkerk stadsdecor.

Een binnenstadbewoner zei in deze krant dat hij blij is met de komst van het sterrenrestaurant, omdat het dan lekker rustig blijft. Nou zou ik persoonlijk in de binnenstad gaan wonen, omdat het er zo levendig is, maar los daarvan: het klopt wel. Want ik schat dat de Elleboogkerk voor 99% van de Amersfoorters decor blijft. Dat de buurtbewoners opgelucht ademhalen, is fijn voor de bewoners en de gemeente. Maar het is op zijn minst heel jammer dat dit cultureel erfgoed ingezet wordt voor marketing in het 'hogere segment'. Het is een trend dat steden met een mooie binnenstad erg gefocust zijn op toerisme en bovenregionale aantrekkingskracht. De kerk had ook een goed en betaalbaar podium kunnen worden voor amateurkunst, om maar iets te noemen. Want dat is er niet. En dan zouden we dit culturele erfgoed hebben ontsloten voor heel veel Amersfoorters. Dan was die kerk gewoon van ons gebleven

39. Transparant

Hoe lang zal het geleden zijn dat het woord transparant in ons taalgebruik glipte? Zoals de gast waarvan niemand weet waar hij vandaan komt, maar iedereen denkt dat hij erbij hoort op het feestje. Het woord ligt zelfs al in de keukenlade: lekker transparant soepje, hè? Heldere kippensoep smaakt niet meer. Het culinaire wereldje van vandaag is doordrongen van het besef dat taal het voornaamste ingrediënt van de gerechten is.

De gemeente Leusden heeft een nieuw stadhuis. Ze noemt het 'Huis van Leusden'. Het is niet alleen een plek voor gemeenteambtenaren. Ook zorg, onderwijs en andere functies vinden er een plek. Het lijkt me dat Leusden hier het goede voorbeeld geeft aan de grote broer in het noorden, waar de stilte rond de omstreden verbouwingsplannen onheilspellend is. Het klassieke stadhuis moet een huis van de stad worden. Tot zover prima. Maar de denktank achter het plan van Leusden heeft in zijn enthousiasme geen weerstand kunnen bieden aan de even modieuze als opdringerige term transparantie. Het is begrijpelijk dat een gemeentebestuur openheid wil. En dat het graag ziet dat burgers elkaar ontmoeten. Maar wanneer je in de nabijheid van een architect het woord transparantie laat vallen zit je twee jaar later in een huis van glas. Ik ken een gebouw waar je bij de oplevering adembenemende vergezichten had. Je zag er collega's lopen die je nog nooit gezien had. Binnen een half jaar stonden er kastenwanden en andere, geïmproviseerde schuttingen. Zoals in een woonwijk. Omdat ontmoeten best leuk is, maar niet de hele dag. In een ander gebouw, met veel glas - ik kreeg er een rondleiding - was het 'toverwoord transparantie' al snel gewijzigd in een ander toverwoord: lamellen. Vooral leidinggevenden merkten dat 'zichtbaarheid' toch wat ongemakkelijk wordt als er een huilende medewerker aan je bureau zit. Of wanneer je om half 5 een glaasje wijn inschenkt voor je gasten.

Leiders in de politiek of elders worden zichtbaar als ze regelmatig uit hun werkkamer komen. Niet als je dankzij een glazen wand kunt zien dat ze dat niet doen.

38. Sportfondsenbad

Als je maar lang genoeg rondloopt in je stad, krijg je vanzelf een zwembadverleden. Zo heb ik nog in het Pesiebad gezwommen, in de Sint Ansfridusstraat. Het bad smaakte naar dennekoeken. Ik heb ontelbare keren het pad langs het spoor naar Soestduinen gefietst, naar het Soester Natuurbad, waar nu het Hilton hotel staat. Je kon er heerlijk liggen in het gras, met Veronica op de transistor. En meisjes kijken. Sommigen hadden zomaar ineens borsten.

Maar het vertrouwdst was het Sportfondsenbad. De recente sloop van dit bad is zoiets als het opruimen van mijn zolder. Je kunt niet alles bewaren. Tijdens het schoolzwemmen meende ik aanvankelijk in vrijwel verticale positie te kunnen vooruitkomen. Mijn kinderen en kleinkinderen bleken later behept te zijn met een soortgelijk geloof in het omhoogzwemmen. Het ging over. Zwemmen is per slot van rekening niet meer dan angst overwinnen.

Bij het Sportfondsenbad hoort ook het gevoel dat het baantje rugzwemmen naar de overkant verrekte lang duurt. Totdat je bij het aantikken merkt dat je de maximale diagonaal hebt gezwommen. Nog geen ogen in de rug. Het is ook het bad van het stompzinnige watertrappelen. Massaal gespartel. Gelegaliseerde kindermishandeling. Met als enig voordeel dat de jongen met de grootste bek in de klas een minuut lang in blinde paniek was. We spetterden wat af in zijn buurt.

Ik vroeg me destijds ook af hoe je eigenlijk ná je schooltijd moest zwemmen? Want de schoolslag leek mij alleen voor op school. Vrij zwemmen op zaterdag, dat was ook wat. Pas later, toen ik er als vader kwam, besefte ik dat dit zwemplezier gepaard ging met een oorverdovende kakafonie.

En dan die ene zaterdag. We woonden in de Fahrenheitstaat. Mijn jongere broer kwam thuis, terug van het zwemmen in het Sportfondsenbad. Zijn vriendje Jos was verdronken. Hij was net 8 jaar geworden. Ik was 10. Van mij mochten ze dat zwembad onmiddellijk slopen.

37. Tussen de oren

Belangrijk voor de koninklijke wandeling op 27 april volgend jaar lijkt mij dat koning en koningin 250 meter verwijderd blijven van de coffeeshop aan de Snouckaertlaan. Dat kan ook niet anders, want tegen die tijd zal een meetbedrijf, op last van de gemeente, waarschijnlijk nog steeds aan het meten zijn, op zoek naar die ene millimeter verschil die ons gaat bevrijden van overlast. Overlast die overigens voornamelijk tussen de oren zit, maar dat is nou net het probleem. Overlast tussen de oren, daar kun je de politie niet op af sturen. Ook niet uitgesloten lijkt mij dat er dan ergens in de buurt een nieuwe reconstructie is uitgevoerd, zodat voetgangers opnieuw enkele meters minder verwijderd zijn van de Snouckaertlaan. Al eerder is de vergunning voor de coffeeshop plompverloren ingetrokken met de herinrichting van de Zonnehof als argument. Wie last heeft van een juridisch geweten, krabde toen al stevig achter de oren. Stel, je hebt een bouwvergunning gekregen, de fundering van je huis ligt er al en de gemeente laat een partij sperwers aanrukken om in een nabijgelegen boom een potje te gaan broeden. Beschermde diersoort meneer, u moet stoppen met bouwen. En als die sperwers dan weer zijn vertrokken, is er altijd nog het scheefbloemwitje, een dagvlinder die vanuit de Alpen oprukt richting onze stad en bescherming behoeft. Terecht, want geen vlinder heeft zoveel humor in zijn naam. Zet uw bloemen alstublieft scheef en zorg voor een zachte landing!

Ze zullen bij de Raad van State hoofdschuddend hebben kennisgenomen van het dossier over de Amersfoortse War on drugs. Maar ook gierend van de lach. Actie: gemeente doet reconstructie en verkleint afstand. Reactie: exploitant zet hek en vergroot afstand. Het is een oorlog op de vierkante centimeter. Maar zoals zo vaak bij oorlogen verdwijnt die ene, cruciale vraag naar de achtergrond. Een vraag die de gemeente zich zou moeten stellen: waarom doen we dit eigenlijk?

36. Pepernoten

We hebben weer een pepernotenwinkel in de stad. Hij behoort tot de familie van de pop-ups. Bepalend voor het straatbeeld, zij het van korte duur. De tulp van het winkelwezen. De heropening van de pepernotenwinkel is de definitieve nekslag voor de zomer. We keken nog even hoopvol over onze schouders. Zou de zomer ons nog volgen? Maar helaas, ons oog viel op de pepernotenwinkel, de zomerverdelger. De zomer blijkt iedere keer ook maar gewoon een pop up-seizoen.

De pepernotenwinkel is zelfs de zwartepietdiscussie, ons folkloristisch scheldtheater, te snel af. Hoe lang zou het nog duren totdat ook de pepernoot en al het andere in juten zakken verstopte suikergoed in de ban gaat? Nu Howick en Lili mogen blijven, hebben Jeroen Pauw, pop-up-presentator, en andere bedenkers van wat wij zoal vinden, tijd over. Het zal toch echt niet lang meer duren totdat er in het Amsterdamse Westerpark - waar Hilversum tegenwoordig ligt - een nieuwe, glutenvrije beweging opduikt die de roetveegpiet walnoten wil laten strooien. Gepelde, mogen wij hopen. Dus daar ga je dan met je pepernotenwinkel. Hoewel, die winkel lijkt zich met de minder strooibare peanutbuttercrunch en de truffel-tiramisu-noot los te willen maken van het Sinterklaasfeest. De besmetting van de goedheiligman dwingt tot commerciële verbreding: de kruidnoot dient onttrokken te woorden aan het kruitvat van 5 december.

Het mooie van de pepernotenwinkel is dat het weer eens wat anders is dan de zoveelste winkel die, geketend, in alle Nederlandse binnensteden te vinden is. Dacht ik. Maar er zijn 35 precies gelijke pepernotenwinkels die tussen september en december over het hele land worden uitgestrooid. Laatst las ik dat het weer wat beter gaat met de bezetting van winkelpanden in de Amersfoortse binnenstad. Er hadden zich weer wat ketens gemeld. Dat is slecht nieuws. Ik liep dit weekend door het winkelstraatje van Egmond. De variatie en eigenheid is er groot. Kunnen we er in Amersfoort niet eens een stevig potje beleid tegen aan gooien? Want we hebben weer een pepernotenwinkel in de stad.

35. Hart

Je rijdt midden in de nacht met te hoge snelheid door een rood stoplicht. Want je hebt zojuist gehoord dat een dierbaar familielid op sterven ligt en je wilt ernaartoe. Twee weken later komt er een bekende enveloppe door de brievenbus. Een dikke boete. Je bent razend, de begrafenis is net achter de rug. Je vertikt het te betalen en laat de zaak vóórkomen. Twee maanden later sta je tegenover een begripvolle rechter. 'Ik had hetzelfde gedaan', zegt zij, 'maar de boete moet je betalen'.

Een klassieke botsing tussen verstand en gevoel, met verstand als winnaar. Want waar houdt het op als we zelf gaan bepalen wanneer verkeersovertredingen gerechtvaardigd zijn? Een veel scherper gevecht voeren verstand en gevoel bij de uitzetting van Howick en Lili. Het is vreselijk om als tiener terug te moeten naar het land waar je als peuter vertrok. Het hart schreeuwt nee. Het symbool van deze emotie was de Amersfoortse Hartentocht van een jaar geleden, waaraan ook veel kinderen deelnamen. Het symbool van het dilemma is burgemeester Bolsius. Hij had gewoon kunnen meelopen met die tocht, vond hijzelf ook achteraf. Want het was de tocht van het hart. Maar de bestuurder in hem wist dat het hart vaak niet wint. En ook niet altijd mag winnen. Howick en Lili zijn al tien jaar in Nederland, volkomen ingeburgerd en spreken zelfs geen woord moedertaal, Armeens. Je zou zeggen, die stuur je niet terug. Maar wat doen we dan met kinderen in dezelfde situatie? En als ze zeven jaar zijn? Vier? Als ze hier zes jaar zijn?

Al acht jaar geleden is het asielverzoek van moeder en haar twee kinderen geweigerd. De moeder heeft met haar beroepszaken, over de rug van haar kinderen, groot risico genomen. Mag je daar de kinderen de dupe van laten worden? Nee, zou je zeggen. Mag je het type gedrag van de moeder belonen? Alweer nee. Dat schiet niet op dus.

De enige oplossing is een ruimhartiger asielbeleid. Bij het huidige beleid zullen deze uitzettingen blijven. En gerechtvaardigd zijn. Want het hart heeft hier niet het laatste woord.

34. Lekker provinciaal

Museum Flehite staat weer stevig op de kademuur en maakt zich op voor verdere restauratiewerkzaamheden. Je moet er ook niet aan denken dat dit levende verleden, dit herkenningspunt van de stad geleidelijk in de gracht zou zakken. Want dan zou je zomaar in de verleiding kunnen komen om het unieke, Amersfoortse kunstbezit over te doen aan een wankel museum in Bunnik.

De financiële kademuren van dit Bunnikse museum Oud Amelisweerd zijn kennelijk niet geïnspecteerd toen het Amersfoortse gemeentebestuur de belangrijkste werken van Armando aan hem in bruikleen gaf. Plus 1 miljoen subsidie voor de goede zorgen. De brand van de Elleboogkerk moet destijds de ogen in het dichtbijgelegen stadhuis hebben aangetast. De cultuurbezuinigingen deden de rest. Amersfoort ging leuren met de kunst van zijn eigen, aangenomen zoon. Het liep niet storm in het voormalige Armandomuseum aan de Langegracht. Des te merkwaardiger was het vertrouwen in de bezoekcijfers waarmee ze in Bunnik dachten de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. In de Utrechtse museumwereld is gewaarschuwd tegen dit met optimisme gecamoufleerde begrotingsgat.

De kwestie 'Wat doen we met Armando?' is terug in het Amersfoortse stadhuis. Dit keer bij de afdeling Gebakken Peren. En met de dood van de kunstenaar als nieuwe context. De kerncollectie komt terug naar Amersfoort, voorlopig in een depot. Intussen komt er vanaf november a.s. een overzichtstentoonstelling van Armando's werk in museum Voorlinden in Wassenaar. Niet in Amersfoort. Niet daar waar De Ladder staat. Niet in het 'schuldig landschap' bij Kamp Amersfoort. Het tweeluik Amersfoort-Armando is niet meer te restaureren.

Op Nu.nl las ik dat wijnkenner Ilja Gort tegenwoordig vaak de drukte van Amsterdam ontvlucht. Hij gaat dan graag naar Amersfoort, 'een soort mini-Amsterdam, de grachten zijn mooi, de mensen zijn vriendelijk en het is er lekker provinciaal en rustig'. Lekker provinciaal, ik zeg het niet graag van mijn stad. Maar bij deze gelegenheid van harte. Want een beetje stad moet toch een brand kunnen blussen zonder een belangrijke kunstenaar van zich te vervreemden en een miljoen over de balk te gooien?

33. Boos

'De stad is boos', las ik vorige week in deze krant. Ben ik boos? vroeg ik mij af. Ik had niet de indruk. En veel van mijn stadgenoten liepen de afgelopen maanden een pretestafette: van Lepeltje Lepeltje en FC Amersfoort via Amersfoort Jazz en Brullen op het Plein naar Kannen en Kruiken, de natte editie van de Lepeltjes. Dus boos, nee.

Oké, Ben Stoelinga van Amersfoort 2014 is boos omdat hij nog altijd niet van die negentig meter lange glijbaan in Amerena mag. Maar deze oppositiepartij is structureel boos. Dat is nou eenmaal zijn rol. Als er niemand meer boos is, is de lol er gauw af. Maar de stad?

We hebben dan wel een dode giraffe te betreuren, maar we mogen ons aan de andere kant een uitverkoren stad noemen: de wolf heeft ons bezocht. In Hoogland-West, niet ver van de golfbaan, is hij gesignaleerd. Beter een wolfbaan dan een golfbaan, zou ik met terugwerkende kracht op een spandoek willen schrijven. Niet leuk voor dat schaap, maar voor de stad categorie Hoog Bezoek. Vorig jaar de koning, dit jaar de wolf. Bij citymarketing kunnen bonussen worden verstrekt.

Toch is de stad boos. Althans volgens de actievoerders tegen de komst van de Westelijke Rondweg. Ze zijn niet blij, dat begrijp ik nog wel. Ik ook niet. Ook ik zie die weg liever niet komen. Maar er is een besluit genomen. Waarna er verkiezingen zijn geweest. De gevormde coalitie heeft het besluit bevestigd. Ook rechters zien geen onregelmatigheden. Het democratische spel is gespeeld. Dus past het niet te gaan schreeuwen als blijkt dat zo'n besluit in uitvoering wordt genomen. En al helemaal niet om te doen alsof je met je hardnekkige verzet namens de stad spreekt. Wees gewoon eerlijk en zeg dat je een belangengroep bent die bereid is tot het gaatje te gaan. Maar houd mij daarbuiten 

32. Bezichtiging

De hitte brengt mensen ertoe activiteiten naar de nacht te verplaatsen. Zo was er bij mij thuis een bezichtiging. Het bijzondere van de bezichtiging was ten eerste dat zij 's nachts plaats vond en ten tweede dat mijn huis niet te koop staat. Nou is algemeen bekend dat er zeker ook in Amersfoort een enorm woningtekort is. Mensen doen de gekste dingen om aan een huis te komen. En je weet maar nooit: misschien ga ik het binnenkort wel verkopen. Dus dan sta je met zo'n premature bezichtiging als belangstellende behoorlijk op voorsprong.

De kijkers belden bij aankomst overigens niet aan. Dat had ook geen zin, want ik was niet thuis. Vakantie. Dus wat doe je dan als kijker? Je kijkt of de achterdeur toevallig open is. Nee dus, potdicht, een raamscherm verhindert zelfs dat je naar binnen kunt kijken. Voordeur: ook geen optie. Geen nood, een beetje woningzoekende heeft een koevoet in zijn fietstas. Dan maar door het raam aan de straatkant. De bezichtiging kon beginnen. De belangstelling voor de bovenetage bleek het grootst. De kijkers hadden een meer dan gemiddelde interesse voor kasten en laden. Vooral wilden ze weten hoe deze bergmeubels eruitzien als ze leeg zijn. Begrijpelijk dat ze daardoor de kasten volledig leeg moesten trekken. Ik permitteer me in dit verband een kritische kanttekening. Het is niet nodig om dan alles maar op de grond te flikkeren, alle boeken uit de kasten te trekken en mappen leeg te schudden. Want je hebt er best een hoop werk aan na zo'n bezichtiging. Als aandenken namen de kijkers een paar ringen mee, waaronder twee gouden trouwringen. Mijn overleden vrouw vond het zonde haar ring mee te nemen in het graf, dus die heeft nu alsnog een bestemming.

Bij terugkeer van vakantie heb ik de boel opgeruimd. En daarna de post bekeken. Bij de post zat een brief van burgemeester Bolsius aan de wijkbewoners. Of we maar goed wilden opletten, want inbrekers hadden het voorzien op onze wijk. Bleek het dus helemaal geen bezichtiging te zijn.

31. Sjirpen

En zo klim je dan zonder blikken of blozen naar een bergtop, trotseert een trap met honderden treden, weerstaat een zonnesteek met behulp van een inderhaast gekochte pet om dan eindelijk aan te komen bij het vervallen kasteel waar eeuwen geleden een Franse edelman woonde, wiens naam je, eenmaal beneden, weer vergeten bent. Je vindt het ook heerlijk dat je voor de dagelijkse boodschappen naar het dorp moet om daar van bakker naar slager naar groenteman te lopen. En wat authentiek vind je het, dat de groenteman bij het afrekenen nog 5 minuten ongegeneerd staat te ouwehoeren met een dorpsgenoot zonder jou ook maar een blik waardig te keuren. Je komt ook op markten waar je je vergaapt aan harde worsten, met beschrijvingen waaraan je geen touw kunt vastknopen. Wanneer je die avond de armzalige hoeveelheid peperdure worst op een plankje ziet liggen en een hap neemt, vind je hem 'heel bijzonder'. Je bezoekt ook zo'n chateau waar je na een proeverij van Premier tot en met Grand Cru licht beschonken drie dozen Grand Cru in je auto laadt, om de volgende ochtend via Google tot de ontdekking te komen dat je dezelfde wijnen in Nederland voor een paar tientjes minder thuis had kunnen laten bezorgen. Maar het deert je niet want bij een kop koffie zit je die ochtend te genieten van het typisch Zuid-Franse, dagelijkse, 15 uur durende concert van de krekels. Je hebt er geen last van, zeg je steevast: ik hoor ze al niet meer.

Na 3 weken ben je weer thuis. Bij de kassa van de supermarkt zijn de boodschappen van de vrouw vóór jou gescand, waarna zij, plotseling overvallen door de noodzaak te betalen, op zoek gaat naar haar portemonnee, een tijdrovend, archeologisch onderzoek in een van dagelijkse beslommeringen uitpuilende tas. Jouw onrust keert terug. Je liefde voor de nutteloosheid der dingen ontglipt je ongemerkt en maakt plaats voor het gareel. Op de eerste maandag van de maand hoor je weer die sirene. Wat zou je dondersgraag willen dat ze die paar minuten het gesjirp van krekels lieten horen.


30. Burenruzies

- 'Ik dacht het al meteen toen ze er kwamen wonen, die lui denken alleen maar aan hunzelf'.

- 'Kijk, dat bedoel ik nou. Met die zak valt gewoon niet te praten, de vorige buren zijn ook al stapelgek van hem geworden. Dat zegt iedereen hier in de straat.'

Een dialoog die de meeste mensen zullen associëren met De Rijdende Rechter, in welk programma een van de ruziënde buren bij voorkeur een losgeslagen projectiel is of hoe dan ook een grote bek op benen. Hiermee creëert het programma de gewenste amusementswaarde. De echte wereld van de burenruzies is minder stereotyp, weet ik uit ervaring. Als vrijwillig buurtbemiddelaar kom ik bij de mensen thuis.

Nu de zon besloten heeft zich in Nederland te vestigen, verplaatst het leven zich ook hier naar buiten. Je zou zeggen dat mensen dan ook meer last van elkaar krijgen: nachtelijk tuingekwebbel, naar buiten verplaatste finishreportages, overwaaiende hamburgerluchten, opwaaiende zomerjurken. Misschien groeit de last, maar waarschijnlijk ook de communicatie. En dat is gunstig. Want vrijwel elke burenruzie is te herleiden tot gebrekkige communicatie: de angst om aan te bellen, de overschreeuwde angst, het verkeerd begrepen briefje door de brievenbus, het machteloze tikken op verwarmingsbuizen, het misplaatste minderwaardigheidsgevoel of de roddelzieke buurtbewoner die met de oliespuit het vuur brandend houdt.

Aan tafel met onpartijdige bemiddelaars wil het ook nog weleens stormen, maar vaak lukt het dan om te luisteren, uit te praten, te begrijpen en vaak ook om op te lossen. In de huiskamers regeert het eigenbelang, aan de bemiddelingstafel is er concurrentie en lukt het vaak belangen te verenigen.

De verblindende werking van het eigenbelang valt ook waar te nemen op het wereldtoneel: de schaamteloze ontkenning van het neerhalen van de MH17, de tot kunst verheven draaikonterij van de Amerikaanse president of het zoveelste 'ik wist het niet' van de Nederlandse minister-president, tevens allesweter. Niet echt het morele kompas voor ruziënde buren. Meer de querulanten waar De Rijdende Rechter naar zoekt.

We zullen het dus van de straat moeten hebben.

29. Voortuin

Waarom zijn er in hemelsnaam voortuinen?

Het is een vraag die zich voor het eerst aan mij opdrong toen ik als tiener in alle vroegte kranten bezorgde. Met flats had je een mazzelwijk, met veel voortuinen een martelwijk. Ik herinner me een eindeloze voortuin in het Vermeerkwartier waar een hond me elke ochtend vanachter de brievenbus toeblafte. Uit nijd over hond en voortuin trok ik soms de krant, half door de brievenbus, een paar keer terug, zodat de hond iedere keer opnieuw een stuk van de krant af trok. Met de groeten van de knipseldienst, mompelde ik dan tijdens mijn eindeloze terugtocht door de voortuin.

Mijn eigen voortuin is even bescheiden als overbodig. Ik kom er uitsluitend voor het helaas noodzakelijke onderhoud. Voortuinen zijn over het algemeen etalages. Je kunt er laten zien dat je keurig en opgeruimd bent. Maar wil je van je tuin een klerezooi maken, het mag allemaal. Als het maar een tuin is. Want wat niet mag in je voortuin, althans niet in Deventer, is een zwembad voor de buurtkinderen aanleggen. De gemeente greep in met het argument 'dat er nou eenmaal regels zijn'. En gemeentebesturen zijn er om regels te veranderen! riep ik tegen mijn tablet waarop ik het bericht las.

In Leusden heeft Woningstichting WSL een variant op deze argumentatie bedacht. Een woordvoerder wist te melden: 'tuinen zijn tuinen'. Een huurder had zijn voortuin namelijk benut als parkeer- en oplaadplaats voor een elektrische auto. 'Dat hebben we in ons 45-jarig bestaan nooit toegestaan', voegde de Woningstichting eraan toe. U weet wel, die 45 jaar dat de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer zo spectaculair steeg. 'Daken zijn daken', zou ik in navolging van de woningstichting willen zeggen. Dus weg met die zonnepanelen. Wethouder Vos van de gemeente Leusden gaat gelukkig bij de Woningstichting langs voor een wake up call. Vos ziet wel toekomst in de voortuin als oplaadplek. Vermoedelijk een krantenjongen die het tot wethouder heeft geschopt.


28. Man 1

Man 2: Zeg, als ik dood ben, hoef ik dan niet meer met u te praten?

Man 1: Nee, hoegenaamd niet, nee.

Man 2: O, dat verandert de zaak.

Toen ik nog een paar keer per week mijn knieën versleet met hardlopen kwam ik vaak in de Soesterduinen. Daar, maar ook elders bij zandverstuivingen is Herenleed het eerste waar ik aan denk. In de jaren zeventig en tachtig werden we via de VPRO-televisie die kale, zanderige wereld ingetrokken en volgden zo de ontmoetingen van de wat opgeblazen, zelfingenomen man met bolhoed (Cherry Duyns) en het bescheiden, wat bang uitgevallen heertje met het te krappe jasje (Armando). De derde man (Johnny van Doorn) was altijd een onverwachte passant: een kabouter, een praalhans, een wijze uit het oosten.

Het publiek was in verwarring. Wat was dit voor een raar programma? Moesten de kijkers op zoek naar de diepere betekenis van de absurde dialogen? Het was een 'programma van weemoed en verlangen'. Existentiële thema's verpakt in tragikomische dialogen. Met prachtige vragen als: 'Alles wat geweest is, kwam dat?' Voor mij is Herenleed vooral een subliem spel met taal waar je onbedaarlijk om kunt lachen. De twee schrijvers, Duyns en Armando, bleken na een eerste poging met andere acteurs hun creaties het beste zelf te kunnen spelen. Nog altijd hoor ik mijzelf 'Wat doet?' zeggen als ik wil weten wat iemand aan het doen is. Velen dachten later dat de absurde dialoog een kunstje was dat je kon imiteren. Maar zo zeldzaam goed als Herenleed is het nooit meer vertoond. Misschien moeten we na de dood van Armando de heren nog maar een keer zelf aan het woord laten.

Man 2: Hm, een duidelijk sterfgeval

Man 1: Oh, is er iemand dood?

Man 2: Bijna. U bent bijna dood

Man 1; Oh, meneer, wanneer zal dat wezen?

Man 2: Ja, dat weet ik niet, ik ben niet dood, zoals u weet

Man 1: O!

Man 2: Ik zou maar gaan liggen als ik u was.

27. Compliment

Vorige week kreeg ik een compliment. Dat is belangrijk hoor, complimentjes krijgen. Het schijnt dat mensen op hun werk liever complimenten krijgen dan salarisverhoging. Het is een grote, verwaarloosde groep, de ongecomplimenteerden. Hun sociale armoede wordt nergens geregistreerd. Laat staan dat ze nog steun hebben aan een of andere grafiek waar ze hun leed terugzien in een variabele, een streep van stil verdriet, onzekerheid en frustratie tussen de x- en de y-as.

Nou hebben de ongecomplimenteerden ook wel een gebruiksaanwijzing. Want gééf je zo iemand dan een keer een compliment, dan weten ze zich meestal geen raad. Ze wuiven hun verdiensten met een handgebaar weg. Het was niks bijzonders. En trouwens, zeggen ze dan, jíj hebt het ook goed gedaan, sterker nog, beter! Diep vanbinnen koesteren ze de schaduw en duiken terug als de spot op hen gericht wordt.

Maar ik niet. Ik krijg een compliment en schrijf er meteen stukkie over in de krant. Ik ben namelijk, moet u weten, af en toe weleens in gezelschap van een of meer anderen. En het komt voor dat er dan een foto wordt gemaakt. Zo'n foto verschijnt dan een enkele keer op Facebook. De medewerkers van Facebook hebben dit gemerkt. Ze kwamen in vergadering bijeen. Want ze willen de ongecomplimenteerden van dienst zijn. Ze vroegen zich of ze die Groenendijk misschien een keer een hart onder de riem moesten steken. Want hij is goed bezig, vonden ze. Best wel. Ze waren er gauw uit. Die Groenendijk was een echte Community Builder. 'Filmpje doen?' opperde de FB-communicatiestrateeg. Acclamatie. Ik ontving een filmpje waarin ik een stuk of vier foto's van mijn eigen tijdlijn terugzag. Op drie van die foto's was ik in gezelschap van één persoon. Facebook complimenteerde mij. Ik was een wereldburger. Ik was bezig gemeenschappen te bouwen. Want dat, beste Ben, is het belangrijkste van alles: gemeenschappen bouwen. Ga zo door. We keep in touch.

Ik probeerde het compliment met een handgebaar weg te wuiven. En wilde voor de zoveelste keer ontsnappen uit deze nepwereld. Maar ja, Facebook is het nieuwe roken. 

26. Goed idee

Sinds bekend is dat het splinternieuwe Amerena - zwembad, sportcomplex, landmark - maar heel beperkt open is voor wie er vrij wil zwemmen, noemen wij het thuis Amenooitniet. Het is toch een beetje de nieuwe Westelijke Rondweg die straks alleen in het weekend voor recreatief verkeer mag worden gebruikt. Maar nu tijdens het NK Zwemmen bleek dat het 50 meter-bad te kort was, hebben wij ons genoodzaakt gevoeld een naamswijziging door te voeren. Het is Merena geworden. Of u de wijziging maar even wilt noteren. Voor het oogsten van zwemrecords was het overigens een goed idee. 

Zo werd ik ook getroffen door een ander goed idee. De leden van D66 Amersfoort gingen er na maanden wachten op het coalitieakkoord eens goed voor zitten. Het zijn van die schaarse momenten dat achterbannen de macht ruiken en de kans zien om al was het maar hun enkele bestaan luid en duidelijk met de stad te delen. De D66-leden lieten de kans niet lopen. De meerderheid van de leden nam een voorstel aan dat wij gerust baanbrekend mogen noemen, een impuls voor de kwakkelende, lokale democratie. De zonnevelden in Vathorst mogen alleen worden aangelegd, aldus D66, als een meerderheid van de omwonenden vóór is. Aan deze inventieve interventie gaan wij nog veel lol beleven. Het mechanisme laat zich namelijk breed toepassen. Er komen alleen parkeervergunningen als de meerderheid van omwonenden het hiermee eens is. Er komen bij mij alleen auto's door de straat als ik en de meeste buurtgenoten dat goed vinden. Het versleten stokpaard van de Democraten - het referendum - heeft een nieuw gezicht: de direct belanghebbende bepaalt, het gemeentebestuur betaalt. Ik denk dat we nu wel met een of twee wethouders toe kunnen. We moeten alleen nog even een commissie benoemen die gaat uitzoeken wie nou precies de omwonenden zijn van het klimaat.

Thuis noemen wij D66 al een tijdje D65+. Ze mogen van hun pensioen gaan genieten, maar weten het zelf nog niet

25. FOMO

Miste de presentatie van het nieuwe collegeprogramma. En het was tóch al een week met FOMO, de ziekte waar de apotheek geen vat op krijgt. Soms blijk je zelf ineens deel uit te maken van een hoge concentratie patiënten. The Fear Of Missing Out slaat namelijk toe op het moment dat je van de boot stapt en de vlaggen van Oerol ziet wapperen. Het festival der festivals met zijn eiland-brede programmering, duizelingwekkende blokkenschema's en massale toeloop brengt zijn bezoekers in een staat van aan wanhoop grenzende keuzestress. Het festivalterrein, met de rijen wachtenden voor de kassa's, is een mini-samenleving. De mensen maken elkaar gek met hun recensies. Dat moet je zien! Daar moet je heen! Gelukkig zijn er op Oerol ook nogal wat gesubsidieerde zweefkezen actief. Die kun je tenminste overslaan. Op Facebook sterft het ook van de evenementen. Want niemand laat nog gewoon een scheet. 'Even een evenementje van maken!' Veel van je vrienden blijken regelmatig 'geïnteresseerd' in een evenement. Moet jij er dan ook niet heen? Of gaan ze zelf ook nooit?

In Amersfoort is intussen het nieuwe college geïnstalleerd. Gemist dus. Maar het gemis is alweer overspoeld door wat er allemaal verder nog te missen valt. Het fijnst is achteraf van een vriend te horen dat je niks gemist hebt. Maar soms weet je dat eigenlijk zelf ook wel. Het nieuwe college zal zich met trots en elan gepresenteerd hebben. Met recht, want het is een club met een spannende samenstelling, passend bij de fase waarin Amersfoort zich bevindt. Groei en groen even hoog op de agenda. Ook de oppositie heeft in het debat vast de verwachtingen waargemaakt. 'De grootse winnaar is domweg genegeerd', zal Ben Stoelinga hebben geroepen, met 1/13 van de zetels. 'Een schande, al die wethouders van buiten Amersfoort!', zal Hans van Wegen hebben gezegd, met heimwee naar de tijd dat de partijen hun eigen kneuzen nog kansen konden bieden. En de SP zal bezworen hebben dat de sociaal zwakkeren zwaar de pineut zijn. Want wat moet die partij als ze dat niet zijn?

Déjà Vues, zijn daar pillen tegen?

24. Print een huis!

Hoe lang zal de collectieve psychose nog duren? Huizenbezitters willen het graag weten. Er is maar weinig te koop, ook in Amersfoort. De verkopers zijn aan de macht. Kopers bieden al telefonisch de vraagprijs zonder het huis gezien te hebben. Waar eindigt de koper en begint de patient?

In de marge zie je een tegenbeweging. Waarom al die ruimte en luxe? Waarom zou je jezelf opsluiten in hoge hypotheeklasten? Mensen in Amersfoort en elders maken zich sterk voor zogeheten 'tiny houses'. Ze hebben wel wat weg van recreatiewoningen. Zijn vaak ook verrijdbaar. Ze lopen niet in de pas van de woningmarktwetten. Vreemdelingen op een ons-kent-ons-feestje. Als je ziet hoe halsstarrig de gemeente het permanent wonen op recreatieparken verbiedt, zie ik nog geen rode lopers verschijnen voor de tiny houses. Bankiers raken ook flink in de war van een huis op wielen. Een heersend systeem laat zich niet zomaar resetten. Hoe verpletterend de logica van vernieuwing soms ook is, de belanghebbenden blijven met hun blik op oneindig en achter hermetisch gesloten deuren hun polonaise lopen.

Heb je dus al voor pakweg 50.000 euro een energiezuinig, duurzaam huisje, je kunt je huis ook al laten printen. Volgend jaar worden in Eindhoven de eerste 3D-geprinte, betonnen huurhuizen opgeleverd. Gelijkvloers, drie slaapkamers. In Dubai wordt al gewerkt aan een 3D-geprinte wolkenkrabber. Ook al een beweging die het bestaande systeem onder druk gaat zetten. Nog even en je komt bij een loket met een soort Wehkamp-gids en zegt: 'Wilt u deze woning voor mij printen?'

Amersfoort gaat veel bouwen de komende jaren. Het zou mooi zijn als nieuwe, goedkope bouwmethoden de ruimte krijgen. Vergroening en duurzaamheid zijn een industriële tak van jewelste geworden. Het is dus niet zo vreemd dat de brug tussen VVD en Groen Links, voorheen onbegaanbaar, beloopbaar is geworden, ook in Amersfoort. Motieven doen er niet toe, als je maar bij hetzelfde uitkomt. Maar lopen deze partijen nog steeds samen op als een andere industrie - de bouw, projectontwikkelaars - geen brood ziet in alternatieve, goedkope bouwvormen

23. Mooi!

Stel dat het nieuwe college in haar programma zou opnemen dat we elkaar op straat voortaan gaan groeten. Per slot van rekening hebben we een geschiedenis als garnizoensstad. Er is hier heel wat af gesalueerd. Maar gaan we groeten als het in een beleidsplan staat?

Ik loop afgelopen maandag bij Hudson's Bay naar binnen. Het is er niet druk. Meteen bij binnenkomst word ik vriendelijk begroet door een medewerkster. Ik groet vriendelijk terug, loop een eindje verder en kijk naar wat er links en rechts te koop is. Opnieuw hoor ik, op een meter of vijf van mij vandaan: 'goedemiddag'. De medewerker in kwestie kijkt mij vriendelijk aan, hij lijkt duidelijk ingenomen met mijn aanwezigheid. Ik beantwoord zijn groet met een minzaam knikje en neem de roltrap naar beneden. Voor herenkleding moet je altijd een trap op of een trap af. Beneden aangekomen wacht mij opnieuw een 'goedemiddag'. De medewerkster in deze kelderetage lacht mij toe, kennelijk opgelucht dat ik de afdaling tot een goed einde heb gebracht. Ik beantwoord haar groet niet. Omdat ik intussen wel begrijp dat het groeten hier 'beleid' is. Geregisseerde beleefdheid past beter aan de Hudson dan aan de Eem.

In dorpen groeten ze vaak zonder dat het is afgesproken. Ook volkomen vreemde bezoekers worden niet uitgesloten. Ik heb het gemerkt toen ik een keer door Drenthe fietste en in stille dorpsstraten begroet werd met 'moi!'. Dat is sowieso al eindeloos veel beter dan het stijve 'goedemiddag'. Fiets je vervolgens Duitsland in, het Niedersaksische land, dan komt er een letter bij. Het wordt daar een bijna muzikale groet: moin!. Ik kon het niet vaak genoeg horen. Het is een ingedaalde gewoonte, niet bedacht en even achteloos als overtuigend. Cultuur.

Het moet dus bij ons niet in het collegeprogramma. We gaan het gewoon doen. Ik stel voor dat we 'mooi' zeggen. Omdat we zo'n mooie stad hebben. Het is ook mooi dat bijna al die militairen zijn opgehoepeld. En bij regen zeggen we dan gewoon even niks.

22. Inspraak

Kan inspraak ook een gevaar zijn voor de democratie? Het is een gewaagde stelling, maar soms denk ik dat weleens.

Volgens de SP worden omwonenden onvoldoende betrokken bij de komst van een flatgebouw van negen verdiepingen op het terrein van de voormalige Warner Jenkinson-fabriek. In dat flatgebouw komen straks mensen te wonen. Die mensen zijn dan ook weer omwonenden. Ze zullen zien hoe een volgend project aan de Eemoever zal verrijzen. Ze zullen misschien inspraak willen. En zo barst het van de omwonenden met belangen die geschaad dreigen te worden door een stad die barst van de groei en de vernieuwing. Bij het station is gedoe over de geplande, ondergrondse fietskelder. Hoewel er tot onze opluchting onder de grond geen omwonenden zijn gesignaleerd, roeren de bovengrondse omwonenden zich omdat ze toenemende drukte vrezen. Die vrees zal terecht zijn. In het algemeen is de behoefte aan inspraak heel begrijpelijk. We zijn nou eenmaal allemaal omwonenden van ons vertrouwde uitzicht en onze rust. Maar het probleem is vaak dat inspraakprocedures illusies genereren die in de sfeer van medezeggenschap liggen. De maatschappelijke boosheid over de wijze waarop het vorige kabinet met het raadgevend referendum over het Associatieakkoord met Oekraïne is omgegaan is vergelijkbaar met de permanente frustratie van insprekers. Sommige politieke partijen, je vindt ze vooral in de oppositie, voeden de onvrede door zich op te werpen als woordvoerder en beschermengel van over inspraak gefrustreerde burgers. Waarmee zij democratische verwachtingen van burgers voeden die het gemeentebestuur nooit kan waarmaken. Hoe hoger de verwachtingen over het inspraakproces, des te groter de teleurstelling als het gemeentebestuur de omwonenden niet of maar beperkt bedient. Want het algemeen belang weegt nou eenmaal bijna altijd zwaarder. Opeenvolgende teleurstellingen kweken boze burgers. Die hun vertrouwen verliezen in het democratisch bestel. De politiek moet dus bij inspraak verwachtingen managen, vooral temperen, in plaats van illusies te voeden. Dapper zijn in plaats van serviel.

21. Achterkant

Of ik wil meewerken aan een praktijkopdracht voor een fotografenexamen. Ik zit een broodje te eten op de Grote Markt in Mechelen, waar mijn 11-daagse fietsroute mij langs voert. De jongeman vertelt dat zijn examenthema 'de achterkant' is. Even later zit ik met een opengeslagen boek in mijn hand, de kaft naar mij toegedraaid, een boek te lezen. Voor de foto. Als het maar geen wraak is voor onze Belgenmoppen, denk ik later: hoe leest 'n Ollander een boek?

De volgende dag, op een terras in Tournai, spreek ik, in Fraams, met een Waal over het verschil tussen Belgische en Nederlandse politiek. Na een kwartier zegt de vijftiger: 'Maar ja, wat zal ik me druk maken, ik heb niet zo lang meer'. Hij tikt een paar keer op zijn borst. De achterkant van zijn leven regeert.
In Compiègne zit ik in afwachting van mijn eten te lezen in Murakami's roman Norwegian Wood. De ober, hooguit 30, vraagt of de titel iets te maken heeft met dat nummer van The Beatles. Ik beaam het. 'Geweldig nummer', zegt de ober, 'komt van het album Rubber Soul, net als Girl'. Even zingen we samen het meanderende 'gi-irl'. 'Staat op de achterkant', hoor ik mezelf zeggen. Hier haakt de ober af. Geen LP-verleden.
Op mijn tablet lees ik het Amersfoortse nieuws. Over Groen Links en de nieuwe weg. En het veronderstelde kiezersbedrog. Dat is het natuurlijk niet. We hebben alleen maar kleine partijen. Voor de verkiezingen mag je het helemaal zelf bepalen. Daarna moet je praktisch worden. Verkiezingen in versplinterd Nederland win je aan de achterkant. Groen Links gaf de nieuwe weg weg. Begrijpelijk, die komt er toch. De rechters zijn intussen ook op. En er is alle kans om de coalitie op groen te zetten.
Vandaag, donderdag, ben ik aangekomen in Tours, eindbestemming van mijn fietstocht. Thuis zal mij gevraagd worden: waar heb je, lichamelijk gezien, tijdens het fietsen van die 900 kilometer het meeste last van gehad? Nou, wat denkt u?

20. Bedevaart
Het is best ver, van Haarlem naar Santiago de Compostella. Daarom fiets ik eerst maar het eerste deel, van Haarlem naar Tours. De meeste wandelaars en fietsers van vandaag hebben niks met de traditionele pelgrimstocht naar het - veronderstelde - graf van de apostel Jacobus. Ik ook niet. Maar ja, als er dan tijdens de eerste twee dagen iets wonderlijks gebeurt?
Zowel op dag 1 als op dag 2 leidt de route namelijk over de Groenendijk. Eerst in Nieuwerkerk, dan in Lage Zwaluwe. Toeval? Misschien. Maar beweerde de hedendaagse profeet met de initialen van Jezus Christus niet dat toeval logisch is? Dus ben ik met die straatbordjes misschien dus toch op een of andere manier aangesproken? Maar met wat dan? Je kunt er van alles van maken. 'Groenendijijijijk!'. De aanmoediging langs de kant. 'Hou vol jongen.' Maar je kunt de intonatie ook anders leggen. Zodat er met hetzelfde woord een andere boodschap wordt gegeven. De hebjehémweer-intonatie. Nee hè, Groenendijk, koop es paar geraniums, man.
Je weet het niet. Het is het euvel van schrifteljke communicatie. Woorden laten zich alle kanten op buigen. Daarom zijn mailtjes, appjes en briefjes dé bronnen van conflict en misverstand.
Op dag 2 overnachtte ik in een Vlaamse serviceflat. Ouderen blijven liever zelfstandig wonen, dus verhuren ze leegstaande flats aan passanten. Toen ik buiten op het terras zat begonnen de dames van het huis een goed hoorbaar gesprek over die nieuwe meneer. Ze hadden hem nog nooit eerder gezien. Zou hij hier komen wonen? Ik wist weer waar ik stond. Mondeling zijn teksten vaak wel duideijk.
Maar je kunt nog meer met taal.
In het afgelopen weekend, voordat ik op de fiets stapte, liep ik voor de tweede keer in mijn leven onder een tekst door die bewijst dat je met drie woorden de ergste vorm van misdaad kunt camoufleren. Arbeit macht frei. Dieper kan de taal niet zakken. Gelukkig was het er druk. Maar er lopen weer steeds meer mensen rond die je op bedevaart naar Auschwitz zou willen sturen.

19. Rijbewijs

De gemeente laat weten dat ik weer 10 jaar ouder ben. Ik mag mijn cadeautje zelf ophalen: een nieuw rijbewijs. En of ik een 'goed gelijkende' pasfoto wil meenemen. Pasfoto's met bril werden een tijdje geleden ontraden. Daardoor heb ik, brildrager sinds mijn tweede geboortejaar, nog een foto liggen met blotebillengezicht. Met de overmoed van de ouder wordende mens dicht ik de foto een hoge actualiteitswaarde toe. Ik naar het stadhuis. Ik doorsta het meerkeuzemenu op de welkomstpaal in de hal met glans en zit even later met een briefje in mijn hand tussen nog een stuk of dertig anderen met briefjes in hun handen. Op de briefjes staan onbegrijpelijke codes. Ze doen mij denken aan de lessen scheikunde op de middelbare school, ook omdat ik die lessen heb ervaren als een van overheidswege ingelaste tijdsspanne waarvan uitsluitend het verlossende einde bijdroeg aan geluk. Mijn telefoon ligt thuis, dus ik zet mij schrap voor het pure wachten. Op het grote digitale bord komt het leven van alledag gecodeerd langs. Versleutelde berichtgeving geeft ruimte aan fantasie. Dus is er een jongetje dat twee weken na de uitrekendatum is geboren. Een moeder die dertig jaar te vroeg overleed. De langverwachte verhuizing na tien jaar wachtlijst. Een gestrand huwelijk.

Anders dan op Schiphol zijn aankomst- en vertrekhal in stadhuizen geïntegreerd.

Wat is eigenlijk het verschil tussen wachten en even lekker niks doen? Ik bedenk dat het een kwestie van regie is. Bij wachten ben je afhankelijk. Ik besluit daarom dat ik even lekker niks doe. Maar al gauw roept de plicht. Het grote bord maakt contact met mijn briefje. Aan loket 2 bewijs ik dat ik ben wie ik ben. Ik schuif mijn pasfoto blijmoedig over de balie. De rijbewijsmevrouw pakt hem op, kijkt mij streng aan en schuift de foto in een mapje. Alles is in orde. Triomfantelijk verlaat ik het stadhuis Zonder bril neem ik met gemak een paar voortuinen mee als ik naar het einde van de straat rijd. Maar op mijn rijbewijs kan ik zonder.

18. Potje Monopoly

Je moet er nu bij zijn. De formatie van het College is in volle gang. Dus heb je iets op je lever? Schrijven. En dan willen we als burgers natuurlijk dat de onderhandelaars luisteren. Maar de samenwerkende actiecomités (SGLA) willen meer. De westelijke rondweg moet van tafel, het stadhuis mag niet verbouwd worden en Vathorst-West moet als bouwlocatie geschrapt worden. Tja, daar gingen de verkiezingen over. Het gemeentebestuur heeft een democratisch mandaat. Maar met welk mandaat opereren actiegroepen? Dat blijft een lastig punt bij burgerparticipatie. Met de G1000 ligt dat anders. Maar waar is die gebleven?

Zo zou ik het nieuwe college willen aanraden heel selectief om te gaan met het plan van ondernemers, horeca-exploitanten en bewoners in de binnenstad. In de kern een goed plan: zo min mogelijk auto's en fietsen, een algehele opknapbeurt en kleine winkeltjes in plaats van ketens.

Maar het comité speelt een potje Monopoly. Winkeluitbreiding op het Eemplein of in Vathorst is volgens het binnenstadcollectief ongewenst. De onaantrekkelijkheid van andere winkelcentra dient te worden geconsolideerd ten einde de binnenstad te laten glimmen en gloriëren. Dit alles om de historische binnenstad in de Nederlandse top 10 te krijgen. Best een brutaal idee. Het moet geboren zijn tijdens een sessie waarin de voorzitter zei: zullen we es even out the box, jongens? En ja hoor, daar kwam ie: alle ballen op de binnenstad. De toeristencurve moet scherp blijven stijgen.

Je komt weleens in aantrekkelijke binnensteden waar je dat ene straatje uit loopt met nog een paar winkels. En dan nog even doorloopt of er verder nog iets is. Waarna je de grens passeert van het opknapplan en in de gribus belandt. Ik bedoel maar te zeggen: het concept is niet nieuw. De binnenstad is Amersfoorts kroonjuweel. Maar is ook klein. Het aantal inwoners groeit hard. Worden de wijken de figuranten waarzonder een centrum geen centrum kan zijn?

Misschien is het beter het kroonjuweel aan een kralenketting te hangen. Zodat bijvoorbeeld ook het nieuwe centrum langs de Eem een trekpleister wordt. En de binnenstad ontlast.

17. Onderonsje

'Alex?'

'Ja'

'Hoe lang ben jij nu alweer Koning?'

'Dat weet je best, Max, bijna 5 jaar.'

'En je wilde toch het Koningschap moderniseren?'

'Ja lieverd, maar wat bedoel je daarmee?'

'Nou, morgen, op jouw verjaardag, wordt Nederland weer vol gepleurd, sorry, gestoffeerd met ouwe troep. Ik ken eerlijk gezegd geen land ter wereld waar ze de verjaardag van het Staatshoofd vieren met een nationale uitdragerij. Kan dat niet verboden worden?'

'Het is cultuur, lieve schat, het zit diep in de volksaard, kooplieden zijn we.'

'Maar je kunt toch gewoon vergunningen weigeren? Laat het volk es wat anders verzinnen.'

'Daar ga ik niet over, schat. Rutte doet de vergunningen'.

'Maar 't is jouw verjaardag, Alex! Je kunt toch wel met Rutte gaan praten?'

'Ik kijk wel uit. Hij is zo glad dat je bij de deur van het Torentje al op je bek glijdt. Ik bedoel, gestrekt gaat.'

'Dus het blijft zo?'

'Het blijft zo'

'Mijn God, mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk'

'Zit je nou een beetje de laatste woorden van mijn oervader te citeren?'

'Ja Alex, toen stelde Oranje nog wat voor. Ze is nu lelijk en flets geworden'.

'Een andere tijd, Max, Willem van Oranje kon de Opstand leiden. De Spanjaarden zijn weg. Wees maar blij.'

'Blij dat het volk nu druk is met het kampioenschap tractortrekken, een wedstrijdje kratten stapelen en een partijtje wasmachineschieten?'

'Kom op Max, je lijkt m'n moeder wel. Pas op dat je niet zo elitaire tuthola wordt.'

'Waar gaan we ook weer heen morgen?'

'Naar Groningen. Die Groningers hebben Rutte op de knieën gekregen. Met een hedendaagse opstand. Daar gaan we es flink Oranje promoten.'

'Komt die Koeman daar ook niet vandaan? Ik hoop dat hij Oranje weer wat kleur gaat geven. Wat denk je Alex, wanneer gaan we weer es van Spanje winnen?'

'Dat duurt bij ons een jaar of 80, Max.'

16. Lange Jan

In 2009 was Amersfoort 750 jaar oud. In de aanloop naar het feest mochten bewoners hun ideeën pitchen. Ik was net weer terug van zes jaar weggeweest. Terug bij de Eem na een overspelige relatie met de Maas.

In Rotterdam heeft het weinig zin diep na te denken over de naam van een gebouw of plein. Dat bepaalt het volk wel. Het plein bij de Markthal - waarbij vergeleken het Eemplein een wijkpleintje is - heet dan ook 'de landingsbaan'. De kunstenaar Wessel Couzijn die zijn kunstwerk 'De belichaamde eenheid' noemde - het staat op het Weena - had zich de moeite kunnen besparen. Het heet al jaren 'De Schroothoop'. En zo kent Rotterdam De Koelkast (Erasmus MC), De Koopgoot (winkelgebied), De Zwaan (Erasmusbrug) en De Fluitketel (nieuwe station).

Ik had een idee voor Amersfoort 750 en klom op zekere avond een podium op voor een pitch ten overstaan van één van de vele werkgroepen die de jarige in spe in het leven had geroepen. De toenmalige burgemeester Albertine van Vliet was ook van de partij. Want de grootste pret is voorpret. Mijn evenementje diende zich te voltrekken op het OLV Kerkhof bij de toren, die ik, opgegroeid in zijn schaduw, de Lange Jan noemde. Na mijn verhaaltje nam de burgemeester het woord en zei: "Een leuk idee hoor, maar wij noemen de toren niet 'Lange Jan', maar 'Onze Lieve Vrouwetoren', want zo heet hij." Deemoedig droop ik af. Wat was er met Amersfoort gebeurd? dacht ik. Of had ik een overdosis Rotterdamse branie mee terug genomen naar mijn stad en was ik misschien nog de enige die de toren met 'Lange Jan' aanduidde?

Nu, jaren later, weet ik dat de oude burgemeester, waarover verder geen kwaad woord, een aanval van tijdelijke, bestuurlijke hoogmoed moet hebben gehad. Want er zijn dingen waar het volk geen bestuur voor nodig heeft. Twee jaar geleden gaf ik een nieuw festival de naam 'Mallejan'. Het is een knipoog naar de Lange Jan. En ook een beetje naar de oude burgemeester.

15. Risico's

In de buurt van Kasteel Hoge Vuursche zijn risicobeuken geveld. Risicobeuken zijn beuken die takken laten vallen. Ze zijn oud. Zelf hebben ze daar geen last van. Het verkeer loopt risico, de beuken niet. Wel lopen de beuken het risico geveld te worden, omdat mensen liever geen risico's nemen. Dat is dan ook gebeurd. Een woordvoerder vreest nu ook voor de onheilseiken. 'Het verkeer heeft steeds meer last van eikels'.

Leuker natuurnieuws is dat het Nederlands Kampioenschap Meeuwenschreeuwen naar Cothen komt. De sport is overgewaaid uit België. De Belgische kampioen Meeuwenschreeuwen geeft zijn geheim niet prijs. Een tipje van de sluier wil hij wel oplichten. 'Het helpt', zegt hij, 'om je ín te leven in de meeuw en hem goed te bekijken'. Empathisch fladderen, er zijn cursussen voor. Sinds de meeuwen zich geen bal aantrekken van landsgrenzen, was het Nederlands Kampioenschap Meeuwenschreeuwen slechts een kwestie van tijd. En waar anders dan in Cothen moet het zich voltrekken. Weliswaar heeft Cothen zich volledig vertild aan het kampioenschap Mussenkussen, maar dat moeten we -eerlijk is eerlijk - toeschrijven aan het extreem warme weer. De mussen vallen op zo'n dag nou eenmaal liever van het dak.

Aan de Eemkade in Amersfoort hoor je soms ook meeuwen schreeuwen. Dat willen de bewoners zo houden. Ze keren zich tegen het plan om op de plek van 't Spijkertje, horeca te bedrijven. Ze vrezen overlast van klanten en muziek. Het gaat hier om risicoklanten. Risicoklanten zijn klanten die zich vermaken, van gezelligheid houden en daarbij geluid produceren. De bewoners ter plekke houden niet van risico's. Intussen heeft een eenmanswerkgroep - die verder anoniem wil blijven - een nog veel riskanter plan gelanceerd: ''Leg de boten aan de andere kant van de Koppelbrug en maak van de Eemkade een boulevard barstensvol horeca en terrassen aan het water. De stilte in het gebied is namelijk aanstootgevend. Het is het Cothen van Amersfoort.'

Met dit laatste maakt de eenmanswerkgroep overigens een vergissing. De Eemkade is echt wel anders. Want zelfs de meeuwen geeuwen.

14. Intocht

Zou hij dan dit jaar bij óns aankomen? Krijgen we na Jezus met het kruis in 2016 dan nu eindelijk de enige, echte goedheiligman met de staf? Bij de Passion hing de terreurdreiging boven een volgepakt Eemplein. Brussel en Golgotha concurreerden om medeleven. In de aanloop naar december 2018 zullen de rekkelijken en de preciezen van het ware pietengeloof elkaar misschien wel hardhandig de maat nemen. Reden waarom er voor de poorten van Hilversum geen rij burgemeesters van Eftelingproportie meer staat. De gewenste, idyllische stadsbeelden kunnen immers zomaar gelardeerd worden met gevechtsbeelden van demonstranten en agenten elders de stad. De recente poging om in Dokkum, na Bonifacius, ook Zwarte Piet een kopje kleiner te maken is bepaald nog niet gewist uit het collectieve geheugen van onze bewakers van de openbare orde. En wie weet duiken de demonstranten dit jaar wel op uit een hedendaagse variant op het Turfschip van Breda, dat op zijn beurt weer een slimme kopie was van het Paard van Troje. Je weet het maar nooit. Het ware pietengeloof zit diep. En in Hilversum worden de kansels weer opgepoetst zodra de eerste herfstdruppels zijn gevallen.

Amersfoort kan zich dus positioneren als de stad die voor de duvel niet bang is.

Bang dat het ontspoort? Kom naar Amersfoort.

Dé locatie voor veldslagen tussen Randstad en provincie.

Zou de eventuele intocht trouwens ook een onderwerp worden bij de collegeonderhandelingen? Want waar staat de stad zelf eigenlijk in deze geloofskwestie? Ik vermoed dat wij daar niks over gaan horen. Want de collegeonderhandelingen zullen in beslotenheid plaatsvinden. Over die beslotenheid is natuurlijk alweer gedoe. Het hoort bij de rituelen en heeft daardoor iets geruststellends. Verkenners, formateurs en onderhandelaars zullen zich er niks van aantrekken. Gelijk hebben ze. Want natuurlijk moet je zo'n proces besloten houden. Klassieke huizen hebben niet voor niks een voorkamer en een achterkamer. In de voorkamer ontvang je visite. Je kunt hem van buiten zien. Geven en nemen, handjeklap en jenever drinken doe je in de achterkamer. Tenzij je wilt dat het ontspoort.

Maar dat is niks voor Amersfoort

13. Hertelling

Woorden zijn niet altijd betrouwbaar. Ze pretenderen betekenis te hebben, maar gebruikers pakken de ruimte ze op te rekken en te verbuigen. Woorden worden dan vaak gecamoufleerde wapens in een meningen- of belangenstrijd.

Na verkiezingsuitslagen ontvlamt er traditiegetrouw het goochelkampioenschap met de woorden 'verlies' en 'winst'. Hoewel een verkiezingsuitslag een kwestie van tellen is - desnoods twee keer - vliegen de winnaars en verliezers ons na het sluiten van de stembus om de oren.

In de sport ligt dat anders.

Sven Kramer won op de Olympische spelen de 5000 meter. Hij kreeg goud. Hij was duidelijk minder oppermachtig dan 4 jaar eerder. Toch noemde niemand hem verliezer. Hij was namelijk de snelste. In de politiek kun je de meeste stemmen halen en toch uitgeroepen worden als de verliezer. Omdat je er minder of meer hebt dan vorige keer. De kiezers op zo'n partij tellen dan niet meer mee, ze worden door hun voormalige gelijkgestemden meegezogen in een uittocht die grotendeels denkbeeldig is. Rekenen, het blijft een onderschatte discipline.

Je kunt ook je stem verliezen. Ik heb het over de vrouw die vier jaar na de introductie van het vrouwenkiesrecht werd geboren en mij geleerd heeft dat je je stemrecht altijd moet gebruiken. Ze is 94 en niet meer zo goed ter been. Ze woont in een wooncentrum waar op 21 maart ook een stembureau was.

Met die lange gangen is het toch nog een inspannende wandeling, zeker als je kortgeleden een paar keer bent gevallen. De stempassen liggen in het mandje van haar rollator. Want stemmen zal ze. Aangekomen bij het stembureau moet ze haar identiteitsbewijs laten zien. Daar heeft ze niet aan gedacht. Er zijn ook genoeg mensen in het wooncentrum die haar kunnen identificeren als de vrouw die op haar stempassen is vermeld. Maar de regels zijn anders. Dus moet ze terug. Weer thuis gaat ze in haar stoel zitten. De wil om te stemmen moet het afleggen tegen haar vermoeidheid. Het doet pijn, maar ze kan het niet meer. Dan maar een stem minder op het CDA

12. Compromissen

Dus nu begint het onderhandelen over het collegeprogramma. De vraag vanaf vandaag is: wat zijn er eerder, de tulpen of de compromissen? Ik leg vast een paar compromissen in de week. Zo gaat dat in de politiek. Er liggen daar wekelijks dingen in de week.

Het vermoedelijke 10-puntenplan van het nieuwe college:

  1. Moslims moeten bij moskeebezoek gewoon betalen voor parkeren, maar mogen op zaterdag gratis met de bus naar de moskee. Voor de rest rijdt de gratis bus alleen in de zomer naar het Henschotermeer. Om externe inhuur te vermijden, zal Ben Stoelinga zelf rijden.
  2. Er volgt een nader onderzoek naar de Westelijke Rondweg. Gezien de reeds verstreken tijd mag dit onderzoek niet langer dan een half uur duren. De komst van de 180.000e inwoner wordt om die reden met een half uur uitgesteld.
  3. Gezien de onstuimige groei van de stad worden de bouwplannen voor Vathorst en overigens in de stad allemaal in uitvoering genomen. Tegelijk wordt ontgroeiing bevorderd. Langs de invalswegen komen borden te staan met de tekst: 'Wonen is schadelijk voor uw gezondheid'. Nieuwe bewoners krijgen een 'ontgroeiingsweek' en mogen zich daarna alsnog terugtrekken.
  4. Bij nieuwe bouwplannen wordt 35% ingeruimd voor sociale woningbouw, tenzij dit substantieel en structureel in uitvoerende zin prohibitief of anderszins beleids- en uitvoeringstechnisch in zwaarwegende mate ongewenst lijkt.
  5. Alvorens nieuwe gebouwen langs de Eem te plannen wordt eerst een schepje aangeschaft.
  6. Zwarte Piet blijft zwart. De zonnevelden krijgen een design met roetveegvlekken.
  7. Afvalscheiding wordt organisatorisch ondergebracht bij Sport en Welzijn. De depots voor zakjes restafval worden geleidelijk aan steeds meer naar de randen van de stad verplaatst, bereikbaar per wandel- of fietspad.
  8. De minimale afstand tussen coffeeshops en Kees Kraanen wordt 250 meter.
  9. Honden met een hoog bijtrisico krijgen verplicht een cursus blaffen.
  10. 10.Het Stadhuis wordt verbouwd. De lokale democratie ook. Het budget van 30 miljoen wordt in gelijke mate over deze twee projecten verdeeld.

11. Humor

Nou nou, zullen we de VVD en lijsttrekker Kees Kraanen maar opgeven voor de volgende editie van Gluren bij de Buren? Geef de Amersfoortse liberalen een paar keurig en verantwoord ingerichte D66-huiskamers, en aan het eind van de dag zijn ze uitgewoond. Ruw volk. Ik vrees dat die vuurstenen pijlpunt, gevonden bij opgravingen op de Boldershof, nog van de eerste VVD-afdeling is geweest. Liberalen in verkiezingstijd zijn qua beschaving nog niet veel opgeschoten ten opzichte van onze jagende voorouders.

Zo bedachten ze, handenwrijvend en in een poging humor te bedrijven - zelfoverschatting is menselijk - een flyer te verspreiden in Vathorst met daarop het hoofd van D66-lijsttrekker Tyas Bijlholt. Die tussen twee haakjes volgens Kees Kraanen te jong is voor die rol. Op last van Kraanen draaien ze in liberale kring ook geen Mozart meer. 'Die man was gewoon te jong. Over het algemeen zijn componisten ouder', aldus professor Kraanen. Op welke leeftijd kwam Hans Wiegel ook weer in de Tweede Kamer?

Terug naar de flyer. Die was bedoeld om de bewoners van Vathorst bang te maken. Bang voor coffeeshops. Liberale klikspaanpolitiek. 'Pas op mensen, D66 wil van die vreselijke coffeeshops bij u in de buurt. En dat kind van een Bijlholt is de boosdoener.' Uiteraard werd de misdadiger met foto en al vertoond. Het woord 'gezocht' schijnen ze op het laatste moment geschrapt te hebben. Woont u in een wijk van bovenmodalen? De VVD-flyer met het hoofd van SP-lijsttrekker Marc Smits komt eraan. 'Deze boef wil maar liefst 35% sociale woningbouw'.

Hoewel, dat doet de VVD niet. De SP is niet interessant. Het gaat om wie de grootste wordt. Maar eigenlijk heeft de VVD helemaal niemand nodig. Want het beleid van de huidige coalitie was al voor 70% van de VVD, aldus de fijnzinnige boodschap van Kees Kraanen in deze krant. Soms maak ik voor de overzichtelijkheid nog weleens onderscheid tussen de klassieke partijen en de lokale populisten. Maar de VVD is onder leiding van Kraanen aan het oversteken.

Wie weet gaan mensen nu van schrik op een andere partij stemmen. Dan was die flyer wel weer humor om te lachen

10. Beste Kieswijzer,

Fijn dat u mij wilt helpen in tijden van politieke versplintering en verruwing. Het valt namelijk niet mee. Wat willen de lokale politici? Het lokale profiel van de oude, vertrouwde partijen wordt helaas nagenoeg weggeblazen door Haagse wind, mee of tegen. En lokale partijen hebben zich bij gebrek aan bestuurlijke verantwoordelijkheid vooral met tegengeluiden geprofileerd. Met schone handen is het fijn kiezers vangen.

Gelukkig dwingt u mij met een aantal vragen mijn zwevende positie te verlaten. Maar ik heb ook een paar vragen aan u.

U vraagt mij of het stadhuis voor 30 miljoen wel of niet moet worden opgeknapt. Ik vind die opknapbeurt prima, maar wil dan wel dat de raadzaal wordt verbouwd tot een zaal waar ook een amateurpodium is. En dat de hal van het stadhuis een grand café wordt. Is dat dan een ja of een nee?  En dan die 35% sociale woningen bij nieuwbouwprojecten. U vraagt of elk project dat percentage moet halen. Nou ja, elk project hoeft ook weer niet, denk ik dan. Gemiddeld over alle projecten ja. Ben ik dan voor of tegen? En mag ik ja zeggen tegen de gratis stadspas, meer geld naar poppodium Fluor, miljoenen naar de rotonde De Nieuwe Poort en meer geld naar bomen, en tegelijk ook ja zeggen tegen de verlaging van de OZB? Ik vraag het u, omdat het mij wel een prettige vorm van politiek lijkt. Trouwens, ik mis nog een stelling. Deze: 'Het maakt mij niet uit of politieke partijen ter wille van publicitair gewin af en toe leugens verkopen'. Als je het daarmee oneens bent, vallen er al meteen partijen af, dat scheelt weer. Zou u die vraag willen toevoegen? En nog wat, beste Kieswijzer. Wat ik ook belangrijk vind bij de keuze is of politici ook persoonlijk laten zien waar ze voor staan. Zoals bijvoorbeeld de persoonlijke inzet voor vluchtelingen. Dat moet toch ook tellen? Kunt u daar nog wat mee?

U heeft mij goed op weg geholpen. Maar uw advies gaat het niet worden. Ik ga anders kiezen. Een tikkeltje wijzer. 

9. Kunst

Enkele weken geleden fietste ik het Eemplein op. Tussen de bollen van het Eemhuis, op het dak, wapperde een vlag. Hij hing halfstok. Zou een van de 'bewoners' van het Eemhuis overleden zijn? Ik stapte van mijn fiets en liep de Bibliotheek in. Daar was alles normaal. Geen mededeling op de digitale borden. Ook verder geen teken van rouw. Ik moest boodschappen doen en liet het erbij.

Een week later hing de vlag er nog steeds. Alweer iemand overleden? Wat doet die vlag daar? Weer een week later - de vlag hing nog halfstok - concludeerde ik dat de man of vrouw die de vlaggen ophangt overleden moest zijn. Maar toen las ik op Facebook een bericht van oud-columnist Guido de Wijs. Hij had dezelfde ervaring als ik. Uit reacties bleek dat wij gerust konden zijn. Het was kunst. In Kunsthal KAdE is een tentoonstelling met het werk van jonge Zuid-Afrikaanse kunstenaars. De vlag hoort erbij. De vlag staat op het gebouw waar ook Archief Eemland, Scholen in de Kunst en Bibliotheek Eemland gehuisvest zijn. De vlag heeft mij op het verkeerde been gezet. Dat mag. Kunst mag ontregelen. Kunst moet schuren. Kunst mag ongemakkelijk zijn. Maar hoe kon ik weten dat deze heel gewone, rouwende vlag ineens kunst was? Veel mensen op het Eemplein komen voor Pathé, Blokker, Albert Heijn en de Mediamarkt. Dat er ook Zuid-Afrikaanse kunst is weten de meesten niet. Als ze dit stukje lezen, weten ze het nu wel. Dus misschien staat die vlag niet voor de grote K maar voor de grote M. Marketing, les 1: als er maar over je gepraat wordt. De nationale aanzegger van de dood als reclamevlag voor kunst. Is dat erg? Waarom zou ik me daarover opwinden? Het heeft iets te maken met onze gemeenschappelijke, openbare ruimte. En met gemeenschappelijke symbolen. Daar hebben we, vaak stilzwijgende, afspraken over. Bijvoorbeeld dat stoplichten groen, oranje en rood licht geven. En niet ineens rood, geel en blauw als er in de buurt iets met Mondriaan is.

8. Horizon

Het valt niet mee, mens zijn. Wat moeten we nou weer vinden van een zonneveld? Ik had vroeger een leraar Aardrijkskunde die Zonneveld heette. Maar ja, daar schieten u en ik ook niks mee op.

Er komen vermoedelijk velden met zonnepanelen in Vathorst. Bewoners begonnen onmiddellijk te vrezen voor hun uitzicht. Ze kunnen er niks aan doen. Het is de menselijke oerdrift waarmee eerst en vooral het eigen domein wordt beschermd. Ook is er de vrees dat de panelen de weidevogels gaan verjagen. De vogels zelf waren weer es niet bereikbaar voor commentaar. Met de windmolens ging het al net zo. Ben Stoelinga van Amersfoort 2014 zei pas nog in deze krant dat ze allemaal naar zee moeten. Want de horizon is heilig, behalve die aan zee.

Trouwens, de heilige achtertuin, al sinds mensenheugenis de plek om even lekker jezelf te zijn, is nu ook ineens in het publiek domein getrokken. Luie donders als wij zijn hebben we onze tuinen onderhoudsarm gemaakt. Veel steen, weinig groen. Prettige wedstrijd, want de tuinpolitie staat op scherp. Steen is stress. Groen is rust. Er is in al die versteende tuinen misschien wel meer groen verdwenen dan er gaat verdwijnen bij de aanleg van de westelijke rondweg. En dat laatste groen willen wij, bezitters van versteende tuinen, dan weer wel graag behouden. Mmm.

We zijn al een slordige 10.000 jaar bezig de natuur naar onze hand te zetten. Want we willen zo prettig mogelijk leven. We willen graag vogels op het land, maar de ganzen schieten we massaal af. We wonen de aarde uit, maar vinden voorlopig nog steeds oplossingen om onze eigen rotzooi iedere keer weer op te ruimen. Zonnepanelen en windmolens zitten in deze categorie. Ze zijn het toonbeeld van menselijk vernuft. Ze vertegenwoordigen de geestelijke horizon, die wij ook wel de toekomst noemen. Wie wil daar nou niet op uitkijken?

PS: Beste buren, Op het dak van mijn woning komt binnenkort een klein veldje zonnepanelen. Wilt u ze niet zien? Bij de Gamma zijn de rolgordijnen in de aanbieding.

7. De regiotijd

Het is weer regiotijd. Als natte moessons waaien de landelijke politici oost- noord- en zuidwaarts. Waar ze steevast iedere bijdrage beginnen met hun vaste gebedjes. Dat het hier om lokale zaken gaat. Dat het dus niet om de landelijke politiek gaat. Dat ze zich niet willen bemoeien met lokale zaken. Eigenlijk moeten wij vooral begrijpen dat ze naar Wageningen, Leeuwarden, Enschede, Vlissingen en Amersfoort zijn gekomen om te zeggen dat ze niet hadden moeten komen. Het partijtje Baudet-lynchen in Amsterdam laat ik buiten beschouwing, want een groot deel van de landelijke media heeft al geruime tijd geleden de opvatting van de meeste Amerikanen overgenomen: Nederland ligt in Amsterdam.

De nationale vervuiling van lokale verkiezingen lijkt onuitroeibaar. Zo rond de lokale verkiezingen duikt dan ook steevast de discussie op over lokale en regionale media. Het is waar, de regionale dagbladredacties zijn de afgelopen 20 jaar gehalveerd, bij huis-aan-huisbladen werken bijna geen journalisten meer, regionale omroepen moeten hun aandacht verspreiden over een groot gebied en lokale omroepen zijn vrijwel overal vrijwilligersorganisaties. De lokale journalistiek heeft dus inderdaad geen sterke positie. Extra geld helpt, maar er komt meer bij kijken. Want krant en televisie zijn voor complete generaties buiten beeld. Ze zijn over het algemeen ook online actief maar daar valt nog een wereld - en vooral jonger publiek - te winnen.

Lokale partijafdelingen in Amersfoort proberen de kiezer modernte benaderen, met korte filmpjes. Kwaliteit: tenenkrommend. Maar dat is nog tot daaraan toe. Ze plaatsen de filmpjes op hun websites en hun Facebookpagina. Waar nagenoeg niemand komt. Het zijn krokussen in de woestijn. Ook de traditionele media kampen met dit probleem. Goed qua inhoud, maar het bereik daalt en is eenzijdig, aan de oude kant. Job Cohen zei laatst dat de Rijksoverheid geld moet vrijmaken voor lokale media. Goed idee. Ik stel voor dat we landelijke politici voortaan aan grenscontroles onderwerpen. Zonder geld geen toegan

6. Ontketend

Een wandeling door de Amersfoortse Hellestraat is op dit moment een aanrader. Wanneer je er doorheen loopt moet je proberen met de ogen van 2035 te kijken. De ogen waarvan je hoopt dat ze gaan komen. Als je met die ogen kijkt zie je geen verval maar revolutie. De dichtgetimmerde ramen van het voormalige V&D-pand markeren dan de eerste tekenen van een heropleving van het winkelgebied. De opheffingsuitverkoop van de Kijkshop is dan een curieus jubileum van een winkel met een wonderbaarlijke levensduur. Het concept met zijn rare formulieren en zijn referentie aan kijken, kijken, niet kopen mag zich met trots het langstlevende sterfhuis noemen. En Hudson Bay zal dan straks, met dezelfde ogen van 2035, een dure stuiptrekking van de winkelgeschiedenis zijn geweest.

Nou moet ik toegeven dat ik op dit moment ook niet over die ogen beschik. Ik heb slechts vermoedens over 2035. En vind de toekomst te mooi om erop te wachten. Ik zou bovendien graag willen dat mijn stad geen heil zoekt bij de dweil. Want de kraan blijft lopen. En zo mooi was het de afgelopen decennia nou ook weer niet. De winkelgebieden van steden zijn uitwisselbaar geworden, elkaars kopieën. De Amersfoortse Langestraat lijdt ook aan die treurige eenvormigheid. Een grote verzameling ketens heeft het beeld bepaald. De een na de ander redt het nu niet meer. Winkels wankelen. Treurig voor de mensen die er werken. Een zegen voor de stad. De stad ontketent.

Maar dan? Hoe gaan we die gaten opvullen? Je zou het winkelgebied van de stad als een theater kunnen zien. Veel theaters willen of moeten breed programmeren. Populaire genres, maar ook voorstellingen voor een minder groot publiek. Risicoloos en risicovol. Ze hebben vaak subsidie nodig om die breedte te kunnen garanderen. Ik zou willen dat de stad, ook het winkelgebied, op die manier geprogrammeerd wordt. Bezoek aan de binnenstad zal namelijk steeds minder door economische motieven worden gedreven. Bezoekers zijn er steeds minder consument, steeds meer recreant. De stadseconomie lost dit niet in zijn eentje op. Zij moet geholpen worden. Daar komen zelfs vrijemarktdenkers niet onderuit

5. Lief zijn

Het is wel praktisch als politieke tegenstellingen af en toe overbrugd worden. Daarom heeft de politiek zijn eigen escaperooms. Soms is het de rechter. Hij moest uiteindelijk zorgen voor de ontknoping van het lange verhaal over de westelijke rondweg. De vraag blijft natuurlijk of die weg wel nodig is. Maar het is een politiek meerderheidsbesluit. En daarmee een algemeen belang waar andere belangen voor moeten wijken. Het asfaltplan is in de loop van het proces groen bijgekleurd. Dat hielp.

Minder plausibel lijkt mij overigens de rechterlijke uitspraak over de coffeeshop aan de Snouckaertlaan. De gemeente maakte een ongebruikelijke ommezwaai. Eerst een vergunning, toen weer niet. De coffeeshop was namelijk een paar meter dichter bij een school gekomen. Omdat op de Zonnehof de looproute veranderde. Die verandering was al gepland en getekend toen de vergunning werd verleend. Zo kwam de wietwinkel alsnog binnen de loopafstand van 250 meter. En ben je als ondernemer aan de goden overgeleverd. Al voeg ik er, welopgevoed, aan toe: rechters hebben altijd gelijk.

Een ander escaperoom is de coalitie. Vorige week debatteerden de wethouders Fleur Imming (PvdA) en Hans Buijtelaar (VVD) met elkaar, in een bijeenkomst van STAD Amersfoort en RTV Utrecht. De twee politieke tegenstanders bleken een goede onderlinge band te hebben. Even dacht ik zelfs dat gespreksleider Kees Hoogendijk van de Burgerlijke Stand was. Ze predikten de persoonlijke click als politieke succesfactor. Ook de hobbel op het terrein van sociale woningbouw verdween in een pragmatisch betoog onder Buijtelaars plamuurmes

Is het erg, die drang naar het midden? Integendeel. Het versplinterde, politieke landschap dwingt het af. Ook burgemeester Bolsius riep vorig jaar de raadsleden al eens op lief te zijn voor elkaar. Ik vermoed dat 'de bezem erdoor' van de SP, de 22 zijlijnteksten van de BPA en andere pogingen te stoken in een goed huwelijk weinig succes zullen hebben. Na de verkiezingen en wat sessies op de hei zal de coalitie in de gratis bus van Amersfoort 2014, met rammelende blikjes erachter, het stadhuisplein op rijden. Er is een akkoord:Liever Amersfoort.

4. Pudding

Het ronduit treurigste bericht op Facebook van de afgelopen week kwam van D66-raadslid Jacques Happe. 'Gisteravond politiek café in Hoogland. 35 Politici en 15 bewoners. Teleurstellend. Maar... goede gesprekken gevoerd.' Toch een beetje Giovanni van Bronckhorst die zegt: 11 spelers, 5 toeschouwers, maar 't was een lekker potje.

Het bericht riep bij mij de vraag op of we bij 50 bewoners ook teleurgesteld waren geweest. Ik vrees van niet. Met 50 in de zaal zijn we al heel tevreden. Het klinkt niet zo aardig maar politieke communicatie vraagt de inventiviteit van de moeder die haar kind een vies, medicinaal drankje moet toedienen. Ze kan er natuurlijk voor kiezen het gesprek aan te gaan, maar ja: ikke niet lusten. Dus wat doet ze? Ze geeft het kind zijn favoriete pudding en smokkelt het drankje naar binnen. Ikke lekker vinden.

Jesse Klaver heeft dat begrepen. Zijn pudding is een one man show en de flirt met sterrendom. Of je het goed vindt of niet, het is de vorm die het doet. De politieke inhoud heeft eigentijdse kleding nodig. We zijn nou eenmaal niet allemaal de paus die gehuld in een soutane en met een kalotje op vanaf een balkonnetje zijn boodschappen over een volgepakt plein heen kan strooien. Het merkwaardige is dat je ook vandaag de dag iedere keer nog die ouderwetse vormen ziet opduiken: politici in een zaaltje, het klassieke debat, het politiek café, een zeepkist. Allemaal sympathiek en inhoudelijk prima, maar waar blijft de pudding? Het treurige is dat je met kale inhoud nog wel wat bereikt als je voortdurend populaire prietpraat verkoopt. En het werkt vooral goed als andere partijen daar dan weer schande van spreken.

Het Hooglandse zaaltje had Flint moeten zijn. Met Ali B en Gordon voor de pudding. En de Amersfoortse lijstrekkers voor een volle zaal. De vraag is namelijk niet hoe je de burgers weer bij de politiek betrekt. De vraag is hoe je de politiek bij het volk brengt

3. De Kei

Wat doen we eigenlijk met De Kei?                                          De verkiezingsprogramma's zwijgen in alle talen. Hij is jaren geleden al vakkundig weggemoffeld naar de rand van het centrum. Dat verraadt een tweeslachtige houding ten opzichte van het symbool van de stad. Wegdoen kan niet, zo goed mogelijk geheimhouden wel.

We hebben ook nog een tijdje gehobbyd met stenen uit Europa, weet u nog? We gingen ineens stenen sparen. Na iedere vakantie lag er weer een nieuwe kei in het gras van Plantsoen-Zuid, ingezegend met buitenlandse hotemetoten, in de ijdele hoop dat we met een keienpark definitief op de Europese, of tenminste de nationale kaart zouden geraken. Ze liggen er nog, Sommige promotionele mislukkingen zijn verrekte moeilijk te verwijderen.

Onze voorouders uit de Gouden Eeuw hadden het goed bekeken: ze begroeven De Kei op de Varkensmarkt. Maar onze overgrootouders, gek gemaakt door De Romantiek, moesten hem zo nodig weer opgraven.

Ik heb nog een blauwe maandag - niet te verwarren met Blue Monday - op de campus van de Universiteit van Twente gewerkt. Daar staat een kunstwerk van Wim T. Schippers, het Torentje van Drienerlo. Je ziet alleen de punt van de toren boven het water van de vijver uit komen. Het roept vragen op. Wat is er onder water? Een kerk? Een heel dorp? Een al jaren vermiste persoon? Zoiets lijkt me ook wel wat voor De Kei. Ik ben bereid het hoogstpersoonlijk voor de stad te regelen.

Op een dag is hij verdwenen. Weg van zijn sokkel. Paniek. Hoe kan dat nou? Wie doet zoiets? Al gauw gaat het verhaal dat hij door de verre nazaten van Everard Meyster in de gracht is gesodemieterd. Boos over het gebrek aan eerbied voor hun verre opa en zijn keientrekkers. Anderen beweren, om diezelfde reden, dat het de geest van Everard zelf is geweest. De zaak blijft decennialang onopgelost. Maar het verhaal blijft. Amersfoort heeft zijn Verdronken Kei. Een nieuw mirakel. Toeristen in de boten van de Waterlijn richten nu ook de blik naar beneden. Sommigen beweren De Kei gezien te hebben. Maar niemand weet echt waar hij ligt. En juist daarom is hij overal. De Kei is gered.

2. Huismus

Het gaat niet goed met de huismus. Een grootscheepse mussentelling moet duidelijk maken hoe erg het is. Ook Vogelopvang Soest gaat meedoen met het onderzoek. Iedereen hoopt dat de telling weer perspectief biedt en dat de huismus weer uit het dal aan het opklimmen is. Ook de Nederlandse Spoorwegen kijken met spanning uit naar de telling. De treinen zijn overvol. Vroeger konden ze in hun prognoses nog van de huismussen op aan. 'De museumkaart is een van de grootste boosdoeners', vertel een NS-woordvoerder. 'Al die voormalige huismussen van vijftig-plus staan hier dagelijks op veel te dure wandelschoenen op het perron, met hun OV-kortingskaart in de aanslag. De nieuwe wagons zijn niet aan te slepen. De crisis heeft even geholpen, maar nu is het weer volle bak'.

Ook het gedrag van dertigers en veertigers is een factor van belang. Ornitholoog Visser uit Biggekerke vreest zelfs dat de huismus in deze groep een verloren wedstrijd speelt. "Ze werken zich suf, willen die film zien waar iedereen over praat, moeten eten met vrienden, gaan er regelmatig 'even uit' en als ze thuis zijn vallen ze in slaap op de bank. Reddeloze generatie.'

De laatste cijfers over de huismus hebben in één sector voor regelrechte paniek gezorgd. De bezorgdiensten van pakketten zitten met de handen in het haar. Hoogleraar Economie Koekoek van de Universiteit van Tilburg: 'Er zijn al heel veel huismusloze straten. Ook komt het voor dat de laatste huismus in een straat ten einde raad een schuurtje laat bouwen om de dagelijkse stroom pakketjes aan te kunnen. In sommige gevallen vragen deze huismussen al geld in ruil voor het pakketje. Dat heet nieuwe economie.'Een lichtpuntje is dat de huismus in de groep 70-plussers nog goed vertegenwoordigd is. Deskundigen verwachten dat de cijfers in deze groep, ook na de volgende mussentelling, stabiel zullen blijven. Het is wel een groep huismussen waar relatief vaak een bijzondere vorm van gedrag voorkomt: ze kijken dromerig naar buiten en eten vergeet-me-nietjes.

1. Kinderburgemeester

Ik denk dat de stad aan geluk zou winnen als er samenwerking komt met kinderen Er ligt een plan van Youssef El-Messoudi, het raadslid dat de PvdA ontvluchtte en na 21 maart vermoedelijk in de gemeenteraad zal komen voor Groen Links. Hij wil een kinderburgemeester in de leeftijdscategorie 10 - 16 jaar. Vroeger viel zo'n idee in de categorie 'hoe houden we de kinderen een beetje leuk bezig'. Vandaag de dag moeten we erkennen dat democratische vorming van de jeugd bittere noodzaak is. Grote delen van de oudere generaties zijn zwaar teleurgesteld in ons democratisch systeem. In de komende twee en een halve maand zal in de gemiddelde woonkamer het woord 'gemeenteraadsverkiezingen' weinig worden uitgesproken en nog veel minder in combinatie met 'fijn, we mogen weer'. Het is dus belangrijk dat kinderen op scholen betrokken worden bij de verkiezing van 'hun' burgemeester. Kwestie van democratische opvoeding.

Maar het past ook goed in een democratie van meedenken en meedoen. We zijn het er vast wel over eens dat we met zijn allen via verkiezingen niet 'bepalen' wat er gaat gebeuren in stad en land. Met dit type illusies kunnen we beter maar afrekenen. Het levert alleen teleurstellingen op. Lokale verkiezingen staan te boek als het feest van de democratie. Helaas een feest waarbij de zaal maar amper half vol is. Het feest moet dan ook vooral na de verkiezingen gevierd worden. Zorgen dat bewoners meedenken en meedoen lijkt mij de grootste uitdaging van een gekozen bestuur. En dan bedoel ik niet de 'inspraak' of andere consultaties van in hun belang getroffen bewoners. Het gaat om meedenken over zaken die voor grote groepen bewoners of de hele bevolking van belang zijn. De kinderburgemeester kan een mooi voorbeeld zijn van dit meedenken en meedoen. Voorwaarde is dat de oren van het gemeentebestuur wijd open staan. De kinderburgemeester kan inbrengen wat er leeft bij de tieners. Je durft het scholen bijna niet meer te vragen, maar hopelijk kunnen ze er tijd voor inruimen.

Ik zou zeggen: doen. Van kinderen worden we gelukkiger. Nou ja, vaak.